In de kasgroente heeft slechts 19,5% van de ondernemers boven de 55 een opvolger klaarstaan. Dat zijn 44 bedrijven, terwijl 228 bedrijven dus geen opvolging in beeld hebben. In de pot- en perkplanten is het percentage nog lager: slechts 18,5%, ofwel 32 van de 173 bedrijven. De snijbloemen zijn een fractie populairder. Daar heeft 21,3% van de ondernemers boven de 55 een opvolger in beeld. Dat zijn 61 van de 349 bedrijven.
De drie sectoren staan hiermee hoog in de lijst met minste bedrijfsopvolgers in de agrarische sector. Alleen in de schapensector staat het er nog dramatischer voor. De top 5 wordt verder aangevuld met boomkwekerijen.

De cijfers zijn afkomstig van de voorlopige landbouwtelling van het CBS. Zij zien dat op de meeste agrarische bedrijven geen opvolger staan. "Hoe groter het bedrijf, hoe groter de kans is dat er een bedrijfsopvolger is. Maar ook de animo voor bedrijfsovername op grote bedrijven slinkt", zien ze.
Bedrijfsgrootte
Bedrijfsgrootte speelt een belangrijke rol bij de bedrijfsopvolging. Vooral op grote en middelgrote bedrijven is een opvolger beschikbaar. Van de grote bedrijven heeft 70 procent in 2016 een opvolger, van de middelgrote bedrijven is dit bijna 50 procent. Het percentage bedrijfsopvolgers voor grote en middelgrote bedrijven zat sinds 2004 in de lift, maar is van 2012 tot 2016 iets afgenomen. Het aandeel bedrijfsopvolgers nam in deze periode voor grote bedrijven iets af van 71 procent naar 70 procent, en voor middelgrote bedrijven van 56 procent naar 48 procent. Van de kleine bedrijven is het percentage bedrijfsopvolgers gedaald van 28 procent naar 27 procent.
Bekijk hier de cijfers van het CBS.