Van 17 tot en met 21 november 2025 waren er RFH ledensessies in Kenia en Ethiopië. Ledenraadvoorzitter Marcel van der Lugt was daarbij aanwezig en kijkt er met een positief gevoel op terug.
© RFH
De internationale ledensessies in Kenia en Ethiopië worden, net als de nationale bijeenkomsten, halfjaarlijks gehouden. Voor Marcel was het als voorzitter van de Ledenraad zijn eerste bezoek aan de drie ledensessies in Kenia en Ethiopië. Hij werd vanuit Royal FloraHolland vergezeld door onder meer CEO a.i. David van Mechelen, Martin de Ruiter (Chief Buyer Partnership Development & International) en Jolanda Heistek (Manager Cooperative Affairs).
Meer onderling begrip
"Het versterken van de internationale samenwerking is voor mij een speerpunt. Hoe je het ook wendt of keert: als we een sterke coöperatie willen zijn, die de draaischijf van de wereld wil zijn op het gebied van sierteelt, dan hebben we ook internationale leden nodig," vertelt Marcel. "De Afrikaanse leden van de Ledenraad komen zes keer per jaar naar Nederland voor vergaderingen. Daarnaast sluiten ze online aan bij commissievergaderingen. Daardoor is er geregeld contact met andere Ledenraadsleden. Dat is belangrijk voor de verbinding. Dat wij op onze beurt met een brede afvaardiging Kenia en Ethiopië bezoeken, zorgt voor meer onderling begrip."
Sterk coöperatiegevoel
Net als de Nederlandse leden werden de Afrikaanse leden bijgepraat over de resultaten over 2025 en de tarieven voor 2026. Ook de onderlinge samenwerking en duurzaamheid kwamen op tafel. Wat Marcel opviel? "De grote betrokkenheid bij Royal FloraHolland", zegt hij. "Ik proefde een enorm sterk coöperatiegevoel, in lijn met de 'Samen maakt sterk' campagne. De leden die ik daar gesproken heb, zijn trots om onderdeel te zijn van Royal FloraHolland. En er werd op strategisch niveau meegedacht. Zo vertelden we over de investeringen in onze gebouwen in Nederland. Ik dacht: dat is 'een ver-van-mijn-bedshow'. Maar ze waren erg geïnteresseerd en accepteerden de investeringen, omdat die voor de coöperatie als geheel belangrijk zijn."
Internationale kansen
Tijdens de sessies brachten de leden onder meer de luchtvrachtcapaciteit ter sprake. "Luchtvracht is voor de kwekers uit Kenia en Ethiopië de grootste kostenpost", aldus Marcel. "Daardoor twijfelen sommige kwekers over zakendoen met Europa. Het Midden-Oosten en Azië worden voor hen steeds interessantere afzetmarkten. Er liggen voor onze coöperatie kansen om hen daarbij te ondersteunen. Als we dat doen, vergroten we onze meerwaarde. En wordt ook de onderlinge verbinding sterker."
Nederlandse vooroordelen
Marcel pleit voor meer begrip tussen de nationale en internationale leden. "In Nederland zijn er best wat vooroordelen over Afrikaanse kwekers. Kort door de bocht: luchtvracht is slecht voor het milieu, personeel wordt uitgebuit en ze spuiten veel chemische gewasbeschermingsmiddelen. Ik heb met eigen ogen gezien wat er wordt gedaan aan duurzaamheid. Dat is heel veel. Ja, in Kenia en Ethiopië worden vanuit de overheid meer gewasbeschermingsmiddelen toegestaan dan in Nederland. Dat komt ook doordat er in Afrika soms andere middelen nodig zijn, omdat het daar warmer is en er andere plagen voorkomen. De kwekers willen zelf goede en veilige werkomstandigheden voor het personeel, de middelen worden alleen ingezet waar het nodig is. En waar het biologisch kan, dan wordt dat gebruikt. Daarnaast hanteren de Europese retailklanten én de Kenya Flower Council en EHPEA strenge eisen. Wie daar niet aan voldoet, kan geen zakendoen met Europese klanten. Daar gaan ze echt wel in mee, want de sierteelt is een belangrijke levensader die veel werkgelegenheid creëert."
Duurzaamheid
Ook is het volgens Marcel goed dat wij als coöperatie kritisch kijken hoe wij de internationale processen beter kunnen ondersteunen. En daarmee samen de keten efficiënter maken. "In Afrika wordt bijvoorbeeld met enige verbazing gekeken naar hoe wij met verpakkingsmateriaal omgaan. Bloemen worden door hen geleverd in dozen. Wij halen ze hier uit de doos, zetten ze in een emmer en doen ze daarna weer in een andere doos. Kan dat niet efficiënter, was de vraag. En wat luchtvracht betreft: per saldo stoten producten uit Afrika niet eens zoveel meer uit. Er wordt volop zonne-energie gebruikt; sommige kwekerijen zijn volledig zelfvoorzienend. Terwijl we hier vaak nog op gas verwarmen. Ook het waterverbruik valt reuze mee; in dit deel van Afrika regent het er vaker dan wij denken en het water wordt opgevangen en later gebruikt. Om daar echt goede uitspraken over te doen, moeten we overigens de footprint per product inzichtelijk kunnen maken."
Samen
"We moeten dus respect voor elkaar hebben en het echt samen doen. We hebben elkaar nodig als we een sterke internationale positie willen behouden", besluit Marcel. "Daarin is een taak weggelegd voor Royal FloraHolland én voor mijzelf als voorzitter van de Ledenraad. Wij kunnen nog beter uitleggen wat de meerwaarde is van onze internationale coöperatie met en internationale leden. Dit artikel is daar een voorbeeld van. En ik sta er altijd voor open om hierover het gesprek met leden aan te gaan."
Bron: RFH