Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

“Investeerders kijken inmiddels wel door een beetje volatiliteit in de tuinbouw heen”

Tholen – Het aantal fusies en overnames in de glastuinbouw gaat dit jaar en komende jaren flink stijgen. Daarmee stijgt ook het aantal private equity partijen dat zijn intrede doet in de sector, al zijn er meer opties om te groeien. Ook voor telers, die in verhouding met het overnamegeweld in de tuinbouwtechniek nu nog wat achterblijven, zeker in Nederland.

Dat vertellen Frank de Hek en Felix Snoeck Henkemans, tuinbouwspecialisten van Oaklins. Zij zagen vorig jaar korte tijd stagnatie optreden in het aantal fusies en overnames, maar na een korte coronaschok heeft de markt de wind terug in de zeilen.

“In het eerste half jaar van 2021 zagen wij veel beweging in de markt”, vertelt Felix, een van de tuinbouwspecialisten van het wereldwijd opererende financieel adviesbureau dat in Nederland een vestiging heeft in Amsterdam. “Wij zien daarin een bevestiging van de belangrijkste drijfveren die maken dat de glastuinbouw steeds verder consolideert.”

Daarbij wijst Oaklins op de groeiende wereldbevolking die gevoed moet worden, landschaarste, waterschaarste, steeds strengere milieuregels, een stijgende vraag naar duurzaam en traceerbaar, de vraag van supermarktketens naar product van hogere kwaliteit en dat ook continu en ook technologische innovatie.

Overnamegolven
De berichten van bedrijven die fuseerden of elkaar overnamen volgden elkaar direct al in de eerste maanden van dit jaar in rap tempo op. Vervolgens was het ook tegen de zomer weer raak en buitelden de bedrijven haast over elkaar heen om vaak overnamenieuws aan te kondigen.

Vooral veel tuinbouwtechniekspelers zijn in beweging. Allemaal zoeken zij een manier om competitief te blijven in een groeiende wereldmarkt. Al blijven nationaal en internationaal ook telers groeien, zij het nu nog vaak door kassen of complete bedrijven van collega’s te kopen zonder tussenkomst van investeringspartijen. “Maar in Noord-Amerika zie je bijvoorbeeld al wel veel investeringsmaatschappijen in zee gaan met telers.”

Felix legt uit dat het met fusies, overnames of het aantrekken van investeringen en investeerders vaak in golven gaat. “Dat komt omdat de voorlopers die stappen zetten iedereen in de markt weer wakker schudden, waardoor ook zij gaan nadenken over het zetten van stappen. Het gevolg is dat het dan weer opnieuw druk wordt en er volop gesprekken worden gevoerd.”

Zelfs hartje zomer dit jaar. “Je ziet dat er toch nog steeds enige onzekerheid is vanwege corona. Partijen willen graag nog transacties afronden en blijven in gesprek, terwijl het normaal zomers wat rustiger is. Daarbij komt dat internationale partijen eindelijk weer wat makkelijker kunnen reizen, al is het ook de vraag of dat komend najaar zo blijft. En de banken zijn nu wel open voor nieuwe klanten en vorig jaar zelfs een tijdje niet. Ook dat maakt dat veel partijen het gevoel hebben dat nu het momentum is om hun slag te slaan.”

Verkopersklimaat
Dat laatste klinkt misschien erg alsof de kopende partij het helemaal voor het zeggen heeft. Dat is echter allerminst het geval momenteel, weet Felix. “Wij zien momenteel juist een aantrekkelijk verkopersklimaat. Dat komt omdat er op dit moment met lage rentes veel geld in de markt zit en het goed mogelijk is om financiering op te halen. Veel investeringsmaatschappijen zitten met wat wij ‘dry powder’ noemen, oftewel de zogenaamde ‘zakken met geld’ zitten vol en partijen willen dat geld graag investeren in de tuinbouw.”

Nu is de tuinbouw van oudsher een volatiele sector. En nog steeds. Maar waar dat investeerders er eerst van weerhield in de tuinbouw te investeren, is dat inmiddels verleden tijd. “Investeringsmaatschappijen kijken inmiddels wel door een beetje volatiliteit heen. Zij hebben een stip op de horizon en willen daar samen met bedrijven naartoe groeien.”

Het resulteert in investeringspartijen die veel bij telers en techniekbedrijven aankloppen. Die laatsten kunnen tegenwoordig echter kiezen en veel investeringsvragen zijn bovendien niet uit nood geboren, maar uit ambitie. “Het is dus echt niet zo dat bedrijven zomaar bij het eerste de beste aanbod ‘ja’ zeggen, is onze ervaring. Wij merken dat verkopende bedrijven zich veel bij ons melden om advies en om hen bij te staan in het maken van een partnerkeuze. Daarbij is de vrees van het volledig uit handen moeten geven van het bedrijf vaak allang niet meer terecht. Je hebt nog steeds turn-around-investeerders die niet goed lopende bedrijven grondig opschudden met o.a. veel personeelswisselingen tot gevolg. Veel vaker zie je tegenwoordig echter partijen die een ondersteunende rol hebben en waarbij bedrijven dus wel degelijk zelf controle houden.”

Investeren in lokaal, zowel voor teelt als techniek
Oaklins verwacht internationaal de grootste groei in de hightech glastuinbouw. Frank de Hek, hoofd van het tuinbouwteam dat behalve in Nederland ook vanuit kantoren in de rest van de wereld opereert: “Weliswaar draagt wereldwijd lowtech sterk bij aan de groei van de markt, maar hightech kassen leveren uiteindelijk de meeste voordelen op als je kijkt naar wat de drijvers van de groeitrend zijn. Nergens kun je zo goed zo veel telen als in teeltfaciliteiten met de modernste technieken.”

