Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

"Gelijk speelveld op gebied van gewasbescherming is een vereiste"

Tijdens het Nationaal Tuinbouwcongres van Greenports Nederland op donderdag 1 oktober werden in de digitale workshop ‘Gezonde Planten’ de samenwerking, uitdagingen en de hobbels besproken van het deze week uitgebrachte Uitvoeringsprogramma Gewasbescherming.


V.l.n.r. Piet Boonekamp van Artemis, Jaap Bond (Greenports Nederland), Simone van Trier (dagvoorzitter), Jean Aerts (Glastuinbouw Nederland) en Arne Bac (Rabobank) aan tafel voor de workshop over gezode planten.

Jean Aerts, bestuurslid Glastuinbouw Nederland, was helder in zijn betoog, zag Helma Verberkt, eveneens van de brancheorganisatie. Zij doet verslag.

“Nederland heeft een sterk ontwikkelde tuinbouw", citeert Helma Jean. "Wij telen een breed sortiment groenten, bloemen en planten voor gezondheid en geluk. De tuinbouwsector zal te allen tijde vooruitstrevend moeten zijn en oog moeten houden voor maatschappelijke ontwikkelingen.”
 
Duurzaam produceren hoort daar naar zijn mening bij. “Een breed gedragen agenda om te komen tot weerbare gewassen en teeltsystemen is van belang voor de continuïteit van de tuinbouwondernemingen. Wij willen in 2030 koploper blijven in het telen van gezonde fruit, groente- en sierteeltproducten”, aldus Jean Aerts op het online congres vanuit World Horti Centre in Naaldwijk.

“Wij moeten de telers ook meenemen in dit proces. Ze zijn pioniers op het gebied van plantgezondheid. Denk aan de inzet van biologische bestrijders (lieveheersbeestjes, roofmijten en sluipwespen) en bestuivers als hommels en bijen. Telers nemen hiermee grote risico’s. Ook is sterk ingezet op aantoonbare verlaging van de milieubelasting gewasbescherming”, zo benadrukte Jean Aerts.

Knelpunten
In de workshop werd actief gereageerd op de vragen door de vele volgers van de workshop. Jean Aerts: “Telers moeten ook vandaag een gezond gewas kunnen telen. Ze dreigen echter klem te lopen om een gezond en rendabel gewas te telen, onder andere door een afnemend middelenpakket, de zeer trage beschikbaarheid van laagrisico middelen en dat nieuwe veredelingstechnieken volgens EU-wetgeving niet mogen worden toegepast.”

Het aantal knelpunten in ziekten en plagen neemt snel toe. Denk bijvoorbeeld aan de opkomst van de wantsen uit het zuiden van Europa, door klimaatverandering en wegval van goed integreerbare middelen in het IPM-systeem tegen luis.

Gelijk speelveld
Het is volgens Jean Aerts noodzakelijk dat er naast alle ontwikkelde IPM-maatregelen een breed palet van beschikbare toepassingen is. “Er moet een middelenpakket in de medicijnenkast beschikbaar blijven om te kunnen corrigeren, zeker ook voor de vele kleine gewassen, waarin de Nederlandse tuinbouw groot is. De toelating van middelen moet zorgvuldig, wetenschappelijk onderbouwd plaatsvinden binnen realistische, werkbare kaders én er moet een gelijk speelveld in Europa komen. Wij zien in andere lidstaten, bijvoorbeeld België, dat er meer ruimte is voor noodzakelijke correctiemogelijkheden met een meer faciliterende overheid. Ziekten en plagen kennen geen landsgrenzen, de wetgeving helaas wel. Dat realiseer je je extra goed als je in Venlo woont en teelt.”

Innovatievermogen
“Het is natuurlijk goed om samen met alle partijen de uitdaging aan te gaan om te komen tot een robuust, weerbaar systeem in de toekomst. De markt en de consument moet dan ook wel willen betalen voor deze duurzaamheidsstappen. Sir David Attenborough prijst in zijn nieuwste film de Nederlandse tuinbouw om haar innovatievermogen, een hoge opbrengst op weinig grond. Stof om over na te denken bij de uitvoering van deze agenda”, sluit Jean Aerts af.
 

Publicatiedatum: