Uitzendkrachten bouwen pensioen op bij Stichting Pensioenfonds voor Personeelsdiensten (StiPP), het pensioenfonds voor uitzendkrachten en gedetacheerden. De komst van de nieuwe Pensioenwet is voor veel pensioenfondsen aanleiding een nieuwe pensioenregeling af te spreken. Zo ook voor StiPP. Wat verandert er per 1 januari 2026 aan de pensioenregeling voor uitzendkrachten?
Op de volgende punten sluit de nieuwe pensioenregeling voor uitzendkrachten beter aan bij de pensioenregeling van de glastuinbouw:
- Meer pensioen opbouwen
De pensioenpremie gaat omhoog. Een uitzendkracht betaalt 7,5%. De overige 15,9% betaalt het uitzendbureau. - Van twee regelingen naar één
Nu kent de uitzendbranche twee regelingen: Basis en Plus. Deze twee regelingen worden beëindigd en vervangen door één regeling voor alle StiPP-deelnemers. - Premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid
Als de uitzendkracht arbeidsongeschikt raakt en aan de voorwaarden voldoet, loopt de pensioenopbouw door. StiPP betaalt dan de pensioenpremie (deels) door. - Er is partnerpensioen op risicobasis
Overlijdt de uitzendkracht voor ingang van het pensioen, dan krijgt de partner in de meeste gevallen levenslang partnerpensioen. Stopt de uitzendkracht met pensioen opbouwen bij StiPP, dan is er nog drie maanden dekking voor het partnerpensioen. - Kinderen hebben recht op een wezenpensioen
Als de uitzendkracht overlijdt, krijgen kinderen een wezenpensioen tot zij 25 jaar oud zijn. Ook deze dekking loopt nog drie maanden door.
Gelijkwaardige beloning
De nieuwe pensioenregeling voor uitzendkrachten wordt ook onderdeel van de gelijkwaardige beloning, die eveneens op 1 januari 2026 ingaat. Uitzendondernemingen zijn verplicht om, naast het pensioen bij StiPP, een compensatie te geven aan uitzendkrachten als de opdrachtgever een hogere werkgeverspremie kent. Als de opdrachtgever een lagere werkgeverspremie kent, mag de uitzendonderneming hier niet voor compenseren. In dat geval geldt alleen de StiPP-regeling, zonder aanvullende compensatie.
Bron: Glastuinbouw Nederland