Een ondernemer met een caravanstalling in een tuinbouwkas wilde die kas uitbreiden, maar kreeg geen toestemming van de gemeente Rotterdam. Een rechtszaak volgde. Afgelopen week heeft de ondernemer gelijk gekregen. De Rechtbank Rotterdam vindt dat de gemeente niet goed duidelijk heeft gemaakt waarom geen vergunning is verleend. Het betekent nog niet dat de kas er dus ook mag komen.
De caravanondernemers beroepen zich onder meer op het gelijkheidsbeginsel na de afwijzing in 2020 (de tweede, na eerder in 2018, waarna het plan werd aangepast). Daarbij wijzen zij op een nabijgelegen caravanstalling van 1 hectare waarmee de gemeente wel instemde. Het verschil daarbij is dat het om een bestaande kas gaat. Dat maakt het anders dan de bouw van een kas voor caravanstalling, is de rechtbank het met de gemeente eens.
Nieuwbouw mag niet
De gemeente wijst op provinciaal beleid om de vergunningsaanvraag te weigeren. Afwijken van dat beleid mag wel, mits met onderbouwing. De rechtbank wijst erop dat de gemeente dat niet heeft geprobeerd, terwijl men zelf geen ruimtelijke bezwaren had tegen vergunningsverlening.
Uiteindelijk constateert de rechtbank dat de kas van 6000 vierkante meter buiten een concentratiegebied ligt en dat nieuwbouw (2000 vierkante meter) er niet mag, zeker niet voor caravanstalling.
De rechtbank vindt wel dat de caravanondernemers een schadevergoeding moeten krijgen omdat duidelijkheid te lang op zich liet wachten na het beroep in 2020. Ook krijgen zij proceskosten vergoed.
De rechtbank vraagt de gemeente bij de uitspraak op 15 mei niet om alsnog met een betere motivering te komen of met een ander besluit, een zogenoemde bestuurlijke lus. "Dit omdat te verwachten is dat het onderzoek dat nodig is om het gebrek te herstellen, inclusief een eventueel verzoek aan gedeputeerde staten om een verklaring van geen bedenkingen, lang kan duren en te onzeker is wanneer dat kan worden afgerond."