Hoe hoog moet de CO₂-heffing voor de glastuinbouw zijn wil de sector met zekerheid het emissiedoel in 2030 halen? Het is nog altijd onderwerp van onderzoek. Een dinsdag met de Eerste en Tweede Kamer gedeeld rapport laat zien dat de CO₂-heffing naar 53,15 euro per ton CO₂ moet stijgen wil de sector het emissiedoel in 2030 halen. Dat is nog hoger dan de 42,5 euro die deze zomer al genoemd werd als tussenuitkomst.
Invoering van een individuele CO2-heffing voor de glastuinbouw is, na felle discussies, eind 2023 door de Eerste en Tweede Kamer aangenomen. De maatregel is onderdeel van de Wet fiscale Klimaatregelen glastuinbouw. Daarin is besloten dat de CO2-heffing richting 2030 stijgt naar 17,70 euro per ton CO₂.
Aanleiding voor nieuw onderzoek naar de tariefhoogte is dat het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in de Klimaat- en Energieverkenning 2024 de kans 'zeer klein' achtte dat de glastuinbouwsector het emissiedoel in 2030 ging halen met de destijds door Berenschot en Kalavasta berekende tariefhoogte.
Berenschot en Kalavasta hebben hun eigen berekeningen en die van het PBL vergeleken en daarna besloten hun rekenmodel te wijzigen. Als tussenuitkomst is deze zomer al een tariefhoogte van 42,5 euro per ton CO₂ gecommuniceerd.
Twijfel over compensatie
De onderzoekers rekenen in het nieuwe onderzoek in opdracht van het Ministerie van Financiën met vier scenario's, die allemaal op basis van verschillende beleidsmaatregelen toewerken naar prikkels zodat de glastuinbouwsector in 2030 op het sectordoel uitkomt.
Een van de scenario's is het rijksscenario. Daarin zit opgesloten opname van de sector in emissiehandelssysteem ETS2, een bijmengverplichting voor groen gas én compensatie van de sector tot de hoogte van het nieuwe tarief van de CO₂-heffing, waarover dus dit recent gepubliceerde onderzoek gaat.
Als het tot compensatie komt, iets waaraan Glastuinbouw Nederland nog altijd ernstig twijfelt, zou een aparte CO2-heffing voor de sector niet meer nodig zijn. Die kan dan per 2027 worden afgeschaft. Het kabinet wil de sector compenseren voor invoering van ETS2 en de groen gas bijmengverplichting. Het kabinet wil dit gaan doen via verlaging van de energiebelasting en een compensatieregeling.
Te hoge CO2-heffing schiet doel voorbij
Over het rijksscenario merken de onderzoekers op:
"De kostencompensatieregeling compenseert voor de ETS2-kosten tot de hoogte van het benodigde CO2-tarief om het restemissiedoel te halen. In het rijksscenario worden de meerkosten voor groen gas tot en met 2030 gecompenseerd via lagere belastingen, maar na 2030 is er nog geen concreet beleid. (...) De resterende kosten voor CO2 na aftrek van de kostencompensatie vormt de netto-CO2-prijs, die de daadwerkelijke prijs per ton CO2-uitstoot voor de glastuinbouw representeert.
Het rijksscenario heeft een lagere netto-CO2-prijs. Dit komt doordat tuinders eerder geneigd zijn te investeren, omdat het model doorrekent tot en met 2040 en tuinders vooruitkijken naar kosten die later gemaakt worden. Het gevolg is dat bij een CO2-heffing van 53,15 euro/ton (zoals in het basisscenario) de sector het doel voorbijgaat. Aangezien het doel van de CO2-heffing is om de doelstelling te bereiken (en niet om daar voorbij te gaan), wordt er in het model een lagere netto- CO2-prijs bepaald voor het rijksscenario. De netto CO2-prijs in het rijksscenario is berekend op 10,10 euro/ton CO2. Bij een ETS2-prijs van 54,22 euro/ton (prognose vanuit het Rijk) is de benodigde compensatie daarmee 44,12 euro/ton in 2030."
Beleid voor compensatie ontbreekt na 2030
De onderzoekers plaatsen twee kanttekeningen. De eerste is dat door de verlaagde netto CO2-heffing de kosten voor tuinders pas vanaf ongeveer 2031 significant stijgen ten opzichte van 2025. Door een andere verdeling van de kosten in het rijksscenario (relatief lagere kosten voor 2031, relatief hogere kosten vanaf 2031) kan er sprake zijn van het tactisch uitstellen van investeringen totdat de kosten significant hoger worden in 2031. De onderzoekers vinden het lastig hier in hun model rekening mee te houden, maar wijzen erop dat een gevaar van uitstel van investeringen is dat het emissiedoel voor 2030 niet wordt gehaald. Iets waarover het kabinet juist zekerheid wil, door een voldoende hoge CO2-heffing in te voeren.
De tweede kanttekening gaat over het ontbreken van beleid voor compensatie na 2031. "Als dit beleid concreet wordt gemaakt, dan gaat de benodigde netto CO2-prijs dus omhoog richting 53,15 euro/ton uit het basisscenario. Er zal dus meer duidelijkheid moeten komen over het compensatiebeleid na 2030 om de modeluitkomst van 10,10 danwel 53,15 euro/ton valide te laten zijn."
Mocht er pas vanaf 1 januari 2029 sprake zijn van een kostencompensatieregeling, dan ontstaat een compensatietekort van 312 miljoen euro. Maximaal verlaagde energiebelastingtarieven lossen dit tekort niet op, rekenen de onderzoekers voor.
© PBL
Nog veel onzekerheden
Het huidige beleid inclusief besluiten die het kabinet dit voorjaar nam brengen de sector op het restemissiedoel van 4,3 megaton CO2-equivalenten in 2030, zo rekenen de onderzoekers voor bij bovenstaande afbeelding. De onderzoekers houden wel een flinke slag om de arm: het model kent veel gevoeligheden en kleine aanpassingen kunnen grote gevolgen hebben. Wegvallen van SDE++-subsidie vanaf 2027 kan grote gevolgen hebben, net als netcongestie en tuinders die wachten met investeren vanwege onzeker beleid of opschuiven van deadlines.
Het model houdt ook geen rekening met mogelijke marktuittreding van tuinders die de verhoogde lasten niet kunnen dragen. Berenschot en Kalavasta adviseren in ieder geval elke twee jaar het beleid te evalueren en waar nodig aan te passen.
Het Ministerie van Financiën liet ook onderzoek doen naar de effecten van beprijzing in de veehouderij en akkerbouw. Ook dat rapport is met de Eerste en Tweede Kamer gedeeld.
Bron: Ministerie van Financiën