"De sierteeltsector heeft de voorbije jaren heel wat stappen gezet rond duurzaam werken, waarbij thema's als gewasbescherming, bodemkwaliteit en energie centraal staan. Ook bij klanten – van openbare besturen tot particuliere consumenten – groeit de vraag naar duurzaam of biologisch geteelde planten. Wij gingen in Nederland kijken hoe ver ze daar al staan in de wereld van de biologische sierteelt," aldus Jana Roels, consulent bio-omschakeling en Jarne Depaepe, consulent groenvoorziening bij AVBS.
In Vlaanderen blijft het aanbod biologische sierteelt voorlopig beperkt. "In 2024 bedroeg het areaal onder bio-controle nog geen 35 hectare. Sinds begin dit jaar zijn er via het Bio Zoekt Boer-project en AVBS initiatieven om de bio-sierteelt de nodige aandacht te geven. In maart startten we met een kick-off moment bij Viaverda (zie Sierteelt & Groenvoorziening 4). De volgende stap was een studiereis naar Nederland, waar biologische sierteelt al sterker ontwikkeld is. We trokken met enkele telers naar Kwekerij Op 't Hof (biologische snijbloemen) en boomkwekerij Van den Berk."
© AVBS
Biologische snijbloemen
Geert en Angelique van 't Hof zijn een begrip in biologisch Nederland. Wat in 1996 begon met één hectare zomerbloemen, groeide uit tot een areaal van 14 hectare met teelt voor Royal Flora Holland en Plantion Ede. Sinds 2025 is het bedrijf officieel Skal-gecertificeerd (Skal Biocontrole is een onafhankelijke organisatie die toezicht houdt op de biologische keten in Nederland). De omschakeling kwam er niet van vandaag op morgen. Geert merkte dat de bodemkwaliteit achteruitging en besloot in 2014 een bodemcursus te volgen. Daar leerde hij de impact van kunstmest beter begrijpen, wat leidde tot een radicale omslag. Voortaan werd uitsluitend gewerkt met organische meststoffen en groenbemesters. Dat bracht merkbaar meer bodemleven, weerbare planten en een beter evenwicht tussen de teelten. "Het begint met gezond verstand en eindigt met een gezonde bodem", aldus Geert.
Onkruidbeheersing en bemesting
Onkruidbeheersing blijft een uitdaging, vooral in de eerste jaren na omschakeling. Op 't Hof combineert biologisch afbreekbare folies met hand- en machinaal schoffelen. "Na drie jaar zag ik pas echt het verschil", vertelt Geert. De zoektocht naar efficiëntie leidde tot meerdere eigen machine-ontwikkelingen: een elektrische schoffelmachine en een compoststrooier zijn maar enkele voorbeelden van machines die Geert aanpaste aan de noden van zijn bedrijf.
Ziekten en plagen blijven beperkt dankzij een actief bodemleven. Lavameel en biologische bladmeststoffen worden enkel gebruikt waar nodig. Een doorgedreven databeheer ondersteunt elke beslissing: uurregistratie per teelt, weersensoren op twee bodemtypes en nauwkeurige beregeningssturing. "We meten alles: zo weten we wat werkt", zegt Geert.
De biologische kippenmest en compost worden deels op het bedrijf geproduceerd. Geert wijst wel op de nood aan meer aanbod van bio-meststoffen: "Zolang de sector klein blijft, blijven de prijzen hoog. Meer bio-bedrijven betekent meer reststromen en dus lagere kosten."
Verdienmodel
De meerkost van biologisch telen – vooral arbeid en mest – schat hij op 30%. Toch blijft het bedrijf competitief dankzij slimme prijszetting en diversificatie van afzetkanalen via de veiling naar de retail. Die aanpak leverde Geert niet alleen erkenning op als innovatiebedrijf, maar ook een voortrekkersrol in Bio Sierteelt Nederland, een groeiend netwerk van biologische en geïnteresseerde sierteeltbedrijven. Geert is voorzitter van die groepering, die meerdere sectoren samenbrengt. Een WhatsApp-groep zorgt vandaag voor frequent contact tussen de telers.
Boomkwekerij Van den Berk
De tweede stop van de dag was Van den Berk Boomkwekerij in Sint-Oedenrode. Dit is een voorbeeld van een grote kwekerij die investeert in enkele biologische percelen. Dit familiebedrijf – intussen de derde generatie – beslaat 450 hectare en teelt meer dan 1600 soorten en cultivars, vooral middelgrote tot zeer grote bomen. Van den Berk zet in hun reguliere teelt al heel hard in op duurzaamheid. Ze beschikken over certificaten als MPS, ISO 14001 en de CO₂-prestatieladder. Sinds vijf jaar is bovendien een deel van het areaal biologisch gecertificeerd. Die stap kwam er vooral door de vraag vanuit gemeentelijke raamcontracten en strengere regels rond gewasbescherming.
De omschakeling startte op 30 hectare. Het was voor de kwekerij een hele verandering om de teeltgangen niet langer te behandelen, maar te laten begroeien. Op sommige percelen grazen zelfs koeien om het gras te beheren. "Het beeld van de perfect zwarte boomspiegel moest verdwijnen", klinkt het. Door de lange teeltduur kan men beginnen met regulier uitgangsmateriaal. Dat mag na drie jaar biologische verzorging als bio verkocht worden. De bomen groeien iets trager, maar blijken robuuster. Het bedrijf ziet duidelijk meer nuttige insecten en minder plagen. Vooral meeldauw en processierups blijven aandachtspunten; ze worden bestreden met biologische bacteriepreparaten.
Marktvraag groeit
De marktvraag groeit gestaag, al moet er wel een kanttekening geplaatst worden. Aanvankelijk was de vraag zeer beperkt en werden biologisch geteelde bomen soms tegen gangbare prijzen verkocht. De laatste tijd is dat beeld wel gewijzigd. Steeds meer steden en gemeenten nemen bio expliciet op in hun bestekken. De meerprijs voor biologische bomen bedraagt circa 10%, voornamelijk door extra arbeid en administratie.
Het Nederlandse bio-lastenboek vertoont veel gelijkenissen met het Belgische, al zijn er enkele nuances. De regels rond bemesting en toegelaten middelen verschillen licht en de administratieve opvolging is in België doorgaans zwaarder. Toch vormt kennisuitwisseling tussen beide landen een duidelijke meerwaarde.
Bron: AVBS