Toplaag als hulpmiddel in de bestrijding van trips
Door het aanbrengen van een toplaag op de bodem met een alternatieve prooi, de voermijt Tyrophagus putrescentiae, zou de bladroofmijt zich langer moeten handhaven. Bij toplagen als zemelen, tarwegries, maisgluten, taxuskevercompost, groencompost en bosstrooisel is de vestiging en ontwikkeling van de voermijt bepaald. Het beste resultaat werd bereikt met zemelen in combinatie met bakkersgistkorrels.
Knelpunten voor toepassing op praktijkschaal zijn onder andere de luchtvochtigheid in het gewas en de dichtheid van de toplaag. Met hoge RV heeft Tyrophagus putrescentiae geen problemen, maar wel met droogte! De ondergrens ligt ergens tussen 55 en 75% RV. Lokaal aanbrengen van de toplaag is niet effectief. N. Cucumeris verspreidt zich dan niet door het hele gewas.
Een praktijkproef in een jonge Alstroemeria aanplant met een volvelds aangelegde toplaag van zemelen moet dit jaar de haalbaarheid en het effect op tripsbestrijding aantonen. Gesignaleerd is dat in ieder geval ook andere bodemroofmijten zich aangetrokken voelen door de toplaag.
Het toplaagonderzoek bij Alstroemeria is onderdeel van het 'Masterplan Trips', een PPS (top sectoren T&U en verschillende gewascoöperaties).
bron: Wageningen UR