Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Nieuw jaar met nieuwe blik op groene energie

Met een jaar erbij lijken de buitenissig hoge energieprijzen van 2022 weer wat verder te verglijden in het collectieve geheugen. Volgens Boerenbond liggen ook in het nieuwe normaal de energieprijzen nog altijd een niveau hoger dan voorheen. Die nieuwe realiteit maakt dat er ook met een andere blik naar de productie van groene energie kan en moet gekeken worden. En daarbij mag gerust een taboe of twee sneuvelen.

Ondernemen is vooruitzien, en dat de Vlaamse land- en tuinbouwers ondernemers zijn mag blijken uit de grote opkomst tijdens demodagen rond groene energie die Boerenbond op tal van locaties in Vlaanderen organiseerde (en nog zal organiseren). Zo kwamen op de demodag in Assenede maar liefst 130 geïnteresseerden langs. Vaststaat dat land- en tuinbouwers meer dan ooit bezig zijn met hun energievraagstuk. Laurens Vandelannoote is de consulent Energie en Klimaat bij Boerenbond en vertelt er meer over.

Vaar beter met een digitale meter
Heeft men een terugdraaiende of een digitale teller op het bedrijf? Met het verplicht verdwijnen van de terugdraaiende teller is de vastberadenheid van heel wat particuliere en zakelijke consumenten om zich zo lang mogelijk aan de analoge teller vast te klampen begrijpelijk. Maar deze liefde maakt blind. Ten eerste worden analoge tellers steeds hoger belast (netkosten, taksen), zodat het financiële voordeel ten opzichte van een digitale teller steeds kleiner of zelfs een nadeel wordt. 2024 zet die trend verder. Dat die afweging amper gebeurt, heeft te maken met het tweede probleem. Een terugdraaiende teller is bij velen met eigen energieproductie een mysterieuze ‘black box.’ Hoeveel elektriciteit haal je wanneer van het net?

Hoeveel elektriciteit van de eigen productie gebruikt men zelf en hoeveel zet men terug op het net? Het zijn vragen waar veel eigenaars van een terugdraaiende teller in combinatie met bijvoorbeeld zonnepanelen geen antwoord op hebben. Dat is helemaal anders bij een digitale teller. “Het zal ongetwijfeld tegen het buikgevoel van een aantal mensen ingaan, maar iedere boer heeft baat bij een digitale meter”, is de vaste overtuiging van Laurens Vandelannoote. Een digitale meter aanvragen is gratis, en via Fluvius kan je heel makkelijk de kwartierwaarden opvragen. Op die manier krijgt men een veel gedetailleerder zicht op het eigen energieprofiel, ook binnen één dag. Onontbeerlijke kennis voor wie onderbouwd beslissingen wil nemen.

Gunstige terugverdientijden
Een logische reflex bij het maken van investeringen is berekenen wanneer deze zich terugverdienen. Voor een aantal technieken maakt dit de opportuniteit onmiddellijk duidelijk. Zo loont het bijna altijd om lampen die meer dan twee uur per dag branden te vervangen door ledvarianten. Voor melkveehouders zijn voorkoelers, en warmterecuperatie op het koelen van de melk investeringen die je quasi-blind kan doen. Ook een frequentiesturing (op de vacuümpomp) is zelfs in pessimistische scenario’s bijna altijd binnen de vijf jaar terugverdiend. “Deze investeringen waren vroeger al rendabel, en ze zijn er anno 2024 alleen maar zinvoller op geworden. Als je energie kan besparen via deze technieken, moet je dit gewoon doen”, meent Laurens. Deze investeringen moeten ook altijd voorrang krijgen op het zelf produceren van groene energie.

Meer dan alleen terugverdientijd
Hoewel de terugverdientijd een logisch instrument is om een potentiële investering mee te beoordelen, zijn er ook andere manieren. Zo investeren heel veel boeren in tractoren, zonder te berekenen wanneer deze zichzelf terugverdienen. Anderzijds kunnen investeringen op zich wel rendabel zijn, maar weinig impact hebben op het totale energievraagstuk. Een alternatieve benadering is om te werken met de levenscycluskost van een investering. Als men de investeringskost en onderhoudskost verspreidt over de totale verwachte levensduur, zit men dan aan een energiekost die hoger of lager is dan de totale prijs die men voor elektriciteit aan het net betaalt?

Voordeel van te werken met een levenscycluskost is dat deze wat losstaat van plotse pieken of dalen in de elektriciteitsprijs. Dit perspectief maakt ook dat men een andere blik krijgt op grote investeringen. Investeringen in zonnepanelen, een pocketvergister, windmolen of batterijsysteem lopen bijna altijd in de tienduizenden euro’s, en kennen soms een lange terugverdientijd. Dat maakt investeringen op het eerste gezicht een harde dobber, maar als het ervoor zorgt dat men elektriciteitskost voor een lange periode gekend en onder de te verwachten marktprijs ligt, maakt dit het wellicht vlugger aanvaardbaar dan als men louter naar de terugverdientijd zou kijken.

“Zeker voor bedrijven uit sectoren die de middelen hebben om te investeren, maar dit bijvoorbeeld niet kunnen door de huidige vergunningenimpasse, is het geen slecht idee om te investeren in energieproductie. Je investeert in iets wat op termijn helemaal van jou wordt en je klikt je energiekost als het ware vast, zodat je in een slecht jaar niet kopje onder gaat bij een eventuele nieuwe prijspiek”, legt Laurens deze manier van denken uit. Ook de zekerheid dat men onafhankelijker wordt van een net dat kan uitvallen of niet altijd een even goede spanning geeft voor de aanwezige elektronica, geeft rust. Last but not least helpt eigen energieproductie om het klimaatimpact te reduceren, wat in de toekomst alleen maar belangrijker zal worden.

Dat is evenwel geen vrijbrief om blind geld uit te geven. Alleen de zon schijnt voor niets, maar de investeringskosten voor zonnepanelen tellen wel degelijk mee in de kostprijs van zonne-energie. Ook bij het gebruik van batterijen maakt men telkens verdoken (boekhoudkundige) kosten die men dichter brengen bij het maken van een nieuwe investering. Al blijft er op het einde meestal wel een restwaarde. Het is zaak om voor het eigen bedrijf alles goed in kaart te brengen en voor zichzelf te beslissen met welke energieprijs men kan leven.

Lees hier het hele verslag bij Boerenbond.

Publicatiedatum: