Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Resistente schimmel vaker gevonden in lucht in glastuinbouw- en bollengebied

De schimmel Aspergillus fumigatus komt overal voor in de lucht, maar de resistente variant komt vaker voor in glastuinbouw- en bollengebieden. Dat blijkt uit onderzoek van Wageningen University & Research (WUR), waarbij de verspreiding van deze schimmel in Nederland in kaart is gebracht.

Aspergillus fumigatus kan bij patiënten met een verzwakte afweer levensbedreigende infecties veroorzaken. Een verbod op schimmelbestrijdingsmiddelen lost het probleem op korte termijn niet op, zegt onderzoeker Eveline Snelders. "Wat wel effectief kan zijn is het sneller afvoeren van opslaghopen van groenafval waarin deze schimmel van nature goed groeit."

© Wim de Winter, Iconoclastica
Aspergillus fumigatus

Aspergillus fumigatus is een veel voorkomende schimmel die wereldwijd voorkomt, ook in Nederland. De schimmel groeit goed in plantaardig afval, zoals in grote hopen landbouwafval. Vanuit deze hopen verspreiden de schimmelsporen zich via de lucht. Iedereen ademt deze sporen dagelijks in en met een goed werkend immuunsysteem geeft dit geen problemen. "Mensen met een sterk verzwakt afweersysteem – denk aan patiënten op de IC of die een chemokuur hebben gehad – kunnen de schimmelsporen in hun longen niet goed opruimen, waarna een infectie kan ontstaan. Als gevolg daarvan overlijden naar schatting jaarlijks tweehonderd mensen in Nederland," vertelt onderzoeker Eveline Snelders van het Laboratorium voor Erfelijkheidsleer van WUR.

Hulp van burgerwetenschappers
Twee jaar geleden zochten de onderzoekers vrijwilligers die aan het 'Schimmeldradar-onderzoek' wilden bijdragen door metingen te doen. Dat leverde binnen enkele dagen meer dan 8.500 aanmeldingen op. Uiteindelijk werden 500 deelnemers geselecteerd, met een uitstekende spreiding door heel Nederland. Met de door de onderzoekers verstrekte schimmelvallen vingen de deelnemers gedurende vier weken allerlei pollen, stof en schimmelsporen uit de lucht. "We hebben uiteindelijk de schimmelsporen van 355 vallen opgekweekt in petrischalen. Op de meeste petrischalen zaten minimaal dertig kolonies van de Aspergillus fumigatus, maar soms waren het er wel 150. Een kolonie is een enkele schimmelspoor die uitgroeit tot een schimmelnetwerk."

© WUR
Onderzoekers Bo Briggeman, Eveline Snelders en Hylke Kortenbosch hangen een schimmelval op

Meer resistente sporen gevonden in glastuinbouw- en bollengebied
De onderzoekers vonden de schimmel in de lucht door heel Nederland. Er zat weinig verschil in de hoeveelheden sporen tussen de gebieden; alleen nabij de zee werden iets lagere concentraties aangetroffen. Maar de hoeveelheid resistente schimmelsporen in de lucht varieerde wel. In verstedelijkt gebied en gebieden waar veel maïsteelt plaatsvindt werden relatief weinig resistente schimmels in de lucht gevonden. In de lucht in gebieden met veel glastuinbouw en bollenteelt werden juist relatief veel resistente sporen in de lucht gevonden.

"We hebben niet onderzocht hoe de schimmels resistent worden," vertelt Snelders. "We hebben alleen gekeken waar ze in de lucht voorkomen en in welke hoeveelheid. Wel weten we uit eerder onderzoek dat drie factoren een rol spelen bij het ontstaan van resistentie. Ten eerste de aanwezigheid van plantaardige afvalhopen. Dat zijn grote afvalhopen in de tuinbouw- en bollensector waarin deze schimmel enorm goed gedijt. Ten tweede de aanwezigheid, al in lage concentraties, van antischimmelmiddelen in deze afvalhopen. En ten derde het feit dat bij sommige bedrijven afvalhopen niet snel worden afgevoerd naar elders, maar lang blijven liggen, omdat het bedrijf bijvoorbeeld zelf composteert. Daardoor krijgt, bij aanwezigheid van antischimmelmiddelen, met name de resistente variant van deze schimmel voldoende tijd om goed te groeien en komt deze uiteindelijk vaker in de lucht terecht."

'Recycling is een risico'
Boeren en tuinders zijn de afgelopen tien jaar aangemoedigd om circulair te werken en zelf te recyclen of lokaal grondstoffen af te nemen, maar in dit geval ontstaat het risico voor resistentie selectie bij deze schimmel. Voor de duidelijkheid: deze tuinders gebruiken dus geen bestrijdingsmiddelen tegen de schimmel Aspergillus fumigatus. De schimmel tast namelijk geen gewassen aan, maar breekt plantaardig afval af. Van nature komt de schimmel dan ook voor in afvalhopen. Maar als deze tuinders wel schimmeldodende middelen tegen ándere schimmels gebruiken, komen die middelen samen met de A. fumigatus op de afvalhoop. Daar kunnen resistente schimmels dan beter groeien dan gevoelige schimmels.

De onderzoekers verwachten dat op korte termijn stoppen met het gebruik van één specifiek antischimmelmiddel waartegen de schimmel resistent is, niet zal helpen om de resistentie in de lucht snel te verminderen. De schimmel is ook resistent tegen andere klassen antischimmelmiddelen, die vaak lang in het milieu aanwezig blijven. "Ik denk dat het daarom kansrijker is om te focussen op de afvalstromen. Dat is waarschijnlijk de snelste manier om nieuwe toevoer en verspreiding van resistente schimmels via de lucht te beperken. Bijvoorbeeld het afval tijdig afvoeren en geen grote hopen langdurig in de buitenlucht laten liggen," aldus Snelders.

Mogelijke vervolgstappen
Uit dit onderzoek volgen weer nieuwe vragen, maar ook mogelijkheden om de gevonden verschillen in resistente sporen in de lucht beter te begrijpen. "Zo kunnen we bijvoorbeeld gericht monsters nemen van afvalhopen in gebieden met juist veel of weinig resistente schimmels," vertelt Snelders. "Daarmee krijgen we meer inzicht in het risico en ontstaan van resistentievorming. Het zou ook zinvol zijn om dit onderzoek over enkele jaren nog eens te herhalen. Dan kunnen we de verdere verspreiding van (resistente) Aspergillus fumigatus bijhouden, of beter nog, na mogelijke interventies het effect hiervan meten in de lucht. We hebben nu een effectieve, goedkope meetmethode en de deelname van burgerwetenschappers was een groot succes. Het zou mooi zijn als een van de betrokken ministeries dit vervolg samen met het RIVM gaat oppakken."

Lees hier de wetenschappelijke publicatie in The ISME Journal.

Voor meer informatie:
Wageningen University & Research
https://www.wur.nl/

Publicatiedatum:

Gerelateerde artikelen → Zie meer