Tholen - Tijdens de AIPH Industry Conference komt een belangrijk thema in de tuinbouw aan bod: de toekomst van teeltsubstraten. Onder leiding van Tim Briercliffe, secretaris-generaal van AIPH, brengt het panel verschillende Europese perspectieven samen over het reduceren van veengebruik, alternatieven en duurzaamheid.
"Toen ik voor het eerst in een tuincentrum in het VK werkte, stond de pallet met veenvrije zakken eenzaam in een hoek," herinnert Tim zich. "Nu is de discussie wereldwijd. We moeten wetenschap, duurzaamheid en perceptie in balans brengen."
© Elvira Oosterbaan | BPnieuws.nl
Van links naar rechts: Tim Briercliffe, Cecilia Luetgebrune, Jennifer Pheasey en Julia Ostrowski
VK: Op weg naar veenvrij, maar er zijn nog uitdagingen
Jennifer Pheasey, directeur Publieke Zaken bij de Horticultural Trades Association (HTA), legt uit dat het VK goed op weg is met de transitie. "De sector zet zich in voor een toekomst zonder veen," vertelt Jennifer. "Ongeveer 25% van de kwekers is al volledig veenvrij, en retailers zijn praktisch zover. Voor veel supermarkten is het een onderdeel van hun duurzaamheidsstrategie geworden."
Hoewel de vooruitgang ongelijkmatig is. "Onze enquête toont aan dat kwekers zo'n 30% veenvrij zijn qua volume. Alternatieven zijn niet eenvoudig te vervangen. Ze zijn complex, 20-30% duurder en vereisen een andere aanpak bij irrigatie en voeding. Consistente aanvoer en kwaliteit blijven grote uitdagingen."
HTA ondersteunt kwekers met workshops, technische kennisdeling, communicatie naar de consument en beleidsbeïnvloeding. "Consumenten moeten ook begrijpen dat deze producten zich anders gedragen," benadrukt Jennifer. "Het gaat niet alleen om het verbieden van veen, maar ook om het zorgen dat bedrijven met alternatieven succesvol kunnen zijn."
Duitsland: Strategie, geen wetgeving
Cecilia Luetgebrune, secretaris-generaal van Growing Media Europe (GME), geeft een duidelijke uitleg: "Er bestaat niet zoiets als een duurzaam teeltsubstraat. Je kunt vergelijken en zeggen dat de ene een lagere voetafdruk heeft, maar gelijkstellen van 'veenvrij' met 'duurzaam' is niet vanzelfsprekend."
Over de situatie in Duitsland vertelt Cecilia: "Duitsland heeft een veenverminderingsstrategie, maar het is geen wet. Het is een intentieverklaring. Het goede nieuws is dat het onderzoek naar nieuwe materialen heeft gestimuleerd, wat hard nodig is gezien de wereldwijde stijgende vraag. Op EU-niveau is er geen wetgeving die veen verbiedt. In landen zoals Spanje, waar de tuinbouw ervan afhankelijk is, ligt het idee zelfs niet op tafel."
Ze benadrukt dat de vraag naar teeltsubstraten alleen maar stijgt. "We hebben niet minder veen nodig. We hebben meer veen en meer alternatieven nodig. Zodra het werkt en veilig is, zullen we het gebruiken."
Zorgen voor duurzame alternatieven via certificering
Julia Ostrowski van Horticert introduceert hun certificeringssysteem voor veenalternatieven. "Ons doel is niet om veen te verbieden, maar om ervoor te zorgen dat alternatieven echt duurzaam zijn," zegt Julia. "Het systeem kijkt naar drie pijlers: duurzame teelt en verwerking van grondstoffen, volledige traceerbaarheid in de toeleveringsketen en broeikasgasberekening."
Ontwikkeld door middel van een vierjarige dialoog met meerdere belanghebbenden heeft Horticert al 18 certificaten uitgegeven in vijf landen, voor materialen zoals compost, schors, hout en kokossubstraten.
"Certificering kan helpen om de sector op één lijn te brengen, misvattingen - bijvoorbeeld rond kokosvezel - te verduidelijken en naleving van nationale en EU-regelgeving te ondersteunen," legt Julia uit. "Het gaat om het bevorderen van transparantie en continue verbetering."
"Teeltsubstraten zijn deel van de oplossing"
Cecilia benadrukt dat teeltsubstraten gevierd moeten worden, niet verguisd. "Een plant in een geschikt teeltsubstraat is goed nieuws voor de planeet," zegt ze. "Het heeft minder water, minder kunstmest en minder land nodig. Als je om klimaatverandering geeft, zou je fan moeten zijn van teeltsubstraten. Onze sector gebruikt slechts 0,1% van Europa's veengebieden, en wij zijn de enige industrie die ze herstelt. Maar we moeten de hele waardeketen in gedachten houden: een substraat met een lage voetafdruk is nutteloos als de kweker dan meer water en kunstmest nodig heeft om de plant in leven te houden."
Publieksperspectieven
Tijdens de V&A reflecteert een voormalig kweker uit het VK in het publiek op decennia van debat: "Aanvankelijk verzetten we ons tegen verandering, zeggende dat er meer veen werd verbrand voor energie dan gebruikt in de tuinbouw. Maar uiteindelijk werd er vooruitgang geboekt. Onrealistische doelstellingen stellen werkt niet. Het is beter om met de industrie te werken aan haalbare reducties. Veen is een echt probleem - op een dag zullen we terugkijken en inzien dat het fout was om erop te vertrouwen."
Een andere aanwezige merkt regionale verschillen op: "Hoe dichter je bij het VK komt, hoe groter het veenprobleem lijkt. Verder weg verdwijnt het."
Vooruitkijken
Het debat toont zowel vooruitgang als polarisatie. Terwijl het VK steeds dichter bij veenvrije retail komt, benadrukken Europese kwekers de noodzaak van pragmatisme, onderzoek en grondstoffenzekerheid.