Dat Nederland het klimaatdoel voor 2030 gaat halen wordt steeds onwaarschijnlijker. De kans is inmiddels minder dan 5 procent. Dat stelt het Planbureau voor de Leefomgeving in een nieuwe Klimaat- en Energieverkenning.
Ook specifiek over de landbouwsector is het PBL weinig positief. Ook hier is de kans op het halen van het doel minder dan 5 procent, ook als er wel extra beleid komt. De CO2-emissie in de glastuinbouw daalt wel, en gaat verder dalen, zeker als het tot een ETS2 opt-in komt. De kans dat de glastuinbouw het doel voor 2030 haalt, wordt ingeschat op 15 procent, en op 30 procent bij aanvullend beleid (lees opname glastuinbouw in ETS2).
Rode draad in het Klimaat- en Energieverkenning van het PBL is dat het aan concreet duurzaam Haags beleid ontbreekt. Een belangrijke onzekerheid voor de glastuinbouw betreft het effect van de opt-in ETS2, waarover in het voorjaar van 2026 meer duidelijkheid moet komen. Als het tot een opt-in ETS2 komt, betalen glastuinders vanaf 2027 tot een maximum van 42,5 euro per ton CO₂.
De raming van de uitstoot van de glastuinbouw blijft in het basispad waarmee het PBL rekent gelijk aan de KEV 2024: naar verwachting 5,8 [3,7-7,9] megaton CO2-equivalenten in 2030. Dit is een daling van 0,9 megaton CO2-equivalenten ten opzichte van de emissies in 2024.
Onzekerheden
Ook andere onzekerheden, die beleidsmatig minder relevant zijn, spelen een rol bij de door het PBL genoemde onzekerheid. Het gaat om de toekomstige ontwikkeling van het areaal glastuinbouw, de onzekerheid met betrekking tot WKK-inzet, met name op basis van toekomstige energieprijzen en ontwikkelingen op de energiemarkt en onzekerheid over het exacte energiegebruik en bijbehorende emissies bij de diverse teelten en productieprocessen.
Stijging emissie akkerbouw/veehouderij bij gebrek aan beleid
Tegenover een verwachte daling van de emissies in de glastuinbouw van bijna 1 megaton CO₂ staat mogelijk een stijging van de emissies in de akkerbouw en veehouderij. De winst die de glastuinbouwsector boekt dankzij aanvullend beleid en eigen inspanningen wordt weer teniet gedaan door stijging van emissies in de akkerbouw, veehouderij en ook de energiesector, constateert het PBL.
Glastuinbouw kan doel wél halen
De kans dat specifiek de glastuinbouw het doel van 2030 haalt (restemissie maximaal 4,3 megaton CO2-uitstoot) is er nog wel volgens het PBL, mits er 'voldoende maatregelen' genomen worden, zoals 'ruimschootse implementatie van warmtepompen.' Het vermogen van de kosten voor CO2-uitstoot heeft in ieder geval al effect op de haalbaarheid van het doel. De kans om het doel in 2030 te halen neemt significant toe van circa 15 procent naar circa 30 procent, becijfert het PBL. "Hoewel dit nog steeds een kleine kans is om de doelstelling voor 2030 te behalen met aanvullend beleid, laat dit resultaat zien dat CO2-kosten effect hebben en CO2-reductie stimuleren."
De emissies voor de glastuinbouw zullen na 2030 naar verwachting verder dalen, met name door minder inzet van aardgas voor WKK en meer inzet van hernieuwbare energie. De inzet van WKK's wordt opnieuw iets lager verwacht. Ook verwacht het PBL iets meer inzet van hernieuwbare energie, onder andere door een hogere inzet van warmtepompen dankzij SDE++-subsidie. Over geothermie is het PBL dan weer minder positief. De ontwikkeling gaat te traag. "Het doel om in 2040 een klimaatneutrale glastuinbouw te realiseren, is nog niet in beeld", constateert het PBL al bij al.
Andere onzekerheden
Andere grote onzekerheden voor realisatie van het klimaatdoel 2030 zijn de tijdige realisatie en omvang van CO2-opslagproject Aramis, de verduurzaming van Tata Steel, het productieniveau in de energie-intensieve industrie, de areaalontwikkeling van de glastuinbouw, stookgedrag van huishoudens, de ontwikkeling van energieprijzen, economische groei, investeringsgedrag van huishoudens, de toepassing van warmtekrachtkoppeling in de glastuinbouw, en het weer.