Minister Wiebes (EZK) heeft de Tweede Kamer geïnformeerd over de intensieve dialoog met Duitsland over de klimaat- en energietransitie, de invulling en formalisering van een mogelijke samenwerking (‘Declaration of Intent Energiesamenwerking’) en het Duitse klimaatakkoord (‘Klimaschutzprogramm 2030’).
Klimaatakkoord
Het Duitse Klimaschutzprogramm 2030 is erop gericht het Duitse nationale doel van 55 procent broeikasgasreductie in 2030 te realiseren. De sectorale doelstellingen uit het plan komen voort uit het Duitse klimaatactieplan 2050 (2016) en zijn op 9 oktober jl. vastgelegd in een concept Klimaatwet.
Voor de uitvoering van het plan heeft het Duitse kabinet een aantal belastingwetswijzigingen aangenomen en een set stimuleringsmaatregelen die tot 2023 naar schatting 54 mrd euro omvat. Dat bedrag moet gedekt worden door de inkomsten van de ETS-handel, omvorming van de motorrijtuigenbelasting, verhoging van de belasting en invoer van een CO2-beprijzing.
Industrie
In 2030 moet de industriële CO₂-uitstoot in Duitsland met 50 procent verminderd zijn t.o.v. 1990. Er komt een nationaal emissiereductieprogramma en een investeringsprogramma dat zich richt op energie-efficiëntie en proceswarmte uit hernieuwbare bronnen. Duitsland zal inzetten op waterstof (met een nationale waterstofstrategie), batterijcellenproductie en het afvangen, opslaan en gebruiken van CO₂ (CCUS).
Samenwerking
Duitsland is voor Nederland een belangrijke handelspartner en partner bij het uitwerken van de klimaatambities in beleidsmaatregelen en instrumenten. Bovendien werken de Duitse resultaten zwaar door in de Europese emissiereducties.
Minister Wiebes beoogt samen met zijn Duitse collega Altmaier op korte termijn een rondetafelgesprek met onze industrieën te organiseren over de kansen en uitdagingen van de energietransitie. Dat biedt enorme kansen voor de verduurzaming, en evenzovele uitdagingen. Zo laat een broeikasgas zich niet door grenzen ophouden, waar de Europese energie-en klimaatregulering zich wel richt op grenzen van achtereenvolgens de lidstaat, de regio, de industriële inrichting en de schoorsteen.