De Europese Commissie werkt aan een vereenvoudigingspakket voor Verordening (EG) nr. 1107/2009. De afgelopen weken ontstond hierover veel publieke discussie. Artemis verduidelijkt waarom deze modernisering relevant is voor biologische gewasbescherming, en waarom veiligheid volledig geborgd blijft.
Lange doorlooptijden remmen innovatie
De toelating van biologische gewasbeschermingsmiddelen duurt in Europa vaak acht tot tien jaar. Dat belemmert innovatie en beperkt boeren en telers in hun mogelijkheden om duurzame gewasbescherming toe te passen. Artemis verwelkomt daarom het voorstel, mits veiligheid en wetenschappelijke toetsing volledig behouden blijven.
Wat het vereenvoudigingspakket beoogt
Het voorstel omvat aanpassingen zoals:
- een duidelijke definitie van biologische gewasbescherming;
- prioriteit voor biologische en laag-risicomiddelen in beoordelingsprocedures;
- ruimte voor lidstaten om voorlopige toelatingen te verstrekken bij nieuwe werkzame stoffen;
- uitbreiding van EFSA-capaciteit;
- één Europese zone voor biologische middelen;
- toepassing van wederzijdse erkenning bij overschrijding van termijnen;
- verlengingen voor onbepaalde tijd, met uitzondering van candidates for substitution.
- Veiligheidsbeoordelingen blijven onveranderd en lidstaten kunnen toelatingen altijd intrekken bij nieuwe risico's of wetenschappelijk bewijs.
Deze punten zijn erop gericht procedurele knelpunten te verlichten die nu bijdragen aan lange doorlooptijden.
Begrip voor zorgen, maar veiligheid blijft centraal
In de publieke discussie leeft de vrees dat de aanpassingen zouden kunnen leiden tot versoepeling van de gewasbeschermingswetgeving. Artemis benadrukt dat dit niet het geval is:
- de voorgestelde wijzigingen veranderen de inhoudelijke eisen niet,
- ze richten zich uitsluitend op procesversnelling,
- alle veiligheidsbeoordelingen voor mens, natuur en milieu blijven ongewijzigd.
Lidstaten behouden bovendien de bevoegdheid om middelen in te trekken op basis van nieuwe risico's of wetenschappelijke inzichten.
Waarom versnelling nodig is
Biologische gewasbeschermingsmiddelen hebben een ander werkingsmechanisme en risicoprofiel dan chemische middelen en leiden bij verantwoord gebruik doorgaans tot een lagere milieubelasting.
Snellere beschikbaarheid is relevant voor:
- weerbare teeltsystemen;
- vermindering van de afhankelijkheid van chemische gewasbescherming;
- versterking van biodiversiteit, bodemleven en plantgezondheid;
- geïntegreerde strategieën zoals ICM, waarin biologie, technologie en teeltsystematiek samenkomen;
- het behalen van EU- en nationale duurzaamheidsdoelen.
Steun vanuit Europees Parlement
Het Europees Parlement onderschreef recent, in een niet-wetgevend initiatiefverslag (INI), dat versnelling van de toelating van biologische middelen wenselijk is. Daarmee groeit het politieke draagvlak voor modernisering van het beoordelingssysteem.
Wat Artemis benadrukt
Artemis blijft zich inzetten voor:
- versnelling binnen een volledig veilig en zorgvuldig beoordelingskader;
- uitbreiding van beoordelingscapaciteit bij EFSA en nationale autoriteiten;
- heldere definities biologische gewasbescherming en een passend juridisch kader;
- ruimte voor innovatie en toepassing in de praktijk.
Conclusie
Volgens Artemis kan het voorgestelde vereenvoudigingspakket voor Verordening (EG) nr. 1107/2009 - mits zorgvuldig uitgewerkt - een belangrijke stap zijn om duurzame, veilige biologische alternatieven sneller beschikbaar te maken voor boeren en telers. "Dit draagt bij aan weerbare teeltsystemen en een gezonde toekomst voor boer, teler, maatschappij en milieu."
Voor meer informatie:
Artemis 
[email protected]
https://www.artemisnatuurlijk.nl/
