De Nederlandse tuinbouw mag dan internationaal gezien worden als vooruitstrevend en innovatief, in Nederland wordt ze nog niet zo gewaardeerd. Zeker in het licht van de huidige uitstootdiscussie wordt vaak gevraagd waarom een klein land als Nederland groenten zou moeten telen voor de export, de uitstoot is immers voor de Nederlandse bevolking. Pijnlijk om te lezen, vindt Dirk Aleven van FoodVentures.
"Het is pijnlijk om te lezen hoe de Nederlandse pers kasgroenten presenteert in de recente emissiedebatten. Het klopt gewoon niet. Kasteelt is de meest duurzame manier om veilige voedingsstoffen dicht bij stedelijke gebieden te leveren. Dit is herhaaldelijk bevestigd in studies van 's werelds toonaangevende agri-universiteit WUR." Hij voegt eraan toe dat wanneer de verwarmingsbron slim wordt gekozen, het een bewezen oplossing is, zowel voor het milieu als financieel.
"Nederlandse telers gebruiken gasturbines, zoals wij dat ook bij onze projecten doen. Deze turbines zijn efficiënter dan de grote energieopwekkers en kunnen gemakkelijk worden gestart/gestopt om het net te stabiliseren. Iets wat in de huidige energietransitie een groot obstakel aan het worden is," zegt hij. "Daar komt nu nog bij dat de warmte die geproduceerd wordt om de machines te koelen (en die grote producenten vaak in de rivier of zee dumpen) gebruikt wordt om het optimale klimaat voor de kas te creëren. De CO2 wordt aangeboden aan de planten en door de natuurlijke fotosynthese omgezet in verse vitamines."
Dit zijn geen sprookjes over toekomstige oplossingen. "Dit is de gangbare praktijk in Nederland en iets om trots op te zijn. Het is precies deze bewezen oplossing die volgens FoodVentures wereldwijd geïmplementeerd moet worden om te voorzien in de behoefte aan gezonde voeding in stedelijke gebieden."