Wereldwijd zijn datacenters in opmars om aan de groeiende vraag naar computercapaciteit te voldoen. Datacenters vreten energie, maar leveren ook restwarmte, die soms nuttig gebruikt kan worden in kassen. Een nieuw rapport met de titel "Where Cloud Meets Cement: A Case Study Analysis of Data Center Development" focust niet op het belang voor de glastuinbouw, maar onthult de complexe en vaak controversiële realiteit achter de snelle wereldwijde uitbreiding van datacenters – de fysieke ruggengraat van kunstmatige intelligentie en cloudcomputing. Ook in Nederland kwam er al vaker kritiek op de komst van datacenters, onder meer op Agriport.
De vijf maanden durende onderzoeksstudie, gepubliceerd door The Maybe, onderzocht hyperscale datacenters in Chili, de Verenigde Staten, Nederland (Zeewolde), Mexico en Zuid-Afrika. Door middel van diepgaande casestudy's, interviews en veldonderzoek brengt het rapport kritische zorgen aan het licht over milieudegradatie, ondoorzichtige overheidsdeals en het voorbij gaan aan de belangen van lokale gemeenschappen.
"Datacenters worden op de markt gebracht als motoren van innovatie en lokale economische groei, maar ons onderzoek laat een ander beeld zien – een beeld waarin gemeenschappen in het ongewisse worden gelaten, ecosystemen onder druk staan en overheden vaak prioriteit geven aan prikkels voor bedrijven boven het algemeen belang", aldus Hanna Barkat, een van de hoofdauteurs van het rapport.