NVWA breidt onderzoek Ralstonia uit naar alle snijrozentelers

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) breidt het onderzoek naar besmetting met de bacterie Ralstonia solanacearum uit naar alle snijrozentelers in Nederland. Dit betekent dat de eerste weken van 2016 nog eens 100 snijrozentelers door de NVWA worden bezocht om watermonsters te nemen, gewassen te inspecteren en, als er symptomen van besmetting met Ralstonia zichtbaar zijn, plantmonsters te nemen.

Tijdens het traceringsonderzoek van besmette leveringen is gebleken dat rozenteeltbedrijven vaak van meerdere plantenkwekers planten afnemen en dat, bijvoorbeeld bij proefzendingen, registratie van herkomst en oorsprong niet altijd sluitend is. Daarom heeft de NVWA uit voorzorg besloten het onderzoek uit te breiden naar alle snijrozentelers in Nederland.

Doel van het onderzoek is de verspreiding van de bacterie in kaart te brengen en besmettingen te elimineren. Ook telers kunnen maatregelen nemen om verdere verspreiding van de bacterie binnen hun bedrijf en binnen de (glas)tuinbouw te voorkomen. Ralstonia staat vooral bekend als ziekteveroorzaker in aardappelen maar kan ook andere gewassen, zoals tomaat en veel sierteeltgewassen aantasten. Daarom moeten planten die besmet zijn met de bacterie volgens de Fytorichtlijn 2000/29/EG worden vernietigd. De bacterie vormt geen gevaar voor de volksgezondheid.

De NVWA heeft voor het onderzoek naar Ralstonia tot nu toe ruim 2500 monsters genomen bij 61 bedrijven. Het vaststellen van een definitieve besmetting duurt 4 tot 10 weken. Van de 61 onderzochte bedrijven zijn 33 bedrijven definitief niet besmet bevonden. Bij 10 bedrijven is besmetting met Ralstonia vastgesteld. 7 bedrijven zijn verdacht en 3 bedrijven zijn sterk verdacht.

Bron: NVWA