Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

9 ton nabetaling geëist van uitzendbureaus voor niet goed naleven cao

De (voormalig) bestuurders van twee uitzendbureaus hebben tevergeefs hoge nabetalingen en boetes vanwege het niet naleven van cao-regels aangevochten. Stichting Naleving CAO voor Uitzendkrachten (SNCU) eist die nabetaling en legde boetes op.

In totaal moet er ruim 563 duizend euro en ruim 393 duizend euro nabetaald worden aan uitzendkrachten door de twee bedrijven en moet SNCU schadevergoedingen van 100 duizend euro en ruim 77 duizend euro ontvangen, zo blijkt uit de uitspraak van de Rechtbank Den Haag van 20 december 2023. De uitspraak is op 12 maart 2024 gepubliceerd.

Jaarurenmodel
Dat de bedrijven recht op een boete hebben, betwisten ze niet. Ze erkennen de cao niet correct te hebben nageleefd. Wel zijn ze het niet eens met het volgen van de cao Glastuinbouw bij het maken van de nabetalingsberekeningen en wordt erop gewezen dat het jaarurenmodel verkeerd zou zijn toegepast.

De kantonrechter is het met de SNCU eens dat in de CAO Glastuinbouw 2020 is bepaald dat het jaarurenmodel alleen van toepassing kan zijn als beide partijen daarmee hebben ingestemd, en dat alleen een uitzendbevestiging, zoals de twee aangeklaagde bedrijven stellen, niet voldoende is om dat aan te tonen nu dit slechts een eenzijdige bevestiging is zonder schriftelijk akkoord van de uitzendkracht.

Ook betwisten de bedrijven bestuurdersaansprakelijkheid. In dat licht is een opmerkelijke bestuurswissel bij een van de twee bedrijven belangrijk. SNCU vraagt zich af of met die wissel wel echt iets veranderd is en of de oorspronkelijke bestuurder na de wissel niet alsnog aan de touwtjes trok.

Bij het bedrijf met de hoogste boete werden overtredingen geconstateerd voor de periode oktober 2017 tot en met augustus 2019. In het andere geval gaat het om de periode april 2019 tot en met maart 2021. Twee van de drie gedaagden waren bij beide aangeklaagde bedrijven betrokken.

Geld om te betalen was er wel
Het bedrijf met de hoogste boete verdween in de zomer van 2021 na turboliquidatie van de markt. Op basis van de jaarrekening van 2020 stelt de SNCU dat het geld voor nabetaling en betaling van de boete er (toen) wel was.

De activiteiten werden na opheffing overgeheveld naar het andere aangeklaagde uitzendbureau en een derde partij. Volgens de bestuurders omdat een 'groot aantal uitzendkrachten in dienst waren die werkzaam waren in verschillende branches waarop verschillende cao's van toepassing waren, wat leidde tot ongewenste administratieve en softwarematige complicaties, met name omdat voor de verschillende branches aparte beloningen golden.' De rechter blijft vragen houden bij de ontbinding van het bedrijf niet lang daarna.