Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Groen licht voor ontwikkeling Residu Indicator voor bloembollenteelt

De onderzoekscommissie van de aan Anthos verbonden stichting iBulb heeft financiële middelen beschikbaar gesteld voor de ontwikkeling van een Residu Indicator. De afgelopen maanden is het project in nauw overleg met ondernemers opgesteld. Aanleiding is het feit dat een groeiend aantal retailers eisen aan residuen op producten stelt vanwege de discussie over neonicotinoïden.

Het project Residu Indicator spitst zich toe op bloembollen voor de droogverkoop. De komende maanden start Praktijkonderzoek Plant & Omgeving van Wageningen UR met de eerste fase van het onderzoek. Dat is gericht op de gewassen tulp, lelie, dahlia, narcis en gladiool. Fase 2 bestaat uit de uitbreiding van de Residu Indicator naar andere bloembolgewassen. De Indicator zal per bolgewas een overzicht geven van de maximale gehalten gewasbeschermingsmiddelen die bij normale bedrijfsvoering, dat wil zeggen toepassing volgens het etiket, op een bloembol aanwezig kunnen zijn.

Projectleider Fons van Kuik: "Bij het opstellen van de Indicator nemen we de ketenanalyse residuen gewasbeschermingsmiddelen die we vorig najaar uitgevoerd hebben als basis. Vervolgens toetsen we de cijfers aan monsters uit de praktijk." Ondernemers uit zowel de teelt als de handel nemen deel in de begeleidingscommissie en zijn betrokken bij de monstername. De indicator kan een instrumenten zijn om het vertrouwen bij de retail te behouden en de gevolgen van de residuproblematiek voor de handel tot een minimum te beperken. Bij perspectief kan de Indicator worden uitgebreid naar andere gewassen.

bron: AgriHolland / Anthos
Publicatiedatum: