Op 11 en 18 januari overhandigde Boerenbond, samen met een delegatie uit 14 plantaardige sectorfederaties, een position paper en een mand met lokale, plantaardige producten aan Vlaams minister-president Jan Jambon en aan ministers Hilde Crevits en David Clarinval. Met deze position paper willen de organisaties de belangrijkste troeven, kansen en uitdagingen van de Vlaamse plantaardige sector toelichten.
Boerenbond geeft inzicht in het document.
Hoeksteen van de economie
De plantaardige sectoren in Vlaanderen zijn een belangrijke hoeksteen in de Belgische economie en doorheen het Vlaams agro-voedingscomplex. In 2019 waren er in totaal 23.318 land- en tuinbouwbedrijven in Vlaanderen. Zo’n 29% van deze bedrijven is gespecialiseerd in akkerbouw en 12% in tuinbouw (groenten, fruit en sierteelt). De eindproductiewaarde voor akkerbouw bedraagt 544 miljoen euro, voor groenten is dat 728 miljoen euro, voor fruit 564 miljoen euro en voor sierteelt 535 miljoen euro; alles samen goed voor 2,37 miljard euro in 2019. Dit cijfer omvat de primaire productie en wordt een veelvoud na handel en verwerking.
De combinatie van ideale teeltomstandigheden (gunstig klimaat en vruchtbare grond), de nabijheid van de verwerkende industrie en afzet in combinatie met de enorme knowhow in de hele keten maakt de sector wereldleider op vlak van innovatie, duurzaamheid en voedselveiligheid. De plantaardige sectoren hebben in Vlaanderen en ook daarbuiten, op de Europese markt, een belangrijke uitstraling.
Sterke werkgever en producent
In Vlaanderen zorgt de tuinbouwsector voor heel wat werkgelegenheid, met enerzijds heel wat bedrijfsleiders en familiale arbeidskrachten en anderzijds externe arbeidskrachten.
Meer dan 1700 tuinbouwbedrijven zijn geregistreerd als werkgever in België, goed voor 12.500 reguliere werknemers of 7106 vte (voltijdequivalenten). De sector kan zijn arbeidskosten niet doorrekenen aan de eindafnemer, waardoor de beschikbaarheid van flexibel inzetbare en goedkope arbeidskrachten van groot belang is. Vlaanderen ligt in een gematigde klimaatzone met zeer vruchtbare gronden, waardoor we een brede waaier aan teelten kunnen verbouwen met een hoge productiviteit. Onze ligging op de wereldkaart, kennis in onderzoeks- en praktijkcentra en sterke verwerkende industrie zorgen ervoor dat we een zeer sterke basis hebben uitgebouwd. De focus op duurzaamheid, traceerbaarheid en flexibiliteit binnen de Vlaamse land- en tuinbouw maakt het mogelijk om niet enkel gezonde menselijke voeding (food) te produceren, maar in ook feed, fiber, flower, fuel & fun te voorzien.
Ruimte om te telen
Helaas verdwijnen er steeds meer productieve landbouwgronden door bebouwing of vergroening. Als we onze voedselvoorziening willen veiligstellen, heeft de plantaardige sector grond nodig, samen met rechtszekerheid. De productie in Vlaanderen staat ook onder druk door de gevolgen van de klimaatverandering en de strijd tegen ziekten en plagen. Alle nieuwe en veilige technieken moeten we blijven omarmen om nog verder te verduurzamen. Zonder het specifiek toepassen van gewasbeschermingsmiddelen zou momenteel liefst 50 à 60% van de oogst verloren gaan. Maar ook het beperken van voedselverlies doorheen de keten is een absolute topprioriteit voor onze sector. Daarnaast zijn kwalitatieve en voldoende meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen nodig, niet alleen voor het behalen van voldoende rendabele opbrengsten per ha, maar ook voor gezonde en kwalitatieve gewassen.
Water, werk en warmte
In de waterproblematiek is land- en tuinbouw deel van de oplossing. Uiteindelijk geeft de sector bij irrigatie of beregening het overgrote deel terug aan de plaats waar het vandaan komt. Samenwerkingen met industrie en de samenleving voor wat uitwisseling van waterstromen betreft, kunnen in de toekomst wateroverlast terugdringen en/of water ter beschikking stellen in tijden van waterschaarste. De plantaardige sector heeft in deze nood aan structurele ondersteuning van Vlaanderen. Door extreme weersomstandigheden en de uitfasering van het Rampenfonds dringt ook een werkbare en betaalbare ondersteuning zich op. Ook de beschikbaarheid aan voldoende gemotiveerde en betaalbare arbeidskrachten is noodzakelijk om het teeltseizoen tot een goed einde te brengen. Zo kan een rendabele opbrengst worden behaald en een kwalitatief en veilig product aan de verschillende afzetkanalen worden geleverd om onze concurrentiepositie te behouden, zowel op de binnenlandse als de buitenlandse markt. Daarnaast staat de glastuinbouwsector voor immense uitdagingen om de broeikasgasemissies met 40% te reduceren tegen 2030 door in te zetten op energie-efficiëntie en vergroening van warmte. De sector wil zijn verantwoordelijkheid opnemen en erkent dat een energietransitie aan de orde is, maar verwacht dat er een correctie komt voor de emissies die gekoppeld zijn aan de elektriciteitsproductie voor niet-tuinbouwdoeleinden. De sector wil ook erkend worden als een betrouwbare en flexibele producent van elektriciteit.
Hoge status, vele uitdagingen
De plantaardige sectoren in Vlaanderen zijn een belangrijke poot in het Vlaamse agro-voedingscomplex, zowel via de primaire productie, toeleveringsbedrijven, de verwerking en verhandeling van de primaire producten, als de tewerkstelling in de hele keten. De combinatie van ideale teeltomstandigheden, de nabijheid van verwerkende industrie en afzet en de enorme knowhow in de hele keten hebben ervoor gezorgd dat Vlaanderen wereldleider is op het vlak van innovatie, duurzaamheid en voedselveiligheid. Ondanks de hoge verworven status wacht de sector nog vele nieuwe uitdagingen, onder andere rond de klimaatverandering, eiwit- en energietransitie en de verdere vraag naar verduurzaming. Om deze uitdagingen te kunnen aangaan, is het essentieel dat de landbouwsector kan rekenen op de beschikbaarheid van vruchtbare gronden en kan terugvallen op voldoende en betrouwbare productiemiddelen, zoals water, gewasbeschermingsmiddelen, meststoffen en nieuwe technologie. Verder rekent de hele keten op de beschikbaarheid van bekwame werknemers, zowel in de lagere als de hogere profielen. Op deze manier kan de hele keten op een duurzame manier blijven voorzien in alle zes F’en aan de consument en de maatschappij: food, feed, flower, fuel, fiber en fun.
Het hele position paper is te lezen op www.boerenbond.be/positionpaper