Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Onderzoek beschermt bestuivers tegen schadelijke stoffen

Enkele jaren geleden kocht Chris Wilson een bakje viooltjes in een tuincentrum en zag op het etiket dat de bloemen behandeld waren met insecticiden.

"Ik dacht toen: 'Maar bijen kunnen geen etiketten lezen,'" vertelt Wilson, interim-voorzitter van de UF/IFAS-afdeling Bodem, Water en Ecosysteemwetenschappen.

© Tyler Jones, UF/IFASPromovendus Vanesa Rostán zuigt nectar uit een lantana-bloem met een pipet

Die gedachte leidde tot zijn huidige onderzoeksproject, dat hij samen uitvoert met zijn vrouw, professor Sandra Wilson van de UF/IFAS-afdeling Milieuhorticultuur. Met Chris' expertise in milieukunde en toxicologie, en Sandra's kennis van plantfysiologie en tuinbouw, besloten ze te onderzoeken hoe gewasbeschermingsmiddelen planten en bestuivers beïnvloedt.

Met een subsidie van €715.000 van het USDA National Institute of Food and Agriculture willen de Wilsons de blootstelling van bestuivers aan schadelijke concentraties insecticiden beperken. Deze middelen worden veel gebruikt in de sierteeltsector.

Bestuivers zoals bijen, vlinders en kolibries zijn afhankelijk van bloeiende planten voor nectar en stuifmeel. Maar die voedselbronnen kunnen besmet raken met middelen die bedoeld zijn om de planten te beschermen tegen plagen en ziektes. Inname of contact met zulke middelen kan bij insecten leiden tot gedragsveranderingen zoals desoriëntatie, trillingen en verminderde voortplanting — en in sommige gevallen zelfs de dood.

© Tyler Jones, UF/IFASVanesa Rostán

"Door bloeiende sierplanten te planten, proberen we bestuivers te helpen, maar we kunnen hen daarbij onbedoeld ook schaden," zegt Sandra Wilson.

Een belangrijk doel van het onderzoek is om te begrijpen hoe keuzes in gebruik van gewasbeschermingsmiddelen de besmetting van nectar en stuifmeel beïnvloeden. Uiteindelijk willen de onderzoekers richtlijnen ontwikkelen voor telers, zodat planten met een mogelijk risico voor bestuivers minder snel in de handel komen.

"Met dit onderzoek hopen we een balans te vinden tussen het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de potplantenteelt en het beschermen van bestuivers," zegt promovenda Vanesa Rostán, die aan het project werkt bij de UF/IFAS-afdeling Bodem, Water en Ecosysteemwetenschappen.

In een eerste proef werd gekeken naar thiamethoxam, een systemisch insecticide met een breed werkingsspectrum. Uit metingen in de nectar van Indigo Spires-salvia bleek dat methode, hoeveelheid en timing van de toepassing grote invloed hebben op de concentraties.

Lagedosisbehandelingen leverden opvallende resultaten op. Bij planten die nog niet bloeiden, leidde het doorweken van de grond met het middel tot 117 keer hogere concentraties dan bij besproeiing. Bij bloeiende planten was die verhouding 55 keer hoger bij doorweking dan bij besproeien.

© Tyler Jones, UF/IFASSandra Wilson, Vanesa Rostán en Chris Wilson

"Ik verwachtte juist dat sproeien tot hogere concentraties zou leiden, omdat het middel dan direct op de bloemen komt," zegt Chris Wilson. "Maar het doorweken zorgde voor veel hogere waarden. Dat was voor mij echt een eyeopener."

In een tweede, nog niet gepubliceerd onderzoek, bekeken de Wilsons de effecten van thiamethoxam op nectar van lantana-bloemen. Hieruit bleek dat sproeien meestal niet tot meetbare concentraties leidde, terwijl doorweking wel tot steeds hogere waarden leidde naarmate de dosering toenam en de bloemen rijpten.

"De afwezigheid van detecteerbaar pesticide na sproeien was verrassend," zegt Mia Cabrera, afgestudeerd student milieuhorticultuur en betrokken bij het project. "Maar het kan zijn dat de houtachtige structuur van de lantana-bladeren opname verhindert."

Naast het publiceren van hun bevindingen, willen de Wilsons en hun studenten de resultaten ook delen met telers via workshops en informatieve video's. Hun uiteindelijke doel is om samen met de sierteeltsector best practices te ontwikkelen voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en het beschermen van bestuivers.

Publicatiedatum:

Gerelateerde artikelen → Zie meer