Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Kansen voor nieuwe bestrijders en technieken in ‘lastige’ teelten

In het project 'Biologische Gewasbescherming 2.0: Nieuwe Bestrijders en -technieken' zoeken onderzoekers van Wageningen UR, Business Unit Glastuinbouw, naar mogelijkheden voor biologische bestrijding in gewassen waar dit lastig is. Bijvoorbeeld omdat de temperatuur in de kas te laag is voor natuurlijke vijanden of omdat het gewas zelf niet aantrekkelijk is voor de bestrijders.

Roofmijt succesvol in planten met glad blad en dikke waslaag
Tot nu toe is kennis opgebouwd over spinnen als plaagbestrijders in kassen en er zijn diverse nieuwe bestrijders getest in laboratorium- en kasexperimenten. In het huidige tweede jaar van het onderzoek is het meest opvallende resultaat de prestatie van de roofmijt Isipheius degenerans. Deze roofmijt (zwarte stip) is al jaren op de markt, maar werd tot nu toe alleen (beperkt) gebruikt in de paprikateelt. Nu blijkt dat deze roofmijt zich goed kan vestigen in gewassen met gladde bladeren en dikke waslaag, zoals Phalaenopsis, Anthurium en Anjer. Alle andere roofmijten hebben hier moeite mee.

I. degenerans behoort tot de roofmijten van type IV, oftewel stuifmeeleters. Ze hebben een voorkeur voor stuifmeel, maar jagen ook op trips, spint en witte vlieg. Wanneer ze worden bijgevoerd met stuifmeel, bouwen ze hun populaties zeer snel op. Dit biedt de mogelijkheid om een strategie te ontwikkelen op basis van deze roofmijt.

Ontwikkelen microhabitat
Er wordt ook gewerkt aan de ontwikkeling van kunstmatige schuilplekken voor roofmijten zoals A. swirskii of A. montdorensis, om gewassen aantrekkelijker te maken en de populatiegroei te stimuleren. Zo worden twee verschillende strategieën ontwikkeld om roofmijten preventief te vestigen in gewassen waar de biologische bestrijding nog niet soepel verloopt.

Samenwerking en financiering
Dit project is een publiek-private samenwerking uitgevoerd door de Business unit Glastuinbouw van Wageningen University & Research en gefinancierd en gecoördineerd vanuit het innovatieprogramma Het Nieuwe Doen in Plantgezondheid van Kennis in je Kas (KijK). Het project is mede mogelijk gemaakt door de Gewascoöperatie Potorchidee, Gewascoöperatie Freesia, Divine Flowers, Biobest, Floralia, Gipmans Kruiden en telersvereniging Antogether.

Bron: Glastuinbouw Nederland

Gerelateerde artikelen → Zie meer