Nederland wordt warmer en daar houden tulpen niet van. De geliefde bloem kampt steeds vaker met zachte winters en grillige lentes. Kan de wetenschap dit Nederlandse icoon beschermen tegen de gevolgen van klimaatverandering? Onderzoekers van de Universiteit Utrecht zoeken de oplossing in de bol.
Om goed bloemen te kunnen vormen, hebben tulpen koude, droge winters nodig. Als die winters uitblijven, blijven de stelen kort, komen de bloemen scheef of ongelijk uit of bloeien ze helemaal niet. De Nederlandse winters worden echter zachter en natter, terwijl hittegolven steeds vaker toeslaan in de lente en de vroege zomer. De gevolgen zijn al zichtbaar: de Keukenhof, 's werelds grootste bloementuin, moet jaarlijks zo'n dertig procent meer bollen planten om de bloemenpracht te garanderen die bezoekers verwachten voor hun kaartje van 35 euro.
Keukenhof reageert op bovenstaande: Keukenhof plant 7 miljoen bloembollen, dit is een constant aantal dat niet jaarlijks met 30% toeneemt. Een entreeticket voor Keukenhof kost niet 35 euro. De correcte entreeprijs is €21,00-,.
Tergend trage vooruitgang
Om de tulp weerbaarder te maken tegen klimaatverandering zouden kwekers graag nieuwe, sterkere varianten ontwikkelen. Maar dat is eenvoudiger gezegd dan gedaan. Waar een tomatenplant binnen een jaar nieuwe vruchten draagt, duurt het bij tulpen vijf tot zeven jaar voordat een zaailing voor het eerst bloeit.
In die periode kunnen tulpen al wel worden getest op droogtebestendigheid en weerstand tegen ziekten, maar pas bij de bloei kunnen kwekers de eigenschappen beoordelen die bepalend zijn voor een nieuwe variant. De lengte van de ontwikkelingsfase van de tulp is onze grootste belemmering, zegt Manuel Aguirre-Bolaños, een Mexicaanse bioloog die aan de Universiteit Utrecht verbonden is.
Als onderzoekers erin slagen de ontwikkelingsfase in te korten met een jaar of twee, dan kunnen ze veel sneller reageren op veranderingen in het klimaat. Elke tulp heeft drie generaties bollen in zich.
Tot nu toe richtte onderzoek zich vooral op de volwassen plant, maar volgens Aguirre-Bolaños ligt de sleutel tot veerkracht juist in de jongste, nog onvolgroeide bol. Daar worden veel eigenschappen voor toekomstige groei al vastgelegd. "Door beter te begrijpen wat daar gebeurt, kunnen we misschien het groeiproces versnellen én sterkere planten ontwikkelen."
Bron: Universiteit Utrecht