"Stof is niet gaan liggen na stikstofakkoord België"

Op vrijdag 10 maart kondigde de Vlaamse regering onverwacht aan dat er toch een nieuw stikstofakkoord werd gesloten.
Het Krokusakkoord, dat dateert van maart 2022, veroorzaakte heel wat deining in de Vlaamse landbouwsector. Het zou immers een sociaal-economisch bloedbad betekenen en was juridisch niet robuust.

Dat bleek duidelijk toen tijdens het openbaar onderzoek meer dan 20.000 bezwaarschriften werden ingediend van binnen en buiten de landbouwsector. Maar daar bleef het niet bij, zo deelt belangenbehartiger Boerenbond in onderstaande update waarin  men stilstaat bij de gevolgen van het akkoord en haar eigen bijdrage.

Boerenbond reikte naar eigen zeggen 'de hand aan het beleid en formuleerde zelf een sterk pakket aan oplossingen voor het stikstofprobleem.' Het niet beschouwen van de kritische depositiewaarde als een harde doelstelling, rekening houden met de demografische evolutie in de landbouwsector en maximale ondersteuning voor de voedselproducenten van morgen vormden de basis van die oplossingsrichtingen.

Witte rook
Diverse acties van Boerenbond en vergeefse landingspogingen van de Vlaamse regering maakten dat een akkoord onwaarschijnlijker  leek. Tot er op vrijdagnamiddag 10 maart dan toch witte rook kwam. Op de inhoud van het akkoord was het nog wachten, maar nu is er meer duidelijkheid. Het Krokusakkoord van 2022 werd op diverse punten bijgestuurd. Ondanks deze aanpassingen is dit stikstofakkoord een klap voor menig landbouwer, waarbij inspanningen van de hele sector worden gevraagd.

Kritische depositiewaarde
De kritische depositiewaarde (KDW) is de maximale hoeveelheid stikstof die de natuur kan verdragen. Boerenbond heeft ervoor gepleit om deze niet als harde grens te gebruiken, maar eerder als streefdoel. Een vraag die logisch is als je weet dat bijvoorbeeld in het Turnhouts Vennengebied de KDW-doelstelling niet kan gehaald worden als alle dieren uit het gebied weggehaald worden.

“In het Stikstofdecreet zal niet worden verankerd dat stikstof zodanig dient te worden teruggedrongen dat de KDW tegen 2045 overal in Vlaanderen zal worden bereikt. Enkel de reducerende maatregelen die uit het plan voortvloeien worden erin opgenomen”, zegt Katrien Van Herck.

Boerenbond is tevreden over het feit dat er een versnelling hoger wordt geschakeld voor wat de erkenning van nieuwe 'emissie-reducerende' maatregelen en technieken betreft, waarop de sector wacht. “De aanpassingen in de procedure zullen hopelijk leiden tot een snellere erkenning van nieuwe maatregelen en technieken. Er zal ook worden samengewerkt met Nederland, en in het bijzonder met Wageningen. Dat moet toelaten om in Nederland erkende en wetenschappelijk onderbouwde maatregelen en technieken ook in België aan de ER-lijst (lijst van emissie-reducerende technieken en maatregelen) toe te voegen. Er komt ook een kader voor proefvergunningen.”

Piekbelasters
Voor wat de piekbelasters betreft, wordt afgestapt van de ‘gesloten’ lijst van 41 piekbelasters. Er zal nu worden gewerkt met decretale criteria en niet meer met een gesloten lijst. Bedrijven die gedurende 2 van de 3 laatste jaar een impactscore hebben van gelijk of hoger dan 50% kunnen als piekbelaster worden aangeduid. Daarbij worden de zoekzones waarop piekbelasters een impact hebben tegen 2026 weggewerkt. Bedrijven die vandaag op de lijst staan, zijn op basis van deze criteria mogelijk geen piekbelaster meer. Anderzijds heeft deze methodiek als nadeel dat er nieuwe piekbelasters kunnen komen.

“Bovendien krijgen we nu twee categorieën van bedrijven: enerzijds de herbevestigde piekbelasters en anderzijds de nieuwe piekbelasters. Positief is dat de piekbelasters pas moeten stoppen bij het aflopen van hun vergunning en uiterlijk in 2030 in plaats van in 2025. Er komt ook een grotere vergoeding in vergelijking met het voorlopige akkoord. De nieuwe piekbelasters hebben nog de mogelijkheid om hun emissies te verminderen en hun impactscore te verlagen tot beneden de 50%. Maar de herbevestigde piekbelasters hebben die mogelijkheid niet. Dit is dus een onevenwicht.”

Vergunningverlening
Voor vergunningverlening zonder stijging van emissies zal een passende beoordeling moeten worden opgemaakt voor bedrijven met een impactscore hoger dan 0,025%. Er wordt daarbij wel verduidelijkt dat een gunstige passende beoordeling ook mogelijk is voor zover de aanvraag conform is met de generieke maatregelen. Voor vergunningverlening met een stijging van emissies (uitbreidingen) dient rekening te worden gehouden met twee drempels. In eerste instantie de voortoetsdrempel van 0,025%. Bedrijven met een impactscore boven deze drempel, dienen een passende beoordeling op te maken. Deze passende beoordeling kan enkel gunstig zijn indien de stijging van emissies de gebied specifieke neerwaartse depositietrend niet in het gedrang brengt.

Er is ook een tweede drempel, zijnde de variabele onvergunbaar-heidsdrempel, die momenteel 0,028% bedraagt en die in de loop der jaren kan stijgen tot maximaal 0,8%. Bedrijven met een impactscore boven deze drempel kunnen niet stijgen in emissies, ook niet met een passende beoordeling. Dit beoordelingskader biedt dus weinig perspectief voor bedrijven die willen evolueren. Cruciaal is dan ook de politieke afspraak die hieromtrent werd gemaakt. Vanaf 1 januari 2025 zou de variabele onvergunbaarheidsdrempel voor landbouw worden geschrapt. Ook zou ‘extern salderen’ mogelijk worden. 

Voor meer informatie:
Boerenbond
Diestsevest 40
3000 Leuven, België
Tel: +32 (0)16 28 66 06
advies@boerenbond.be 
www.boerenbond.be


Publicatiedatum:



Ook onze nieuwsbrief ontvangen? | Klik hier


Ander nieuws uit deze sector:


Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.