Na de gematigde start in januari is de bloemen- en plantenexport vanuit Nederland in februari met bijna 6% gestegen. De cumulatieve waarde oversteeg nipt € 1 miljard. Dit blijkt uit de statistieken van Floridata. Oost-Europese bestemmingen, een goede Valentijnsdag en het retailsegment trokken de markten omhoog. Zorgen blijven over de twee grootste markten: nummer 1 Duitsland hapert en met Brexit voor de deur is de toekomst van nummer 2 Engeland ongewis. Wereldwijd blijft het vooruitzicht op groei gunstig, meent de VGB.
Bij de toename met 6% afgelopen maand moet worden aangetekend, dat vorig jaar een daling werd geïncasseerd van 2% bij de start van een zeer koud voorjaar. In februari steeg de plantenwaarde met 13% en de bloemenwaarde met 3%, in vergelijking met vorig jaar. Voor het derde achtereenvolgende jaar overschreed de Nederlandse bloemen- en plantenexport de grens van € 1 miljard al na twee maanden. Tot en met februari is de voorsprong ten opzichte van 2018 op de plantenomzet 7% (€ 359 miljoen) en op de bloemenomzet 2,5% (€ 725 miljoen).
Retailsegment stijgt
Naast de weersomstandigheden in vooral Noordwest-Europa, goed voor 80% van de exportomzet van de top-10 landen, zijn de bloemengeefdagen een belangrijke factor. Die liggen met een late Pasen beter verspreid dan vorig jaar en dat is gunstig voor de afzet.
Voor een belangrijke feestdag als Valentijnsdag op 14 februari bleven topprijzen uit. Dat heeft als voordeel dat de vraag na Valentijnsdag beter op peil blijft. In het retailsegment was Valentijnsdag dit jaar een topper, over het algemeen beter dan in voorgaande jaren. In het pot- en tuinplantensegment is de retailafzet volgens Floridata sterker gestegen dan bij de snijbloemen.
Oost-Europa
Met Rusland (+18% tot € 74 miljoen) en Polen (+10% tot € 49 miljoen) kent de top-5 bestemmingen tot en met februari twee Oost-Europese bestemmingen. Dat was vorig jaar voor het eerst het geval en is illustratief voor het toenemende belang van Oost-Europa voor de Nederlandse bloemen- en plantenexport. ”Door de verwachte groei in andere landen en temporisering later in het jaar in Rusland is dit waarschijnlijk eenmalig, maar ook tekenend”, aldus Wesley van den Berg van Floridata. Hij constateert verder dat de relatief grootste groei zich aftekent in de landen buiten de top-10. „Dat is gunstig omdat de exporterende groothandel gebaat is bij spreiding, ook van risico's. We zien ook een toename in de aanvragen van debiteureninformatie en dat duidt op groei van de markt.”
Zorg over toplanden
Ondanks de toename van 3% van de exportwaarde op Duitsland in februari blijft de achterstand op de grootste markt voor Nederland 2%. Het is daarmee de enige roodgekleurde bestemming in de top-10, in januari waren het er nog vijf. „De markt is na de matige start in z'n algemeenheid snel hersteld”, stelt directeur Matthijs Mesken van de VGB vast. „De zorg over de haperende afzet in Duitsland blijft en dat geldt ook voor nummer 2 Engeland”, verwijzend naar Brexit.
Directeur Michiel van Veen van Royal Lemkes, een van de grootste spelers vanuit de Nederlandse sierteelt op de Engelse markt: „Keer op keer geen duidelijkheid is frustrerend, voor onze klanten en voor ons en onze leveranciers. Het is bizar hoeveel speelruimte de politiek opeist. Dat gaat ten koste van het bedrijfsleven en komt ten laste aan de consument.”
bron: Floridata & VGB