Na een melding van een veredelingsbedrijf in Noord-Holland heeft de NVWA de spintmijt Eotetranychus lewisi in kerststerren Euphorbia pulcherrima gevonden. Bij een potplantenbedrijf in Gelderland is door de NVWA ook Eotetranychus lewisi aangetoond in kerststerren die opgekweekt zijn uit materiaal van het veredelingsbedrijf.
Deze spintmijt is een EU quarantaine organisme. Dit betekent dat EU-lidstaten verplicht zijn de introductie en verspreiding van dit organisme tegen te gaan en om deze spintmijt bij een vondst te bestrijden. Deze spintmijt is niet schadelijk voor mens en dier.
Foto's vondsten Nederland, links in Noord-Holland en rechts in Gelderland. Meer foto's in het pest report van de NVWA. Foto's via National Plant Protection Organisation.
Oorspronkelijk komt dit organisme voor in Amerika, maar is door handel in planten ook op andere continenten terecht gekomen. Vanwege het zeer beperkt voorkomen in de EU is de spintmijt Eotetranychus lewisi opgenomen in de EU-regelgeving in de lijst met IIA quarantaine organisme. Voor IIA q-organismen is uitroeiing meteen aan de orde.
In Nederland kan deze spintmijt zich in kassen goed ontwikkelen en schade veroorzaken zoals bijvoorbeeld op kerststerren. Eotetranychus lewisi lijkt op de bonenspintmijt (Tetranychus urticae) en is daar moeilijk van te onderscheiden.
Symptomen
Eotetranychus lewisi en bonenspintmijt veroorzaken vergelijkbare symptomen zoals zuigschade en kleine gele puntjes op de bladeren die uiteindelijk geheel geel/bruin worden. Bij een zware aantasting zie je spinsel rond de groeipunten. Aangezien het organisme zeer klein is en de symptomen vergelijkbaar zijn is het erg moeilijk om een besmetting met deze quarantainesoort tijdig op te merken. Deze spintmijt kan in het Nederlandse klimaat niet buiten overleven. Meer informatie over waardplanten, symptomen en herkennen van E. lewisi deelt de NVWA hier.
Bestrijding
De NVWA heeft op beide bedrijven maatregelen opgelegd conform het eliminatiescenario waarbij zwaar besmette partijen moeten worden vernietigd en voor licht besmette partijen een bestrijdingsregime met chemische gewasbeschermingsmiddelen wordt voorgeschreven.
Tracering
De NVWA voert een traceringsonderzoek uit en probeert via bij de bedrijven opgevraagde informatie de bron van de besmetting te achterhalen. Daarbij wordt ook onderzoek gedaan naar mogelijke verspreiding van de spintmijt door verhandeling van stekmateriaal.
Meer details over de vondsten in een pest report van de NVWA. Daar worden ook foto's gedeeld.
