Op 10, 11 en 12 december komt de Europese Landbouw- en Visserijraad weer bijeen in Brussel. Namens Nederland schuift minister Adema van LNV aan. Hij geeft de Tweede Kamer een update en is onder meer kritisch op EU-plannen die tot een administratieve lastenverzwaring in de veredeling kunnen leiden.
Uit de update van de minister blijkt dat er voor 'een compromistekst' over de fel bediscussieerde nieuwe genomische technieken nog geen 'gekwalificeerde meerderheid' is. Ook wijst de minister op afwijzing van de verordening Duurzaam gebruik gewasbeschermingsmiddelen (SUR). Onduidelijk is wat er nu precies gaat gebeuren met het voorstel.
Het zorgenpunt van de lastenverzwaring in de veredeling komt voort uit een voorstel voor een Verordening plantaardig uitgangsmateriaal. Die is op 5 juli gepubliceerd. Tijdens de besprekingen is gebleken dat lidstaten nog veel vragen en onduidelijkheden hebben aangaande het voorstel, schrijft de minister. Nederland heeft die ook.
'Ernstige bedreiging bedrijfsmodel Europese zaadbedrijven'
Voor Nederland is het huidige systeem 'goed' en worden in het voorstel 'enkele sterke punten overgenomen en onduidelijkheden
weggenomen.' Adema schrijft: "Wat betreft import van zaden ziet Nederland geen noodzaak om de bestaande regels aan te passen. Momenteel valt de import niet onder de regels voor marketing. Met het nieuwe voorstel zou dit wel het geval zijn. Hierdoor zou geïmporteerd zaad op het moment van import reeds moeten voldoen aan alle Europese regels.
Momenteel vinden na import echter allerlei handelingen en verwerking plaats (schonen, sorteren, pilleren, verpakken, kiemproeven) met speciaal ontwikkelde apparatuur die een groot deel van de waarde toevoegen. In het voorstel van de Commissie staat dat deze handelingen in de landen van herkomst plaats moeten vinden. Dit is fysiek en financieel niet mogelijk en zou niet alleen het bedrijfsmodel van Europese zaadbedrijven ernstig bedreigen, maar ook de beschikbaarheid van zaden voor de telers binnen Europa."
Een ander punt van zorg is het voorstel om verplicht cultuur- en
gebruikswaardeonderzoek naar duurzame eigenschappen te gaan doen bij groente en fruitrassen. Dit resulteert in een administratieve lastenverzwaring die naar verwachting zal leiden tot een afname van nieuwe groente- en fruitrassen, door met name het midden- en kleinbedrijf, dat deze lasten niet kan opbrengen. Het is 'discutabel', zo schrijft Adema, 'in hoeverre dit zal leiden tot een verduurzaming bij nieuwe rassen aangezien er zonder deze verscherpte regelgeving ook door het bedrijfsleven veel wordt ingezet op het veredelen op duurzaamheidsaspecten, zoals bijvoorbeeld in de Kennis- en Innovatieagenda voor Tuinbouw en Uitgangsmateriaal en het project PlantXR.'