Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Minder straf voor verkoop illegale Russische gewasbescherming in Nederland

Handelen met een gewasbescherming uit Rusland in Nederland is een importeur duur komen te staan. Het Gerechtshof
's-Hertogenbosch heeft, zeven jaar na een eerdere zitting, een einduitspraak gedaan in hoger beroep. Omdat de uitspraak te lang op zich liet wachten, is de strafmaat naar beneden bijgesteld. Wat blijft staan is een voorwaardelijke gevangenisstraf en een lagere taakstraf.

Het gaat in de zaak, die speelde in de jaren 2009 en 2010, om de gewasbeschermingsmiddelen Bitoxybacillin en Lepidocide. Die zijn in Nederland niet toegestaan. De geïmporteerde middelen werden doorverkocht als 'plantvoeding' en kwamen uiteindelijk in rozenkassen terecht.

De rechter rekent het de verdachte in de zaak aan dat de in Nederland illegale gewasbeschermingsmiddelen valselijk in de markt zijn gezet. Bij een controle werd een verpakking gevonden waarop 'kippenmest' stond, bedoeld als bladvoeding.

Verder heeft verdachte zich volgens de rechter schuldig gemaakt aan het maken van valse verkoopfacturen en ook de zakken waarin het product zat van andere stickers voorzien alsook valsheid in geschrifte. 

De verdediging betwist alle drie de punten en wijst erop dat de zaak verjaard is, dat niet kan worden vastgesteld (door het ontbreken van monsters) dat het geleverde product anders is dan wat op de facturen stond én dat ook niet bewezen kan worden dat het omstickeren gebeurde om de werkelijke inhoud van de zakken te verhullen. 

De rechter vindt dat de strafmaat bijgesteld moet worden vanwege het ongebruikelijk lang uitblijven van een einduitspraak. De verdachte is op 15 maart 2023 veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van zes maanden, met een proeftijd van twee jaren en een taakstraf voor de duur van 100 uren, of vijftig dagen gevangenisstraf indien de verdacht de taakstraf niet goed vervult.