In een studie van de WUR is het potentieel onderzocht van het gebruik van een regenwaterbassin als kortetermijnenergiebuffer voor een kas met een warmtepomp als primair verwarmingssysteem. Er is volgens de studie geen reden om aan te nemen dat het gebruik van het bassin als koudebuffer de primaire functie van het bassin voor de gietwatervoorziening in de weg staat.
Wanneer het gietwater uit de bovenste laag van het bassin wordt onttrokken heeft het een zeer constante temperatuur van ongeveer 12 °C en is daarmee in de winter in de regel warmer dan gebruikelijk. Bovendien draagt het opwarmen van gietwater nauwelijks bij aan de warmtevraag van de kas. Als al het gietwater in de winter (zo'n 300 liter per m²) 7 graden zou moeten worden opgewarmd (van 12 naar 19°C) betekent dit 8.8 MJ/m² aan verwarming (ongeveer ¼ m³ aardgas equivalenten).
Concluderend kan volgens de onderzoekers worden gesteld dat het gebruik van een regenwaterbassin als kortetermijn-energiebuffer voor kassen die met een warmtepomp worden verwarmd goed past en helpt om het resterende gasverbruik vrijwel naar 0 terug te brengen.
Het handhaven van een minimaal waterniveau in het bassin laat het resterend gasverbruik duidelijk extra dalen (met gemiddeld 3 m³/m² jaar) met slechts een geringe hoeveelheid extra aanvullend water (gemiddeld 70 liter/m²).
De warmte-uitwisseling met de omgeving doordat het regenwaterbassin niet geïsoleerd is werkt op jaarbasis positief in plaats van negatief, maar het voordeel is met 0.5 m³/(m² jr) extra aardgasbesparing slechts klein. Het optimaliseren van de warmtepompcapaciteit, en niet het vergroten van het bassin, is het meest bepalend in het ontwerp van een op een warmtepomp gebaseerd verwarmingssysteem voor een fossielvrije teelt.
Lees hier het onderzoeksrapport