Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Kas maakt sneller en schoner kweken van hyacint mogelijk

Voor het vermeerderen van hyacint gebruiken kwekers traditioneel volgroeide bollen. Deze werkbollen zijn dan drie of vier jaar oud, en hebben dus jaren blootgestaan aan ziekten en plagen. Het uitgangsmateriaal voor een nieuwe teelt kan dus al bij de start besmet zijn. Daarom onderzoekt Business Unit Glastuinbouw en Bloembollen van Wageningen University & Research of de bollen schoner en sneller zijn te kweken in een kas, om zo de cirkel te doorbreken.

Het onderzoek vindt plaats in de kassen van de onderzoekslocatie in Bleiswijk. Daar wordt weefselkweekmateriaal gedurende 1 of 2 jaar opgekweekt tot werkbollen, waarvan na vermeerdering een deel van de bolletjes op hun beurt uitgroeien tot werkbollen. Idee is dat de rest van de bolletjes buiten verder gekweekt kunnen worden tot snijbloemen, bloembollen op pot of bollen voor droogverkoop.

De bollen worden geteeld op kisten met substraat en krijgen water en nutriënten. Daardoor is het groeiproces te versnellen en beter te sturen; bovendien groeien de bollen gelijkmatiger dan bij een teelt in het open veld. En het belangrijkste voordeel: de bollen worden beschermd tegen diverse ziekten (met name bacteriën zijn in Hyacint een probleem), waardoor in één klap het middelengebruik drastisch beperkt kan worden.

Het onderzoek Vitale teelt hyacint is een samenwerking tussen WUR, een aantal teeltbedrijven en bedrijven in de keten en ontvangt een POP3 subsidie van Provincie Zuid-Holland en een bijdrage van de Hagelunie.​

bron: WUR

Publicatiedatum: