"India is hét land voor een duurzame samenwerking met Nederlands tuinbouwcluster"

De noodzaak tot innovatie en hervorming van de huidige Indiase landbouw, afgezet tegen de grote groeiende middenklasse in India, die veilig, vers en lokaal geteelde fruit en groenten eist, biedt grote kansen voor het Nederlandse tuinbouwcluster. Tel daarbij de enorme buitenlandse investeringen in India in agri-foodtechnologie, en de duurzaamheids-ambities van de Indiase overheid op. Dan wordt al snel duidelijk dat India hét land is voor een duurzame wederkerige samenwerking met Nederlandse (tuinbouw)kennis en technologie-providers.

Dat vindt ervaringsdeskundige Desh Ramnath, werkzaam als Director India voor Dutch Greenhouse Delta. Hij beschrijft de ontwikkeling van India, de marktkansen en vertelt over de meerjarige publiek-private samenwerking ‘PIB NLHortiRoad2India,’ die hij afgelopen jaar met InnovationQuarter, Rotterdam Partners, de Nederlandse overheid en negen Nederlandse innovatieve bedrijven startte.

Land- en tuinbouwsector in India 
India is na koploper China de grootste voedselproducent ter wereld. Ongeveer de helft van de mensen in India werkt in de landbouw, dat zijn maar liefst 600 miljoen Indiërs. Toch is het aandeel van de sector in het nationale BBP met 19% gering.

‘’De landbouw in India kent een aantal grote uitdagingen’’ legt Ramnath uit; ‘’Het is verantwoordelijk voor een groot deel van de verbranding van bio-afval bij de seizoenswisseling; het zorgt voor veel ontbossing en het gebruikt meer dan 70% van het verse water, wat onder andere tot effect heeft dat er enerzijds veel water tekort is en anderzijds veel overstromingen plaatsvinden door bodemerosie. De toenemende luchtvervuiling kan vervolgens niet worden opgevangen door verlies aan bomen. De Indiase boeren behoren tot de armste mensen van India. De landbouw is niet winstgevend en kinderen willen het bedrijf van hun ouders, dan ook niet overnemen. Bijna in heel India wordt geteeld op open velden; minder dan een procent wordt door overkapping (polyhouses) beschermd tegen weersinvloeden.’’ 

‘’Naast deze grote groep Indiase boeren, bestaat India uit een groeiende middenklasse, van jonge mensen die vaak in het buitenland gestudeerd hebben. Zo’n 70% van de inwoners is onder de 45 jaar, heeft zich ontwikkeld en heeft een andere notie van voeding. Zij eisen veilig, vers en lokaal geteelde fruit en groenten, zonder pesticiden, want zij weten dat in agri-sector in India teveel pesticiden in voedsel zit en dat mensen daar ziek van worden. De productie en consumptie van vers, gezond en betaalbaar voedsel in combinatie met een toegankelijke en gezonde levensstijl is dus één van de belangrijkste pijlers voor de toekomst van India. Dit alles wijst op een noodzaak voor innovatie en hervorming in de Indiase tuinbouwsector. Daar komt bij dat de vraag naar duurzaam geteeld voedsel uit India vanuit omliggende landen, toeneemt. De VAE heeft aangegeven dat ze 70% van hun voedsel uit India willen importeren. Ook Singapore, Thailand, Maleisië, en landen in Zuid-Oost Azië, waar veel handelsverdragen mee zijn, zullen meer voedsel uit India gaan importeren.’’

India ’s ambities o.g.v. duurzaamheid
Door de enorme jaarlijkse bevolkingsgroei van India neemt de voedselvraag in India toe. ‘’De overheid weet dat op de huidige manier verder gaan met voedsel produceren desastreus zal zijn, dus de urgentie is hoog om dit op een andere manier te doen’’, aldus Ramnath.

De economie in India groeit razendsnel met meer dan 7% per jaar. India presteert daarmee het beste van alle landen van de G20. Er is sprake van een kentering en focus op duurzaamheid vanuit de Indiase overheid. Niet voor niks bekleedt India dit jaar het voorzitterschap van de G20, waar de thema’s water, gezondheid, voeding en duurzaamheid centraal staan. India wil echt een voorloper worden op het gebied van verduurzaming. Het land moderniseert door partnerschappen aan te gaan met westerse regeringen, die in hun kielzog bedrijven met technologische kennis meebrengen. Omgekeerd beschikt India over een grote betaalbare hoogopgeleide arbeidsmarkt en de grootste IT sector die bij kunnen dragen aan innovatieversnelling. Het land wordt dan ook overspoeld door handelsmissies, weet Dutch Greenhouse Delta. Ook uit Nederland, dat tot de top-vijf van de grootste investeerders in India behoort, zo wijst men op berichtgeving van De Groene Amsterdammer uit 2019.

Zakendoen in India
Met in totaal ruim 1,4 miljard inwoners is India de grootste democratie van de wereld, waar inspraak wordt gezien als een groot goed. Het land is een democratische republiek, verdeeld in 29 deelstaten en 7 territoria.

Ramnath: "India kent dus landspolitiek en staatspolitiek, wat ervoor zorgt dat processen lang in beslag kunnen nemen. India heeft een echte business-cultuur met hoge ambities. Indiers zijn toegewijd en willen een band opbouwen; ze gaan uit van vertrouwen bij het zakendoen. De overheid faciliteert handel, maar is nooit de klant. Ondanks de bureaucratie, kun je met toegang tot het juiste netwerk, net zo makkelijk zakendoen in India als in Nederland. Dat netwerk bouwen we binnen DGD in samenwerking met andere spelers in de agri sector en de Nederlandse overheid gezamenlijk op, waardoor zakendoen voor de Nederlandse tuinbouwsector ook gemakkelijker zal worden."

Gunstig investeringsklimaat
"Er is in India een investeringsklimaat, dat kansen biedt voor innovatie in voedselproductie", ziet Ramnath. "De grote en rijke partijen in India zetten in op voedsel, vanwege duurzaamheid en grote economische kansen. Er is in India gemakkelijk kapitaal te vinden, maar investeerders zullen altijd heel kritisch naar de te verwachten ROI kijken. Van oudsher zien investeerders voedselproductie in India per definitie niet als winstgevende industrie. Het inkomen van de Indiase landbouw kwam niet van verkoop, maar van subsidies van de overheid. Afgelopen jaar keerde het tij en werd er sterk geïnvesteerd in agri-foodtechnologie in India. Zo is er in 2022 ong. 8 miljard geïnvesteerd in ag-tech start-up’s. Met name investeringsmaatschappijen uit het buitenland richten zich op India, zoals het Amerikaanse bedrijf Sequoia Capital dat in India kantoren heeft of de FMO uit Nederland."

Retailsector
"Ook zien we dat veel retailers die toetreden tot de markt, zich in duurzaamheid willen onderscheiden, zoals grootste online supermarkt van India Big Basket, onderdeel van TATA Group", legt Ramnath uit. "Big Basket heeft het voortouw genomen in het streven naar duurzaamheid in e-commerce. Het platform is het eerste merk in India dat verse groenten en fruit zonder verpakking aan huis levert. Naast de nieuwe verpakkingsvrije levering van groenten en fruit heeft Big Basket ook het voortouw genomen met verschillende andere milieuvriendelijke initiatieven. Zo installeerde het bedrijf 1,4 MW aan zonne-energiecentrales, bezorgen zij de boodschappen met elektrische voertuigen en bouwden zij regenwateropvangsystemen die jaarlijks tot 390.000 liter water besparen. ‘India is een voorloper op het gebied van IT en automatisering. Ter illustratie; Amazon’s grootste kantoor wordt in Bangalore gebouwd en Philips Health heeft zijn afdeling robotica in India zitten."

Hospitality-sector
‘’India kent veel binnen-en buitenlandse toeristen en steeds meer zakelijke toeristen. Hotels in India spelen ook een belangrijke rol in voedselconsumptie en promotie. De hotels in India zijn enorm en bieden niet alleen een verblijfplaats, maar ook een huwelijk locatie, restaurants, en clubs. Ze hebben toprestaurants en gezonde voeding wordt door hotels ingezet als een marketingtool. Zo heeft onlangs het Roseate Hotels & Resorts India's 1ste Indoor Hydroponics installatie in een hotel geïntroduceerd. Hiermee willen ze tot uiting brengen dat duurzaam telen bijdraagt aan de gezondheid. Zij willen laten zien dat hun gasten van geheel chemisch en pesticidevrij topkwaliteit voedsel kunnen genieten.

Ook restaurants zijn belangrijke partijen voor de Nederlandse tuinbouw. Bij grote voedselketens speelt standaardisering en merkbewaking een grote rol. Ze willen dat hun broodje en de tomaat in dat broodje overal hetzelfde eruit ziet en smaakt. Nederlandse technologie en kennis helpt om de uniformiteit van voedsel aanzienlijk te verbeteren.’’

Concurentieveld
Nederland is uiteraard niet het enige land dat interesse toont in samenwerking met India in voedselproductie. ‘’Al jarenlang wordt er veel technologie geïmporteerd uit Israël. De Israëlische overheid stelt hier grote innovatie-fondsen voor beschikbaar, die door de Indiase overheid worden verdubbeld. Dit maakt het voor het Israëlische bedrijven aantrekkelijk om te investeren in India. Israël positioneert zich ook als gelijke aan India als het gaat om een vergelijkbare cultuur, het klimaat en de economische omstandigheden.

Maar de marktvraag in India is groot genoeg om als Nederland een positie te verwerven, tussen andere landen, zoals Israël en Australië’’, vindt Ramnath. ‘’Daarbij heeft Nederland een uniek eco-systeem, dat totaaloplossingen kan bieden om te telen in elk klimaat.’’ Wel ligt volgens Ramnath de uitdaging bij de mind-set van Nederland over India. ‘’Veel Nederlanders zien India nog steeds als een ontwikkelingsland, maar de rijkste Aziaten komen inmiddels uit India, de CEO van Google komt uit India en van de top 100 grootste bedrijven zit bij de meeste bedrijven een Indiër aan het roer. Het land heeft de toekomst.

We zien al dat de Indiërs veel ondernemen om de handelsrelaties met Europa en met Nederland te versterken. Als we als Nederlanders gestructureerd samenwerken met India zullen we een onderdeel worden van de revolutie in India. Het is een loyaal land, dus in de toekomst zullen we daar als Nederland de vruchten van plukken.’’

Van regio- naar metropoolstrategie
In oktober 2022 werd het convenant voor de meerjarige publiek-private samenwerking PIB NLHortiRoad2India, door 9 Nederlandse organisaties en de Nederlandse overheid ondertekend. Deze samenwerking heeft tot doel de Nederlandse tuinbouwsector te positioneren als partner voor India om te voldoen aan de toenemende vraag van India naar verse, veilige en voedzame groenten en fruit. Kort daarop trok het cluster van Nederlandse turnkey leveranciers en gespecialiseerde bedrijven naar de Indiase staten Karnataka en Maharashtra. Hier zagen ze dat de voedselproductie in India aan het veranderen is en dat Nederlandse kennis en geïntegreerde oplossingen India kunnen ondersteunen bij het duurzaam telen van veilige en gezonde groenten en fruit.

Aadesh Shah, Development Engineer van Viscon Group was één van de deelnemers aan de handelsmissie: ‘’Deze missie bood ons een zeer goed inzicht in de kansen in de Indiase markt. De coördinerende organisaties hebben geweldig werk geleverd door ons in contact te brengen met de juiste partners. Ons bezoek heeft al geleid tot de ontwikkeling van eerste voorstellen voor projecten in India.’’

De retailsector en Staatshoofden in India bevestigden dat er een grote marktvraag is en dat het Nederlands cluster onderscheidend is met hun holistische en gestructureerde aanpak en geïntegreerde oplossingen. Ramnath over de aanpak van het cluster: ‘’We richtten ons in eerste instantie op de Staten, die vermogend waren, waar landbouw was en waar de klimatologische omstandigheden interessant zijn. Echter, het wegennet en de koude transport- en opslag in India zijn slecht, dus de logistiek na de oogst is een groot probleem. Door de slechte koel-logistiek, het klimaat, de slechte hygiëne op de werkvloer en het slechte wegennet raakt 30% tot 80% van de productie verloren. De missie heeft ons doen inzien dat we van strategie moesten veranderen. We focussen nu op metropolen, waar een grote groeiende middenklasse met behoefte aan veilig, vers en lokaal geteeld voedsel, leeft. M.a.w. we zijn van regio-strategie naar metropoolstrategie gegaan. We richten ons op grote metropolen, zoals Bangalore, Hyderabad, Mumbai, Kochi, Delhi, Lucknow waar Universiteiten zijn en hoger opgeleide vermogende jonge mensen geclusterd bij elkaar leven.’’

Sector-overstijgende gebiedsontwikkeling
‘’Het draait niet om food, maar om duurzame gebiedsontwikkeling’’ geeft Ramnath aan. ‘’Ons doel is om landen te helpen om steden op een duurzame manier te ontwikkelen, zodat mensen gezonder kunnen leven en werken. De sectoren waar Nederland sterk in is; logistiek, bio-tech, water en voedsel, zijn juist de sectoren, waarmee we echte impact kunnen maken op het bereiken van de SDG’s. Binnen de PIB’s zoeken we over sectoren heen samenwerking met partijen, om meer te kunnen bereiken op het gebied van duurzaamheid.’’

‘’Als tomaten, aubergines, paprika’s, pepers en bladgroenten in een gesloten teelt-omgeving geteeld zouden worden in plaats van op open velden, zoals nu gebeurt in India, dan zou er al zo veel minder uitstoot zijn. Er worden dan namelijk minder bomen gekapt, minder water gebruikt, minder materiaal verbrand, en de biodiversiteit neemt enorm toe. De stedenbouw in India biedt kansen om sectoren aan elkaar te koppelen, zodat je bijv CO2 van de ene industrie kan gebruiken voor de teelt van gewassen in de kas, waardoor de impact enorm wordt. Dit vergt alleen wel enorme investeringen. Energie zorgt voor veel vervuiling, daarom investeert de overheid in biomassacentrales. Als we kassen bouwen naast biomassa centrales, kunnen uit het afval verkregen CO2, bio-ethanol en schone compost van de bios-massa centrale gebruikt wordt in de kas. Dat is pas off-grid en duurzaam.’

Publiek-private samenwerking betaalt zich uit
Dutch Greenhouse Delta initieerde deze en twee andere PIB’s; waarvan één gericht op de Golfregio en één gericht op China. ‘’DGD heeft een start-up mindset van ontdekken en leren en door voortdurend te lobbyen met samenwerkingspartners, overheden en cluster-leden. Zo zijn we in staat om deze PIB’s zeer succesvol voort te zetten’’, legt Ramnath uit.

‘’Onze relaties met de Landbouwraad in India, en met Rijksdienst voor Ondernemend Nederland zijn heel productief. Dit helpt ons om een groot netwerk op te bouwen en aan tafel te komen bij grote business-conglomeraten, zoals bij het Indiase Reliance en bij de Tata Group. Ook staan we in nauw contact met educatie- en scholing-organisaties in India, zoals The Centre of Excellence in Baramati en AgroTie in Bangalore, waar Nederlandse bedrijven scholing verzorgen. Ook kunnen we de Landbouw Universiteit in Karnataka tot ons netwerk rekenen. Zij verrichten onderzoek naar het verbeteren van de voedselketen. Daarnaast staat het cluster in contact met enkele pioniers op het gebied van tuinbouw-teelt in India.’’

‘Sommige van onze PIB-partners zijn al langer actief in India, en voor anderen is India nog onontgonnen gebied. Enkele PIB-India partners hebben een bijdrage geleverd aan Simply Fresh en voorloper Nature’s Miracle. Binnen de PIB India onderzoeken we momenteel de mogelijkheden om Nederlandse kennis en technologie te leveren aan NutriFresh. Zij telen kasgroenten en leafy greens voor de retail en de vraag van de retail naar hun duurzaam geteelde voedsel neemt sterk toe. NutriFresh wil met Nederlandse bedrijven samenwerken om te kunnen opschalen met 40 hectares, zodat ze blijvend duurzaam aan de retail kunnen leveren. Scholing en training van personeel is hierbij van essentieel belang, want personeel moet met de technologie kunnen omgaan, om er een succes van te maken. Kennisoverdracht vormt dus vanzelfsprekend een onderdeel van iedere business-case.’’

Op moment van schrijven wordt de PIB HortiRoad2India gevormd door 9 Nederlandse ambitieuze organisaties, die tezamen een bijna volledig ecosysteem bieden. Daar zit ook een branche-vreemde partij tussen; Broekman Logistics. Zij leveren wereldwijd supply chain oplossingen, zo ook in India. ‘’Echter, wij breiden het cluster graag nog uit met Nederlandse teeltbedrijven, met teeltkennis en kennis van technologie, die op termijn ambities in India hebben’’, legt Ramnath uit. ‘’Ook zou een biomassa centrale meer dan welkom zijn. De ontwikkeling van biomassa centrales door Nederlandse partijen, wordt al door licenties en door overheidsorganisatie NL Works enorm gestimuleerd. Een verpakkingspartij of spraying-partij, die oplossingen biedt voor het minimaliseren van product verlies na de oogst, zou ook een goede toevoeging aan het cluster zijn.’’