In Pieters perspectief geeft Royal FloraHolland het woord aan CEO Pieter Bootsma, waarbij hij zijn perspectief op de afgelopen maand deelt.
© Royal FloraHolland
Goede resultaten, sterke inzet
Ze zeggen wel eens: "mei niet te koud en niet te nat, vult de schuur en ook het vat." Dat gold ook voor ons. Dankzij de Nederlandse én Franse Moederdag in combinatie met het gunstige weer zagen we in mei een flinke volumestijging. Onze logistieke collega's hebben in deze drukke periode fantastisch werk geleverd om alles in goede banen te leiden. Om ze een handje te helpen sprongen daarnaast ook veel collega's van kantoor bij als piekhulpen in de logistiek – ikzelf ook. Deze inzet is niet alleen nuttig, maar ook leerzaam én verbindend. Dank aan eenieder hiervoor.
Tijdens de piekperiode hebben we bovendien maatregelen genomen zoals vroegveildagen en flexibele tijdvakken voor leveringen. Die aanpassingen hielpen ons om de dienstverlening betrouwbaar en voorspelbaar te houden – juist op de drukste momenten.
In mei kwamen ook de resultaten van RFH over april beschikbaar, en die geven vertrouwen voor de rest van het jaar. De omzet was sterk en dankzij strakke kostenbeheersing kwam het resultaat boven budget uit. Een mooie bevestiging dat focus en samenwerking echt hun vruchten afwerpen.
Kritiek en transparantie in de media
De piekperiode is traditioneel gezien vaak ook een moment waarbij onze sector extra onder de loep wordt genomen. Er was met name in mei veel negatieve berichtgeving over gewasbeschermingsmiddelen in de sierteelt, met vaak onjuiste conclusies en feiten. Terwijl de consument, die onze mooie bloemen en planten blijft kopen, nauwelijks aan bod komt. Daarbij zijn de genoemde onderzoeken van methode tot validatie weinig betrouwbaar.
Dat blijkt ook uit een recentelijk nieuwsartikel in het Leidsch Dagblad over een van onze leden, Van der Slot, waarbij door een Haarlemse politieke partij ten onrechte de suggestie werd gewekt dat er chemische middelen werden gebruikt. Royal FloraHolland heeft daarom met Moederdag een proactieve rol gepakt: door het delen van een feitelijk persbericht over de aanzienlijke daling van het gebruik van deze middelen (35% in 10 jaar) – en dan met name de meest schadelijke soorten (78%) – dragen we bij aan een feitelijk juister beeld van de sector.
Onze kwekers wil ik vooral oproepen om te zorgen voor gezamenlijke data, zoals vanuit certificering, naast onberispelijk ondernemersgedrag. Reputatie bestaat namelijk voor 80% uit gedrag. Een intensieve samenwerking met andere partijen in de sector is daarnaast cruciaal om zo op het juiste moment met de juiste verhalen en data naar buiten te komen. Ook experts en wetenschappers spelen daarin een belangrijke rol. Hun inzichten helpen om de beeldvorming verder in perspectief te plaatsen. Ook gaan we in gesprek met de partijen die wetenschappelijke onderzoeken doen, zoals Wageningen University & Research die momenteel onderzoek doet naar hoe goed bloemen en planten zijn voor ons welzijn. Tenslotte is de opbouw van een eigen residumonitoring binnen de sector daarbij een hele belangrijke stap voor de toekomst.
Samenwerken aan de toekomst van de sector
De maand mei stond voor mij ook in het teken van het versterken van samenwerkingsverbanden in de sector. Ik sprak onder meer met Adri Bom-Lemstra en Ruud Paauwe van Glastuinbouw Nederland, met Mark Jan Terwindt van Royal Anthos en Hester Maij, algemeen voorzitter van de KAVB. Met Hester besprak ik onder andere de gezamenlijke inzet en tijdslijnen in de transitie van de bloembollensector. Waardevolle gesprekken, het blijft cruciaal om samen sectorbreed te blijven optrekken.
Ook was er in mei aandacht voor de toekomstige positionering van Plants & Flowers Foundation Holland (voorheen Bloemenbureau Holland), juist omdat proactieve sectorcommunicatie nu zo cruciaal is. Hier had ik meerdere afspraken over, inclusief het jaar-event van Plants & Flowers Foundation Holland in Aalsmeer. In het kader van publiek-private samenwerking (PPS) had ik ook een kennismaking met Meindert Stolk, Gedeputeerde van de Provincie Zuid-Holland die de sector een warm hart toedraagt. Tot slot was er een werkbezoek van Minister van Justitie en Veiligheid David van Weel, in het kader van Weerbare Sierteelt. Deze ontmoetingen laten zien dat samenwerking op inhoud en imago essentieel blijft – binnen én buiten de sector.
Focus op strategie en coöperatie
De afgelopen maanden hebben we stap voor stap gewerkt aan de verdere uitwerking van onze strategie. Daarbij lag de focus op vier samenhangende thema's: de invulling van Strategie 2030, het investeringsplan voor ons vastgoedportfolio, de financiering van deze investeringen en ten slotte in samenwerking met onze leden het versterken van de coöperatie.
Tot en met april hebben we vooral veel aandacht besteed aan de eerste drie onderwerpen, die nauw samenhangen met onze ambities voor de toekomst en de benodigde middelen om die te realiseren. De komende periode verschuift de aandacht naar het vierde thema: de doorontwikkeling van het coöperatiemodel. Denk hierbij aan bindingsvormen, ledenpakketten, tariefstructuren en de toekomst van de volumevoordeelkorting. Als coöperatie hebben onze leden rechten en plichten. We zijn hierover in gesprek met de RvC en de klankbordgroep van de ledenraad, met als doel om in de ledenraad van 19 juni de eerste contouren van de ontwikkelrichting te kunnen schetsen. Ik kijk uit naar de verdere dialoog.
Bron: Royal FloraHolland
