Met ingang van 1 januari 2025 treedt in België nieuwe regelgeving in werking die directe gevolgen heeft voor bedrijven met een kredietverzekering. Waar het tot nu toe mogelijk was om btw terug te vorderen na een faillissement van een klant, komt daar binnenkort een einde aan. Deze wijziging heeft impact op zowel Belgische bedrijven als op Nederlandse hoofdverzekerden met Belgische vestigingen onder een groepspolis.
De essentie van de wijziging is dat btw-teruggave enkel nog mogelijk blijft voor het deel van een onbetaalde vordering dat niet is vergoed door de kredietverzekeraar. Zodra een kredietverzekeraar (gedeeltelijk) een schadevergoeding uitbetaalt, beschouwt de Belgische fiscus dit als een betaling door een derde partij. Hierdoor komt het vergoede bedrag niet langer in aanmerking voor een verlaging van de btw. Ook voor kredietverzekeraars verandert er iets fundamenteels. Zij kunnen voortaan geen btw meer terugvorderen over vergoede bedragen, zelfs niet als zij via subrogatie in de rechten van de verzekerde zijn getreden. De nieuwe regels zijn van toepassing op alle verzoeken tot btw-teruggave die vanaf 1 januari 2025 worden ingediend bij de Belgische fiscus.
Gevolgen beperken
Om de gevolgen van deze wetswijziging te beperken, kunnen Belgische verzekerden, en Nederlandse hoofdverzekerden met Belgische dekking, ervoor kiezen om hun kredietverzekering uit te breiden met een dekking inclusief btw. In dat geval wordt de omzet voortaan inclusief btw opgegeven en is ook het btw-bedrag verzekerd. Voor Belgische bedrijven kan dit direct via de eigen polis geregeld worden. Aanvullende wijzigingen aan de polis zijn in dat geval niet nodig.
Bron: Xolv