De Raad van State is kritisch op een in mei ingediend ontwerpbesluit dat het gebruik van alternatieven voor glyfosaat moet verplichten in bepaalde teelten.
Een van de aanleidingen van de regering voor dit ontwerpbesluit is de behoefte om een alternatief voor te kunnen schrijven voor het gebruik van glyfosaathoudende middelen. Het ontwerpbesluit bepaalt dat de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur een alternatief voor chemische gewasbeschermingsmiddelen kan verplichten. Deze ministeriƫle regeling moet aangeven op welke teelten en toepassingen de verplichting betrekking heeft, en welke voorwaarden er gelden. De alternatieven moeten aan bepaalde criteria voldoen. Zo moeten ze onder andere doeltreffend en betaalbaar zijn. Het verplicht voorschrijven van alternatieven moet bijdragen aan de bescherming van het milieu of de gezondheid van mens en dier.
Onduidelijk of doel kan worden bereikt
Op basis van EU-wetgeving moet Nederland alle nodige maatregelen nemen om te bevorderen dat er minder gewasbeschermingsmiddelen worden ingezet. Daarbij moet zij, als het mogelijk is, voorrang geven aan niet-chemische methoden. Het ontwerpbesluit gaat ervan uit dat er alternatieven zullen zijn die aan de criteria (o.a. doeltreffend en betaalbaar) voldoen, zodat het mogelijk wordt de verplichte toepassing van een niet-chemische methoden voor te schrijven. De toelichting onderbouwt dit echter onvoldoende. De Afdeling adviseert om alsnog te onderbouwen hoe het ontwerpbesluit effectief kan bijdragen aan het doel de inzet van gewasbeschermingsmiddelen terug te dringen. De bescherming van het milieu, en de gezondheid van mensen en dieren, zijn immers niet gebaat bij maatregelen waarvan nog onduidelijk is of zij in de praktijk kunnen worden toegepast.
Niveau van regelgeving
Het ontwerpbesluit schuift een aantal belangrijke keuzes door naar een lager niveau van regelgeving. Zo wordt de beslissing of, en zo ja, voor wie, de verplichting gaat gelden doorgeschoven naar het niveau van een ministeriƫle regeling. De Afdeling adviseert om dergelijke belangrijke elementen ten minste op het niveau van algemene maatregel van bestuur te regelen en het ontwerpbesluit na aanpassing opnieuw aan haar voor te leggen.
Conclusie
De Afdeling advisering heeft een aantal bezwaren bij het ontwerpbesluit en adviseert dit besluit niet te nemen, tenzij het is aangepast.
Lees hier de volledige tekst van de Raad van State