Bladluizen zijn een bekende plaag in tuinbouwgewassen en het bestrijden ervan zal in de komende jaren een grote uitdaging worden. Reden voor diverse bedrijven om op zoek te gaan naar een praktijkgerichte aanpak. Van Iperen is bij onderzoeken in sierteeltgewassen betrokken waarbij wordt gekeken naar bladluisbestrijders. Hieronder somt Guido Halbersma, Productmanager biologie en technisch adviseur gewasbescherming, drie proeven op.
Van Iperen en Biobest werken samen aan een proef tegen bladluis in chrysant. De voorgestelde predatoren voor deze proef zijn de groene gaasvlieg (Chrysoperla carnea) en de galmug (Aphidoletes aphidimyza). Wekelijks worden de eieren van de groene gaasvlieg verstrooit samen met de poppen van de galmug. Naast de inzet van deze predatoren worden preventieve middelen tegen bladluis minimaal ingezet.
Daarnaast werkt Van Iperen in samenwerking met Koppert ook aan een andere proef tegen bladluis in chrysant. Ook in deze proef zijn de voorgestelde predatoren de groene gaasvlieg (Chrysoperla carnea) en de galmug (Aphidoletes aphidimyza). Verschil met de vorige proef zit hem voornamelijk in de dosering. Ook hier wordt minimaal gebruik gemaakt van gewasbeschermingsmiddelen tegen bladluizen.
Tot slot heeft Van Iperen ook nog een proef lopen bij een chrysantenteler met Bioline materiaal. In dit geval zijn dat de sluipwesp (Aphidius colemani) en de galmug (Aphidoletes aphidimyza). Deze worden wekelijks uitgezet in praktijkdoseringen met verlaagde inzet van gewasbescherming tegen bladluis. De eerste resultaten hiervan lijken positief.
Voor meer informatie:
Van Iperen
info@vaniperen.com
www.iperen.com