Ringpootworm is een toenemend probleem in de teelt van gerbera en potorchidee. In opdracht van de gewascoöperaties Potorchidee en Gerbera voert Stichting Control in Food & Flowers (SCFF) daarom onderzoek uit naar de bestrijding daarvan in genoemde teelten.
Regelmatig wordt de stand van zaken binnen het onderzoek besproken met de begeleidingscommissie (BCO). In 2022 richt het onderzoek zich vooral op de beoordeling van de effectiviteit van middelen en hoe die middelen het beste kunnen worden toegepast om de oorworm in de pot te bereiken. Onno Calf van SCFF deelt onderstaande update bij Glastuinbouw Nederland.
De middelen Conserve, Closer, Gazelle, Winner, BotaniGard WP en Raptol lijken allemaal geen effect te hebben op volwassen oorwormen. Requiem Prime lijkt daarentegen wel een snelle werking te kunnen hebben en ook Oroganic lijkt een effectief middel te kunnen zijn. Het is echter de vraag of de oorwormen in de praktijk lang genoeg aan een effectieve dosering kunnen worden blootgesteld. Dit zullen praktijkbevindingen moeten uitwijzen.
Entomopathogene schimmels
Er is ook gekeken naar de effectiviteit van langzaam werkende middelen, door deze al toe te passen op de eieren en de behandeling te blijven herhalen tot de oorwormen volwassen zijn. Hieruit bleek geen werking van het kruidenextract Consecta. Ook een ander kruidenextract en een neem-product bleken niet effectief. De toepassing van diatomeeënaarde om oorwormen uit te drogen of te irriteren komt eveneens uit geen van de proeven als effectief naar voren. De effectiviteit van entomopathogene schimmels is onduidelijk, maar hier lijkt weinig van te verwachten. Wel is te zien dat aaltjes (Steinernema carpocapsae en Heterorhabditis bacteriophora) oorwormen kunnen doden. Sommige nesten lijken hiervoor echter minder gevoelig dan andere nesten. Daarom wordt in vervolgproeven bekeken of de effectiviteit kan worden verbeterd.
Bescherming tegen vraat
In een eerder bericht is al aangegeven dat Azatin bloemvraat kan voorkomen wanneer dit op de jonge bloemknop wordt gespoten. Bij een herhaling, waarbij eveneens andere middelen zijn meegenomen, bleek echter dat een zeer gevoelig cultivar niet kan worden beschermd tegen vraat. De bescherming door Azatin, en eventueel andere middelen, lijkt dan ook sterk afhankelijk te zijn van de cultivar, waarmee het op dit moment onduidelijk is welke meerwaarde hier echt van is te verwachten.
Bron: Glastuinbouw Nederland