Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

"De strijd tussen planten en insecten is een soort wapenwedloop"

Wat gebeurt er als je passie voor planten, moleculaire biologie en insecten samenkomen in één onderzoeksstage? Voor IJse, vierdejaarsstudent Biotechnologie aan Hogeschool Inholland, leidde dat tot een inspirerende en leerzame periode bij het Swammerdam Institute for Life Sciences (SILS) van de Universiteit van Amsterdam. Zijn onderzoek naar de interactie tussen planten en tripsen – kleine insecten die virussen overbrengen – gaf hem niet alleen wetenschappelijke inzichten, maar ook een duidelijker beeld van zijn toekomst.

© Hogeschool Inholland

Een stageplek met impact
IJse liep stage op de afdeling Plant Physiology van SILS, een onderzoeksgroep die zich bezighoudt met hoe planten via geurstoffen en andere natuurlijke signalen reageren op insecten, microben en andere organismen. Met het doel om planten beter bestand te maken tegen plagen en ziektes. IJse werkte hier aan een actueel probleem in de landbouw: het Tomato Spotted Wilt Virus (TSWV), dat via tripsen tomaten, paprika's en andere gewassen aantast. "De trips zelf veroorzaken weinig schade, maar ze zijn dragers van het virus. Net als muggen met malaria," legt IJse uit.

Zijn onderzoek richtte zich op de interactie tussen de planten en de tripsen, om zo uiteindelijk de plantweerstand te versterken. IJse koos ervoor om met een techniek genaamd VIGS (Virus-Induced Gene Silencing) te werken. Hiermee kon hij specifieke planteiwitten tijdelijk uitschakelen. "Ik heb planten tijdelijk aangepast, zodat ze bepaalde eiwitten niet meer aanmaakten. Daarna keek ik wat dat deed met de tripsen: hoeveel schade ze aanrichtten en hoeveel eitjes ze legden."

Experimenteren op het lab
Na vier weken — de tijd die nodig was voor de eiwitonderdrukking — sneed hij kleine cirkels uit de bladeren: bladschijfjes. Op elk blad plaatste hij acht tripsen, die 24 uur de tijd kregen om te eten en eitjes te leggen. "Als tripsen meer eitjes leggen op een blad waar een bepaald eiwit ontbreekt, dan is dat eiwit mogelijk belangrijk voor de verdediging van de plant."

De resultaten waren veelbelovend: bij één eiwit zag hij een significant verschil in het aantal gelegde eitjes. "Dat betekent dat dat eiwit een rol speelt in de weerstand van de plant. In tomaat was het effect opvallend: daar leidde de onderdrukking van het eiwit juist tot mínder eitjes, wat erop wijst dat het eiwit in tomaat mogelijk een negatieve invloed heeft op de verdediging tegen tripsen."

Een wapenwedloop in de natuur
Wat IJse het meest fascineert aan zijn vakgebied? De voortdurende strijd tussen planten en insecten. "Het is een soort wapenwedloop. Planten ontwikkelen verdedigingsmechanismen, insecten proberen die te omzeilen. Sommige planten roepen zelfs roofinsecten op via geurstoffen, als een soort hulptroepen die de ongewenste insecten aanvallen. Dat soort interacties vind ik superinteressant."

Zijn stage gaf hem niet alleen wetenschappelijke kennis, maar ook een gevoel van betrokkenheid bij een groter geheel. "Wie weet, misschien eet ik straks een tomaat die beter bestand is tegen tripsen dankzij mijn onderzoek."

Vrijheid in onderzoek
Wat IJse het meest waardeerde aan zijn stage? De vrijheid. "Ik mocht zelf bepalen welke richting ik op wilde binnen het grotere onderzoek. Dat was in het begin even wennen, maar uiteindelijk juist heel fijn." Ook was hij blij met de afwisseling in zijn werk: van experimenten op het lab en in de kas, tot data-analyses op kantoor.

Zijn bijdrage was onderdeel van een groter onderzoeksproject dat al jaren loopt. "Soms gaf mijn begeleider een presentatie voor onderzoekersgroepen en noemde ze mijn resultaten. Dan voelde ik echt dat ik iets had bijgedragen."

Van Amsterdam naar Kopenhagen
IJse's interesse in biotechnologie begon met zijn fascinatie voor planten en DNA. "Ik hoorde ooit dat een kilo tomatenzaad duurder is dan een kilo goud. Toen wist ik: hier zit waarde in." Tijdens zijn studie koos hij bewust voor stages die zijn interesses weerspiegelden. Eerst bij ChainCraft, een bedrijf dat organisch afval (zoals fruitsapjes) omzet in vetzuren, die weer gebruikt kunnen worden in bijvoorbeeld veevoer of verf. En daarna bij SILS.

Nu kijkt hij vooruit. Zijn plan? Een master Bio-Entrepreneurship in Kopenhagen. "Ik ben spraakzaam en werk graag met mensen. Ik wil mijn biotechkennis combineren met ondernemerschap. Misschien zelfs iets met AI en biotech." Om daar te komen, wil hij eerst een jaar Biotechnologie studeren in Wageningen.

Waarom Biotechnologie bij Inholland?
IJse is enthousiast over zijn opleiding. "De docenten kennen je bij naam, reageren snel en de sfeer is informeel. Dat vond ik heel prettig." Ook de opbouw van de vakken en de koppeling tussen theorie en praktijk spraken hem aan. "Wat je leert in de les, pas je meteen toe in het lab."

Voor scholieren die nog twijfelen over hun studiekeuze heeft hij een duidelijke boodschap: "Als je geïnteresseerd bent in biologie, DNA en moleculaire processen, dan is Biotechnologie echt iets voor jou. Het is pittig, maar als je gemotiveerd bent, krijg je er veel voor terug."

Bron: Hogeschool Inholland

Publicatiedatum:

Gerelateerde artikelen → Zie meer