Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Anselmi Hakkarainen, manager Ansari:

“Rozenteelt in Finland in 25 jaar tijd praktisch verdwenen”

De bloementeelt vindt in Finland plaats op ongeveer 100 hectare. Er zijn circa 350 bloemkwekerijen, waarvan het gemiddelde areaal niet meer dan 1.000 m2 beslaat. De productie is zelden jaarrond en de verkoop richt zich voornamelijk op plaatselijke supermarkten en bloemisten. Het zijn ruwe cijfers die ons ter beschikking werden gesteld door Anselmi Hakkarainen, manager van potplantenkwekerij Ansari. “Ook al zijn de kwekerijen door de band genomen kleinschalig, ze houden het hoofd goed boven water. Ze kennen de lokale markt door en door.”

Ansari heeft haar kassen liggen in Uro, een dorp in het zuidoosten van Finland. Het bloemenbedrijf werd in 1969 opgericht als onderdeel van de veertig jaar oudere en in Vantaa, een voorstad van Helsinki, gevestigde Schetelig Group, een leverancier van onder meer zaad, zaailingen, substraat en meststoffen voor de Finse tuinbouwbedrijven. “We produceren potplanten voor supermarkten, groothandelaren en doe-het-zelfzaken. 90% van onze omzet van € 8 miljoen realiseren we bij vijf grote klanten. Ook ons bedrijf is momenteel rendabel met een brutowinst van € 1,5 miljoen. Maar we weten natuurlijk niet wat de toekomst brengt, want er schuilen heel wat uitdagingen om de hoek”, vertelt de manager die in september vorig het roer van het bedrijf overnam van zijn vader.

Het Finse vlaggetje
Aan de afzetkant zit alles voorlopig nog wel snor volgens Anselmi. “Finnen houden van lokale producten. Dat geldt ook voor bloemen. Daarenboven zijn jonge planten van bijvoorbeeld bacopa’s en geraniums heel gevoelig, zodat lokale teelt een voorsprong heeft op importproduct uit onder meer Nederland, Duitsland of Denemarken, waarvoor je toch op een transport van 3 dagen moet rekenen. Net zoals bij de producten van zo veel andere bedrijven in Finland, prijkt het Finse vlaggetje ook op onze verpakkingen, als een teken van kwaliteitsvolle, lokale teelt.”

Potplanten voor binnen en buiten
Ansari levert geen snijbloemen, enkel potplanten. De top 5 zijn volgens Anselmi geranium (ruim 600.000 exemplaren per jaar), potchrysant, begonia, poinsettia en tuinchrysant. Het bedrijf voorziet dus in bloemen voor zowel binnen als buiten. Van begonia’s en potchrysanten voor binnen in huis is er 10 maanden per jaar product beschikbaar, van petunia’s en geraniums loopt het seizoen momenteel op z’n einde en in augustus-september zullen er ongeveer 250.000 Mums de kas uitgaan. “Mensen willen af en toe wel eens iets nieuws zien, maar uiteindelijk is de keuze van de consument de afgelopen jaren niet wezenlijk veranderd. Wij zijn anderzijds wel steeds geïnteresseerd in nieuwe rassen, maar dan vooral uit teeltoverwegingen. Kunnen we het groeiproces van een bloem van 10 naar 8 weken inkorten, dan scheelt dat een slok op een borrel wat verwarmingskosten betreft.”

Niet voor de vrije markt
Ansari brengt de bloemen niet naar de veiling. “We zetten nooit een teelt op als we op voorhand geen verkoopakkoord hebben. We exporteren ook niet, onze vijf grote klanten bevinden zich in Finland. In de coronaperiode zagen we een opflakkering van de afzet, want mensen gingen natuurlijk meer aandacht besteden aan het opfleuren van hun tuintjes toen ze niet het vliegtuig konden nemen richting Spanje, maar je ziet dat die hausse alweer voorbij is. Toch hebben we zo enkele nieuwe klanten kunnen maken. Vooral jongere mensen lijken me steeds vaker gewonnen voor het idee van een bloem in huis of in de tuin.”

Van rozen bijna geen spoor meer
In het straatbeeld van Helsinki zag je vorige week menig afgestudeerde student met een roos in de hand. De rozen werden er tegen € 8 per stuk verkocht. “Dat is duur, maar de rozen komen niet uit Finland. Ik vermoed dat Afrika de herkomst is. Er is hier nog maar één rozenkwekerij met een areaal van 1 hectare. Voordat Finland toetrad tot de EU, was het areaal ongeveer 30 hectare groot, maar sindsdien is het bergaf gegaan. De Finse kwekerijen waren niet concurrerend meer door de hoge teeltkosten, met name van verwarming. Rond het jaar 2000 zijn er veel bedrijven failliet gegaan, zelf hebben wij de rozenteelt stopgezet in 2003. Mocht verwarming goedkoper zijn, zou de teelt van snijbloemen rendabel kunnen zijn”, legt Anselmi uit.

Een proef met telen op meerdere lagen

De onderstaande laag wordt belicht met LED

Turf is het goedkoopst...
Toch betaalt de bloemenkweker slechts 25 euro per megawattuur voor verwarming op basis van turfverbranding, een belangrijke energiebron in Finland. Omdat de verbrandingsoven in de zomer onderhoud nodig heeft, wordt indien nodig overgeschakeld op gas, dat 110 €/Mwh kost. “We hebben in Finland natuurlijk wel veel verwarming nodig in de kassen. En het zou per megawattuur misschien nog goedkoper kunnen, maar in de streek waar ons bedrijf staat, een beschermd grondwaterbekken, mogen we niet eens de geothermische optie onderzoeken. We zijn dus, althans op de korte termijn, afhankelijk van verbrandingsenergie.”

… maar de toekomst staat op het spel
Maar ook aan turfverbranding lijkt een einde te komen met het plan van de Finse regering om tegen 2030 de capaciteit voor het hele land te verlagen tot de helft van het gebruik in 2020. “Veel machines voor turfwinning zijn omwille van die maatregel al verkocht aan bedrijven in onder meer Zweden en Ierland. Al bleek dat dan weer voorbarig, want met de oorlog in Oekraïne wordt de deur dichtgegooid voor de import van houtsnippers uit Rusland. De verbranding van het zaagsel, een restproduct uit de houtindustrie dat in tegenstelling tot turf beschouwd wordt als een hernieuwbare energiebron, moest volgens de plannen van de overheid op termijn voorzien in de energie van het land. Ook al heeft Finland zelf een bloeiende houtindustrie, het is niet zelfvoorzienend in biomassa uit hout. Dus nu mag er weer aan de slag worden gegaan op de turflanden, die ongeveer een derde van het Finse grondgebied beslaan. Maar voor hoe lang nog?”, vraagt Anselmi zich af, zichtbaar teleurgesteld over de overheid die in zijn mening heel strikt en soms overhaast de EU-beslissingen toepast én vaak zelfs vooroploopt.

Houtsnippers als (duurder) alternatief
Aan een eventuele investering in een verbrandingsoven voor houtsnippers voor de kassen van Ansari hangt een prijskaartje van € 3 miljoen. “En de kost per megawattuur ligt rond de € 50, wat dubbel zo duur is als turfverbranding. En toch kan het dat we in de toekomst zullen moeten overschakelen op houtsnippers. Ik heb het dan niet over de maatregelen van de overheid, maar over de wens van de consument. Want wat als nu eens twee van onze vijf grote klanten eisen dat we gebruik maken van hernieuwbare energiebronnen? Ik denk dat dat moment er zeker aankomt. Er is steeds meer aandacht voor maatschappelijk verantwoord ondernemen, wat op zich goed is natuurlijk. Maar het betekent een meerkost. Vijf jaar geleden gingen we samenwerken met Lidl. Die keten vraagt een berg certificaten, waaronder GlobalGAP en ISO. Misschien vragen ze in de toekomst een certificaat wat betreft de herkomst van de energie.”

Vernieuwing in de kas: grote investering, maar lagere lopende kosten
Als het zover komt, zal het niet de enige serieuze investering zijn die het bedrijf zal moeten doen in de (nabije) toekomst. “Ons areaal telt 5,1 hectares. Op 3,4 hectares hebben we een moderne kas waar 4 teeltverantwoordelijken aan de slag zijn, op de resterende anderhalve hectare moeten 7 tuiniers de teelt in goede banen leiden, want de kassen zijn er al 45 jaar oud en veel minder geautomatiseerd. De oude kassen zijn goed voor 60% van onze arbeidskost en de helft van de energiekost. Daar moeten we dus op de een of andere manier vanaf. We moeten moderniseren en automatiseren, ook al omdat het steeds moeilijker wordt geschoolde tuinders te vinden die verantwoordelijkheid op zich willen nemen. En onze hoofdtuiniers worden ook al een jaartje ouder, binnenkort gaan er enkele met pensioen. Maar met de onzekere situatie op velerlei gebied, wachten we liever nog wat af om concreet actie te ondernemen.”

Ansari heeft 54 vaste werknemers in dienst, waarbij nog een 25-tal seizoensarbeiders geteld moeten worden, voornamelijk uit Oekraïne. Tien jaar geleden had het bedrijf nog 110 werknemers op de loonfiche staan. De helft van die banen zijn ondertussen verdwenen wegens steeds meer automatisering. “We hebben nooit mensen moeten ontslaan, de afvloeiingen zijn via de natuurlijke weg gebeurd en we willen dat zo houden in de toekomst. Maar het is duidelijk dat we binnen enkele jaren nog minder personeel zullen hebben rondlopen in onze kassen, die steeds meer de richting van de hightech inslaan”, besluit Anselmi Hakkarainen.

Voor meer informatie:
Anselmi Hakkarainen
Oy Ansari-Yhtymä
www.schetelig.com