Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Generiek meetprotocol voor glastuinbouw: "Geen appels met peren vergelijken"

Data is waardevol. Met meer kennis over bijvoorbeeld het klimaat of het gewas kunnen telers hun teelt optimaliseren en verduurzamen. Het is belangrijk dat die waarden op dezelfde manier worden gemeten, zodat telers en onderzoekers ze met elkaar kunnen vergelijken. En dat is alleen mogelijk als die informatie op een uniforme manier wordt verzameld, vertelt Bart van Duijn. In opdracht van Glastuinbouw Nederland deed hij onderzoek naar een generiek meetprotocol.

Bart van Duijn studeert Tuin- en Akkerbouw bij de HAS in Den Bosch. Afgelopen voorjaar liep hij stage bij het energieteam van Glastuinbouw Nederland. Tijdens die stage ging hij onder meer aan de slag met verschillende variabelen die gebruikt worden in Het Nieuwe Telen, en richtte zich met name op de inzet van sensoren voor het meten van bijvoorbeeld het kasklimaat en het gewas.

Van Duijn: “Er worden veel data verzameld in de tuinbouw. Maar de manier waarop verschilt van sensor tot sensor, en van teler tot teler. Zo wordt de ene keer de straling buiten de kas gemeten, en de andere keer binnen de kas. Die data zijn dan eigenlijk niet vergelijkbaar. Een ander voorbeeld is het meten van de planttemperatuur: het maakt veel uit op welke plek bij welke plant je die meet, en op welk moment.”

Uniformiteit
Het zou goed zijn als die data op dezelfde manier worden gewonnen. Dat vraagt dus om een generiek meetprotocol. Een hele opgave, want de variatie binnen de tuinbouw is groot. Maar die uniformiteit is wel belangrijk voor het slagen van digitalisering, aldus Van Duijn. “Werken met sensoren betekent vaak een andere manier van werken. Je moet er mee leren omgaan, je moet leren begrijpen hoe de sensoren werken en wat je met de data kunt. Maar daarvoor is het essentieel dat de data ook betrouwbaar zijn.”

Voor zijn onderzoek interviewde Van Duijn telers, onderzoekers en toeleveranciers over de mogelijke waarde van data. Meer inzicht in die waarde geeft een duidelijkere richting voor de verdere ontwikkeling van Het Nieuwe Telen. “En dat is cruciaal om telers te helpen met digitaliseren.”

De stageopdracht van Van Duijn heeft een vervolg gekregen. Momenteel wordt gewerkt aan een uitgave Plant Empowerment – Digitaal telen. Daarin staat het door Van Duijn onderzochte generieke meetprotocol.

Bron: Groene Digitalisering

Publicatiedatum: