Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

TNO pleit voor snelle actie toekomstige energie-infrastructuur

Om de klimaatdoelstellingen voor 2030 te halen, zou het goed zijn als de overheid snel het voortouw neemt om knopen te kunnen doorhakken rond de benodigde infrastructuur. Dat is een van de aanbevelingen van TNO aan de Vaste Commissie voor Economische Zaken en Klimaat van de Tweede Kamer. Er is op korte termijn een duidelijke visie nodig op de toekomstige infrastructuur en systeemintegratie.

In de vele recente studies en discussies over de toekomstige energie-infrastructuur ontbreekt volgens TNO een systeemvisie.

De Commissie heeft TNO gevraagd de knelpunten te inventariseren die het behalen van de klimaatdoelstellingen door de vijf grote industriële clusters in de weg staan. Een analyse is het resultaat.


De afbeelding in groter formaat is te raadplegen in de analyse van TNO

Zo wilde de Commissie weten wat de omvang is van de toekomstige energiebehoefte van deze clusters (Rotterdam-Moerdijk, Amsterdam-Noordzeekanaal, Zeeland, Noord-Nederland en Chemelot in Zuid-Limburg) en wat dit betekent voor opslag en transport. Tegelijkertijd vroegen de Kamerleden welke sectoren, technologieën of bedrijven hierin kansrijk zijn en ons land een unieke positie kunnen verschaffen.

Nederland: kennis en gespecialiseerde bedrijven
Volgens TNO biedt de verduurzaming Nederland verschillende economische kansen. Elektrolyse bijvoorbeeld, nodig om groene waterstof te produceren, moet met een factor duizend worden opgeschaald om effectief en rendabel te zijn. Nederland heeft de kennis en de bedrijven om hier doorbraken te realiseren volgens TNO. Dat geldt onverkort voor windtechnologie. Nederlandse partijen zijn betrokken bij de bouw, beheer en onderhoud van het merendeel van alle offshore windparken wereldwijd.

Hoge urgentie
Tegenover deze gunstige uitgangspositie staat de werkelijkheid van nu, waarin samenwerking op een hoger niveau snel van de grond moet komen. Er is op korte termijn een duidelijke visie nodig op de toekomstige infrastructuur en systeemintegratie, meent TNO. De rijksoverheid zou daarvoor het initiatief moeten nemen in samenspraak met de industrie, lagere overheden, netbeheerders, distributiebedrijven, ngo’s en andere belanghebbenden.

Dat vergt onderbouwde strategische keuzes en een duidelijk uitgestippelde weg naar de infrastructuur in 2030. Investeringsbeslissingen over infra voor elektriciteit, warmte, waterstof en CO2 zijn voor de lange termijn. Voor elektriciteit geldt een termijn van tenminste tien jaar. Iets gereed hebben in 2030 betekent dat hierover nu al beslist moet worden.

Duidelijkheid scheppen
Op dit moment ontbreekt het in de besluitvorming aan verbinding tussen de verschillende energie-infrastructuren. Betrokken partijen hebben vaak andere belangen, wat tot suboptimale beslissingen leidt. Het gevolg: onnodig hoge maatschappelijke kosten en vertraging in het halen van de klimaatdoelstellingen. Deze situatie is te doorbreken wanneer er duidelijkheid komt over de rol van de rijksoverheid en private partijen.

Informatie uitwisselen
Gebrek aan samenwerking komt ook tot uiting als het gaat om uitwisseling van informatie. Nu weten de betrokken partijen vaak niet welke informatie over en weer nodig is. Ook is veel informatie concurrentiegevoelig en wordt deze dus niet gedeeld of verbiedt de wet dit. Ook dit probleem is volgens TNO oplosbaar. Hier zou de rijksoverheid een belangrijke rol moeten spelen door uitwisseling van informatie op een logische en veilige manier te faciliteren en organiseren.

Dat schept vertrouwen bij partijen om, zij het onder strikte voorwaarden, informatie al dan niet geanonimiseerd te delen. Winst is dan dat er gezamenlijk afgestemde investeringsbeslissingen worden genomen om infrastructuur tijdig en tegen de laagst mogelijke maatschappelijke kosten aan te leggen.

Wie neemt welke risico’s
Voor dat tweeledige doel moet ook duidelijk zijn wie welke risico’s op zich neemt en hoe kosten en opbrengsten op een eerlijke manier zijn te delen. Nu zijn er nog grote onzekerheden over de benodigde technologieën, vraag en aanbod, en welke energiedragers via de infrastructuur worden getransporteerd. Dat leidt tot het uitstellen van besluiten en getouwtrek over wie wat betaalt. Ook is de partij die investeert niet vanzelf degene die ervan profiteert.

Een klassiek kip-ei probleem: partijen wachten af wie wat doet. Zo zullen bedrijven pas investeren in verduurzaming als ze zeker weten dat bijvoorbeeld op die termijn er zoveel elektriciteit of waterstof wordt geleverd. Daarom moeten er duidelijke spelregels komen voor verdeling van risico’s en kosten tussen alle partijen. Dat opent de weg voor de industrie ondanks de complexiteit van het vraagstuk en alle onzekerheden een actieve rol te spelen in de realisatie van de toekomstige energie-infrastructuur.

Doelen halen tegen laagste kosten
De knelpunten zijn volgens TNO op te lossen door zogeheten adaptieve besluitvorming, die is gebaseerd op uitwisseling van informatie en rekening houdend met elkaars belangen. Het is een in verschillende sectoren beproefde methode om snel en effectief de juiste beslissingen te kunnen nemen. Bij een zeer complex vraagstuk als de energie-infrastructuur met uiteenlopende belangen is het onmisbaar.

In het kort betekent het steeds informatie uitwisselen, gezamenlijk besluiten nemen, de resultaten permanent monitoren en terugkoppelen. Dat is volgens TNO de beste garantie dat we de klimaatdoelstellingen gaan halen tegen de laagst mogelijke maatschappelijke kosten.

Bron: TNO

Publicatiedatum: