Met een jaarlijks onderzoek monitort Tuinbranche Nederland de ambitie om minder gewasbeschermingsmiddelen in de Nederlandse sierteelt te gebruiken. Dit jaar is er een toename van het aantal overtredingen op wat is afgesproken: 10% van de onderzochte planten voldoet niet aan deze afspraken, ten opzichte van 4% in 2024. Het onderzoek naar bestrijdingsmiddelen op tuinplanten is uitgevoerd door CLM Onderzoek & Advies in samenwerking met Natuur & Milieu.
Ook dit jaar werden weer negentig planten onderzocht, van zeven verschillende tuincentra en kwekers, van Hornbach, Intratuin, Praxis tot Welkoop. Er werd gekeken naar veel verkochte planten zoals lavendel, rododendron, de anjer en campanula, perkgoed zoals petunia, klimplant clematis, plukgroente (tomaten, paprika) en het sinaasappelboompje. De planten zijn getest op 750 verschillende bestrijdingsmiddelen.
In totaal werden er 38 verschillende bestrijdingsmiddelen gevonden. Op 13% van de onderzochte 90 planten zijn helemaal geen middelen teruggevonden. De twee meest aangetroffen stoffen in de residumeting – flonicamid en fluopyram – zijn PFAS. De toename van het gebruik van deze stoffen vindt Natuur & Milieu zorgelijk. Ze hopen op in het milieu, zijn schadelijk voor de gezondheid en het vervuilt het grondwater. Sommige planten deden het wel beter: het aantal restanten van verschillende chemische middelen op de lavendel, de klokjesbloem en de anjer daalde ten opzichte van 2024. Op plukgroente zoals tomaat en paprika werden weinig residuen gevonden.
Bekijk het volledige rapport
Bron: Natuur & Milieu