Wel gaan er met zoveel dure techniek grote investeringen gepaard. Mede daardoor doen kapitaalkrachtige partijen, steeds vaker ook van buiten de eigen sector, hun intrede. Felix: “Zulke partijen hebben de financiële kracht om bedrijven te helpen met investeren. Zij zien dat uiteindelijk die investeringen ook gaan lonen. Wereldwijd stijgt immers de vraag naar lokale voeding. En in relatief nieuwe teelten zoals cannabis, zachtfruit en sla op water zien investeerders bovendien marges. Wereldwijd is naar schatting 62% van de kassen hiervoor in gebruik, maar ook in de sierteelt, goed voor 38%, profiteren bedrijven van de groeitrend.”

Frank wijst erop dat juist spelers die nu juist buiten de bestaande markten opereren of kunnen opereren flink kunnen groeien. Felix vult aan: “Wij hebben het dan over geografische markten waar tuinbouwtechniekpartijen op zoek zijn naar lokale aanwezigheid. Op die manier willen ze meeprofiteren van de verwachte groei die de tuinbouw, in landen met de wens om meer zelfvoorzienend te worden, gaat doormaken.

Daarom zie je bijvoorbeeld veel Nederlandse marktspelers nu nadenken over het opzetten van lokale verkoopkantoren. Of over het doen van (kleine) overnames van collegabedrijven in het buitenland. Daarvoor zoeken zij soms dan weer financiële slagkracht en dus investeringen of een partner die hen bij het zetten van nieuwe stappen kan helpen. Wij verwachten dat dit in de tuinbouwtechniek, in navolging van wat je eerder o.a. al in de veredelingswereld zag gebeuren, de komende tijd steeds vaker gaat voorkomen.”

Wanneer volgen de telers?
Oaklins volgt de ontwikkelingen in de internationale tuinbouwmarkt op de voet vanuit zo’n 70 kantoren verdeeld over 45 landen. Een paar keer per jaar geeft men daarover ook een rapport uit, zoals een eerder rapport over telers die opschalen uit 2019 en dit voorjaar over de tuinbouwtechniek. De ontwikkelingen in met name die techniekmarkt roepen de vraag op of telers ook gaan volgen met fusies, overnames en het aantrekken van investeerders en investeringen. Felix verwacht van wel, maar of het zo’n vaart gaat lopen als met de tuinbouwtechniek is nog wel de vraag.

“Telers die willen groeien kunnen kiezen om zelf bij te bouwen, kassen van collega’s te kopen of om een heel bedrijf over te nemen. Wat een bedrijf wil, verschilt sterk. Het is altijd de afweging wat het meeste rendement oplevert of het beste past in een bedrijfsstrategie. Zeker bij telers die wel al een investeerder aan boord hebben zie je dat er nadrukkelijk met een visie, naar een stip op de horizon wordt toegewerkt. Waar dat groei betreft, hebben telers makkelijker dan in andere sectoren de kans bij te bouwen, simpelweg door het aantal kassen uit te breiden.”

Wat momenteel nog maakt dat telers, in ieder geval in Nederland maar ook in België en ook wel elders in Europa, ‘achterblijven’ als het gaat om overnames door investeringspartijen is dat het vaak nog bedrijven zijn die sterk afhankelijk zijn van één of slechts een beperkt aantal mensen in hun bedrijfsvoering, ziet Felix. “Een investeringspartij zoekt continuïteit en als een bedrijf grotendeels afhankelijk is van in dit geval één teler, dan is dat een risico. Hetzelfde geldt overigens ook voor de nodige tuinbouwtechniekpartijen. Ook die markt is hier vrij versplinterd.”

De bovengenoemde ontwikkelingen in de markt maken dat met elk overnamenieuwtje bedrijven weer bij zichzelf te rade gaan over wat zij zelf kunnen doen. Dat hoeft lang niet altijd een overname, fusie of het aantrekken van een investeringspartij te zijn. Wel kan het geen kwaad om, anticiperend op wat nog komen gaat, te zorgen dat het managementkader van een bedrijf meegroeit met de markt. Felix: “Dat maakt een bedrijf altijd sterker. Al het voor investeerders ook weer geen deal breaker te zijn als een bedrijf nog afhankelijk is van één eigenaar. Wel zie je dat er dan goede afspraken gemaakt moeten worden om voor de eerste jaren na de investering of overname continuïteit te garanderen.”

Buitenlandse invloed
Net als de eerdergenoemde zorg over het verliezen van controle, leven er in de sector ook zorgen over de toenemende invloed van grote financieel daadkrachtige partijen op de Nederlandse tuinbouw. Nemen die partijen de sector namelijk niet langzamerhand over?

Felix ziet dat niet zomaar een-twee-drie gebeuren. “Veel Nederlandse bedrijven die de stap zetten geven nog steeds de voorkeur aan Nederlandse investeringsmaatschappijen. Al is het maar omdat het makkelijk is om voor een bak koffie even langs het hoofdkantoor te rijden. Maar uiteraard zien wij ook veel internationale partijen actief zijn, soms ook met een duidelijke extra meerwaarde bovenop het geld dat zij meebrengen. Denk aan technische kennis uit sectoren zoals de auto-industrie. Buitenlandse investeerders hoeven daarom ook zeker niet ‘slecht’ te zijn voor de Nederlandse tuinbouw. Al is het nu nog vaak zo dat veel Nederlandse bedrijven nog niet zo groot in omvang zijn en daarmee ook voor investeerders van hier makkelijk te behappen.”

Voor meer informatie:
Felix Snoeck Henkemans
Frank de Hek
Oaklins

Beethovenstraat 500
1082 PR Amsterdam
f.snoeckhenkemans@nl.oaklins.com
f.dehek@nl.oaklins.com
www.oaklins.com