Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

De ideale val voor plaaginsecten

Valsystemen om insecten in kassen en in het veld te vangen, zijn niet effectief genoeg. Waarschijnlijke oorzaak: insecten zien niet goed waar ze moeten landen. Fundamenteel onderzoek moet het pad effenen voor effectieve valsystemen en minder gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen.

‘Er is nog nauwelijks fundamenteel onderzoek gedaan naar de effectiviteit van valsystemen in kassen en in het veld, zegt entomoloog Rob van Tol van Wageningen University & Research. ‘Wat we weten, komt vooral voort uit vergelijkend onderzoek: het ene systeem vangt onder bepaalde omstandigheden meer insecten dan het andere. Maar kijken we naar de effectiviteit, dan landt vaak slechts 10 tot 15% of zelfs minder van de aanwezige insecten op een val. Veel insecten worden weliswaar met geurstoffen naar de val gelokt, maar besluiten op het laatste moment van koers te veranderen. Vergelijk het met een landingsbaan zonder de juiste markeringen, waardoor de piloot geen diepte ziet en dus een doorstart maakt.’

Insecten in de val
Het internationale onderzoeksproject ‘Leidt een voor insecten beter zichtbare val tot betrouwbaarder vallen?’ moet de komende jaren antwoord geven op de vraag hoe het komt dat een insect een object herkent. Dat valsystemen maar ten dele effectief zijn, lijkt vooral te maken te hebben met hoe insecten precies kleuren, patronen en objecten zien, zegt Van Tol: ‘Een insectenoog bestaat uit heel veel aparte lensjes die elk hun eigen beperkte reikwijdte hebben. Wij willen in kaart brengen hoe een insect precies ziet en wát het ziet. En vervolgens kijken we hoe zij hun visuele vermogen gebruiken om zich te oriënteren en om te besluiten wel of niet op een object te landen.’

Behaarde wants en Californische trips
Het onderzoek richt zich specifiek op twee beruchte plaaginsecten: de behaarde wants en de Californische trips. Van Tol verwacht dat het onderzoeksproject voor een doorbraak kan zorgen: ‘Als we weten hoe een insect verschillen waarneemt als het een object nadert, kunnen we modellen voor effectieve valsystemen ontwikkelen. We zijn als het ware op zoek naar de ideale landingsbaan voor insecten die anders gewasschade zouden veroorzaken.’

Betere vallen voor minder chemische middelen
Slagen Van Tol en zijn collega’s in hun opzet, dan levert dit grote kansen op voor producenten van valsystemen: ‘Als er betere vallen op de markt komen, kunnen we eerder vaststellen dat de plaag aanwezig is en in een biologische bestrijdingsstrategie (Lokken en doden) komen meer insecten in aanraking met bijvoorbeeld insecten dodende schimmels die gecombineerd worden met deze vallen of kunnen we insecten gewoon massaal wegvangen en onschadelijk maken. Dan wordt de populatie effectiever bestreden en blijven er veel kleinere aantallen schadelijke insecten achter in het gewas. Er zijn dan veel minder chemische middelen nodig om de plaag te bestrijden. Zo dragen we met dit project bij aan een duurzamere land- en tuinbouw.’

Bij dit onderzoek werkt Wageningen University & Research samen met de Lincoln University uit Nieuw-Zeeland en de Zweedse Lund University. LTO Glaskracht, Koppert BV en de Topsector Tuinbouw en Uitgangsmaterialen zijn co-financiers.

Bron: Wageningen University & Research
Publicatiedatum: