Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Dan Gilrein:

"Preventief bespuiten kan meer kwaad dan goed doen"

De lente is een drukke tijd wanneer het onderzoekslaboratorium van het Horticultural Research and Extension Center in New York veel plantmonsters ontvangt van telers en tuinarchitecten die met een plantenprobleem zitten en managementadvies nodig hebben. Sommige verzoeken hebben duidelijk betrekking op insecten, mijten of ziekteverwekkende organismen. In bepaalde gevallen is de oorzaak echter minder duidelijk, daarom putten we uit ervaring, inzicht en gedetailleerde informatie uit de plantengeschiedenis.

door Dan Gilrein

Naast de gebruikelijke pH-factoren, bemestingsfrequentie en -type en omgeving, helpt het om de behandelgeschiedenis van het gewas te kennen. Sommige planten zijn bewezen gevoelig voor bepaalde gewasbeschermingsmiddelen en groeiregulatoren, en zelfs enkele biologisch compatibele producten. Er zijn ook problemen geweest met bepaalde producten die in tankmengsel combinaties of in korte tijd na elkaar worden gebruikt. Het is bijna een regel dat problemen zich ongeveer 10-14 dagen na de problematische behandeling voordoen, al kan het ook wel eerder gebeuren. Symptomen zijn onder andere bladvlekken, geelverkleuring, vervorming, achterblijvende groei, etc. en ook de verdeling hiervan over het gewas kan veelbetekenend zijn.


Spuitschade aan impatiensbloem

Na studie van diverse spuitgeschiedenissen heb ik gemerkt dat in veel (maar niet alle) gevallen er zonder duidelijke aanleiding preventief wordt gespoten. Alhoewel ik begrip heb voor deze ‘zekere voor het onzekere’ mentaliteit, hangt hier een prijskaartje aan zonder echt voordeel op te leveren. Erger is dat ik dan uit de behandelgeschiedenis een schuldige voor de problemen kan aanwijzen. Om telers te helpen tijdens de productie betere beslissingen te nemen, heb ik informatie verzameld over bekende plantgevoeligheden voor gewasbeschermingsmiddelen op basis van onder andere productetiketten en ervaringen.

Gezien de enorme verscheidenheid aan gewassen en teeltomstandigheden hebben we zeker niet alle antwoorden, maar de informatie is nog steeds bruikbaar. Het is ook belangrijk om te weten wat deze verschillende producten wel - en niet - doen en wat hun verschillende sterke en zwakke punten kunnen zijn. Sommige zijn zeer effectief tegen één of meerdere plagen of zijn voornamelijk onderdrukkend, hebben een kort resteffect, hebben een hulpstof nodig, zijn compatibel met biologische gewasbeschermingsmiddelen, etc. Etiketten zijn hiervoor de eerste aangewezen informatiebron, maar telers kunnen meer informatie krijgen van andere telers, leveranciers, technische vertegenwoordigers of specialisten die bekend zijn met deze producten. Het derde stukje van de puzzel is kennis van problemen waar bepaalde planten vatbaar voor zijn (Een specifieke soort spintmijt of trips? Aardappeltopluis?) en de geschiedenis van de plantproductie (uit stekken of zaad?). Door alle drie samen te brengen, hoeven telers minder op waarneming te vertrouwen en kunnen ze betere beslissingen nemen die de voordelen maximaliseren en mogelijke risico’s verminderen.

Bron: eGroBlog
Publicatiedatum: