Aanvullende eisen knaagdierbestrijding

Tuinders/agrariërs, die buiten gebouwen en opslagplaatsen knaagdieren zoals ratten in eigen beheer bestrijden met rodenticiden, moeten vanaf 1 januari 2017 over een aanvullend vakbekwaamheidsbewijs en bedrijfscertificaat beschikken.

Om overlast van ratten en muizen te voorkomen, worden in de praktijk onder andere rodenticiden ingezet. Sinds 1 juli 2015 heeft elke tuinder/agrariër een bewijs van vakbekwaamheid nodig om deze middelen te mogen toepassen op het eigen bedrijf.

Vanaf 1 januari 2017 wordt deze verplichting uitgebreid met een certificeringsplicht voor het buitengebruik van rodenticiden. De certificering bestaat uit twee onderdelen: een vakbekwaamheidsbewijs KBA-GB (GB= Gebruik Buiten) in aanvulling op het al geldende KBA-certificaat, en een bedrijfscertificering. Voor meer informatie over de vakbekwaamheidsbewijzen verwijzen wij u naar de website van Bureau Erkenningen.

Eigen beheer
De certificeringsplicht is niet voor alle agrariërs relevant. Agrariërs zijn certificeringsplichtig als zij knaagdierbestrijding op hun bedrijven in eigen beheer uitvoeren en daarbij ook buiten gebouwen en voedselopslagplaatsen rodenticiden willen inzetten. Voor de inzet van middelen binnen gebouwen blijft het hebben van een KBA certificaat voldoende. De certificeringsplicht geldt ook voor professionele knaagdierbestrijders. Agrariërs, die de knaagdierbestrijding hebben uitbesteed, kunnen het betreffende bedrijf hierop aanspreken.

Meldplicht
De certificeringsplicht gaat op 1 januari 2017 in. Agrariërs die overwegen hun bedrijf te laten certificeren wordt geadviseerd zich vóór deze datum te melden bij de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). In dat geval krijgen zij tot 1 juni 2017 om hun certificering in orde te maken. Bij buitengebruik van rodenticiden in de tussenliggende periode is het dan voldoende als zij kunnen aantonen een overeenkomst met een erkende certificerende instantie te zijn aangegaan en dat de audit plaatsvindt vóór 1 juni 2017. Voor bedrijven die zich niet vóór 1 januari bij ILT gemeld hebben, geldt deze uitzondering niet.

Waarom aanvullende eisen
De aanleiding voor de certificeringsplicht zijn aanvullende eisen die het Ctgb heeft gesteld teneinde negatieve effecten bij de inzet van rodenticiden op niet doelwit organismen te voorkomen. Deze eisen zijn uitgewerkt in een certificatieschema IPM rattenbeheersing (IPM = Integrated Pest Management). Agrariërs moeten straks aantonen dat zij de voorschriften uit het certificatieschema naleven. Schemabeheerder van de certificering IPM rattenbeheersing is de stichting KPMB (Keurmerk Plaagdier Management Bedrijven).

Informatie en ondersteuning
LTO Nederland heeft alle te nemen stappen voor agrariërs op een rij gezet. Kijk daarom voor meer informatie en financieel voordeel op de te nemen stappen op https://www.ltoledenvoordeel.nl.

Bron: LTO Glaskracht Nederland