"Vrijstellingen en gewasbeschermingsbeleid: van de regen in de drup"
"Ik heb zelf als teler ervaren dat met geïntegreerd bestrijden van plagen en loslaten van breed werkende insecticiden je ongewenst bezoek kunt krijgen van wantsen en andere insecten waar je voorheen nooit last van had. Inmiddels zetten we schimmelpreparaten en aaltjes in om die grote insecten te beheersen. Deze zijn wel als gewasbeschermingsmiddel geregistreerd. Hoezo gif Greenpeace, vraag ik dan?
"De drive om kennis te vergaren en bepaalde risico’s te nemen in de teelt kwam niet uit overheidsregels, maar uit de overtuiging van onze teeltmensen.Met minimale inzet van middelen weten we de beste groei en de laagste emissie- en residucijfers te realiseren. Dat dat uiteindelijk tot een zo gunstig mogelijke marktpositie en consumentenvertrouwen zou leiden, dat blijkt inmiddels uit ieder vergelijkend onderzoek.
"Inmiddels hebben we voor een enkele plaaginsecten een sluitende IPM oplossing en krijgen gewasbeschermingsmiddelen een plek in het 'medicijnkastje'. Je gebruikt ze nog af en toe bij een onbalans in het systeem van IPM. Dat moeten wel integreerbare middelen zijn. Of met een heel korte nawerking.
"Daar wringt hem ook de schoen, met name in de sierteelt. Die middelen zijn er nog te weinig. De wetgeving kent een systeem van vrijstellingen om in te kunnen grijpen als er een noodsituatie is of dreigt. NVWA heeft nu een aantal vrijstellingsaanvragen afgewezen door de noodsituatie niet te erkennen, omdat de telers terug kunnen vallen op breed werkende insecticiden. Bij dit beleid haak ik af. Hoe kun je een IPM systeem opbouwen als je iedere zomer breed werkende middelen moet gaan inzetten? En waardoor je vervolgens een half jaar niet meer met IPM verder kunt door de nawerking van die middelen op je biologische bestrijders. Deze middelen pakken ook de biologische bestrijders van de sluitende systemen zoals spint.
"We weten dat spint onder de knie houden niet meer lukt met een chemische aanpak in Nederland, maar heel goed met een biologische aanpak met roofmijten. Daar ontstaat dus een paar weken later een volgende noodsituatie en dan een 'echte' volgens de NVWA definities.
"Als consumenten en overheid willen dat we innovatief zijn met IPM moet daar ook het hele beleid op worden afgesteld, anders gaat het niet werken. Ik denk dat het effectiever is een vrijstelling te verlenen voor een tripsmiddel dan twee maanden later in een noodsituatie te komen omdat spint uit de hand loopt. Die afstemming van beleid mis ik. En als LTO Glaskracht bestuurder vind ik dat die er dringend moet komen. Die overtuiging hebben onze telers, het wetenschappelijk onderzoek, de industrie, de leveranciers van biologische bestrijders en delen we allemaal. Nu het 'beleid' onder regie van EZ nog."