Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
energieverkoop compenseert groententeler, sierteler dieper in de min

Inkomen Nederlandse glastuinder valt gemiddeld ton lager uit in 2022

In 2022 wordt het gemiddelde inkomen uit bedrijf per onbetaalde arbeidsjaareenheid (aje) voor Nederlandse land- en tuinbouwbedrijven geraamd op € 100.000. Dat is € 18.000 hoger dan het gemiddelde inkomen van 2021. Het inkomen in 2022 is ook € 34.000 hoger dan het gemiddelde over de periode 2017-2021.

Het inkomen uit bedrijf voor een gemiddelde glastuinder wordt in 2022 geraamd op ongeveer € 175.000. Dat betekent een daling van € 100.000 euro ten opzichte van 2021. 

De spreiding rondom het gemiddelde inkomen is dit jaar groter dan in andere jaren. Zo wordt voor 20% van de bedrijven een inkomen per onbetaalde aje geraamd van minder dan € 2.000. Voor een even zo grote groep  wordt een inkomen geraamd boven de € 155.000 per onbetaalde aje.

Daling gemiddeld inkomen uit bedrijf voor glastuinder
Het inkomen uit bedrijf in 2022 wordt voor een gemiddeld glastuinbouwbedrijf geraamd op ongeveer € 175.000 per onbetaalde aje. Dit is circa € 100.000 lager dan in 2021 en € 35.000 onder het gemiddeld inkomen in de periode 2017-2021. Dit jaar staan de inkomens van glastuinders onder grote druk door toegenomen kosten, een lager consumentenvertrouwen, hogere inflatie en wisselende opbrengsten. Door een relatief warm jaar bij zeer zonnige omstandigheden en door sterke aanpassingen in de bedrijfsstrategie kon een sterkere daling van het inkomen worden voorkomen.

De glastuinders zijn in 2022 geconfronteerd met onder andere flink hogere inkoopprijzen van aardgas en elektriciteit. Telers investeerden, waar mogelijk, in energiebesparende maatregelen, optimaliseerden hun energiemanagement, bespaarden en/of extensiveerden. Soms ging dat ten koste van de productkwaliteit. Ondanks deze maatregelen, naast een sterke aanpassing van het normale teeltplan, zijn de kosten alsnog aanzienlijk gestegen.

Door een goede verhouding tussen de prijs van het ingekochte gas en de verkoopprijs van elektriciteit was er ook een forse toename van opbrengsten uit de verkoop van elektriciteit voor bedrijven met een warmtekrachtkoppeling (wkk). Een deel van de bedrijven zonder wkk of andere bronnen voor een duurzame energievoorziening konden minder flexibel reageren op de stijgende kosten en lopen tegen verliezen aan. Met de volatiele energiemarkt van dit jaar blijkt een voorspelling van de bedrijfsstrategie en daarmee samenhangende bedrijfsresultaten zeer lastig, mede door de bedrijfsspecifieke keuzes die ondernemers maken. Zowel binnen als tussen de drie onderscheiden subtypen (zie hieronder) is er een grote spreiding in de inkomensontwikkeling.

Glasgroenteteler ziet inkomen stijgen
Het gemiddelde inkomen uit bedrijf per onbetaalde aje van glasgroentebedrijven wordt in 2022 geraamd op ongeveer € 415.000, circa € 150.000 euro hoger dan in 2021 doordat de opbrengsten sterker toenamen dan de kosten. De hoogte van het inkomen is sterk afhankelijk van de flexibiliteit van het bedrijf en de bedrijfsuitrusting, het type product, hoe afzet op het bedrijf is georganiseerd en de energieposities van het bedrijf.

Sommige bedrijven met een wkk hebben besloten hun kassen minder te verwarmen en hun teelten minder te belichten met een lagere fysieke productie tot gevolg. De optie van elektriciteitsverkoop tegen hogere prijzen compenseerde de kostenstijging voor verwarmen doordat de prijzen voor elektriciteit harder stegen dan de prijzen voor aardgas.

Goed komkommerjaar, tomaat wat minder
Wat de gewassen betreft: de tomatenteelt (belangrijkste gewas in areaal) heeft een minder goed jaar achter de rug. De gemiddelde prijzen worden hoger geraamd dan vorig jaar maar de geleverde volumes waren lager. Een groot deel van de telers heeft de belichte teelt stopgezet. Komkommertelers kennen een heel goed jaar met extreem goede prijzen. Het mooie zomerweer heeft de verkoop gestimuleerd. Paprikatelers zien hun resultaat ook iets verbeteren met name door de hogere opbrengsten uit energieverkoop.

Inkomen snijbloementeler daalt
Het gemiddelde inkomen uit bedrijf per onbetaalde aje van snijbloemenbedrijven daalt ten opzichte van 2021 van circa € 300.000 naar circa € 85.000. Dit is een forse daling na een bijzonder goed vorig jaar. Sinds 2013 is het geraamde inkomen niet meer zo laag geweest. De lagere opbrengst uit verkoop van bloemen door lagere prijzen en volumes werd wel gecompenseerd door de toename van opbrengsten uit energieverkoop. Hierdoor stegen de totale opbrengsten met 2%. Dit was echter onvoldoende om de gestegen kosten (+23%) van met name energie te compenseren.

Gemiddeld inkomen pot- en perkplantenteler in de min
Was 2021 een heel goed jaar voor de pot- en perkplantenbedrijven qua inkomen, 2022 laat een compleet ander beeld zien. Het gemiddelde inkomen is geraamd op min € 6.000 per onbetaalde aje tegenover € 265.000 in 2021. De kosten stijgen sterk met ongeveer 20% per bedrijf. De totale opbrengsten stijgen met slechts een kleine 3%. Die stijging komt vooral door een hogere opbrengst uit de verkoop van elektriciteit. Daarentegen dalen de opbrengsten uit gewas met circa 7%, omdat pot- en perkplanten minder opbrachten en er minder dan vorig jaar werden verkocht.


Klik hier voor vergroting

Grote verschillen
Tussen en ook binnen bedrijfstypen in de land- en tuinbouw zijn de verschillen in inkomen groot. Dit blijkt uit de jaarlijkse inkomensraming van Wageningen Economic Research onder leiding van agrarisch bedrijfseconoom Harold van der Meulen: "In 2022 zien we in alle land- en tuinbouwsectoren sterke kostenstijgingen voor energie, veevoer en kunstmest. In een aantal sectoren worden deze kostenstijgingen ruimschoots gecompenseerd door hogere opbrengstprijzen voor geleverde producten zoals in de melkveesector, de akkerbouw en de glasgroenteteelt. Er zijn ook agrarische sectoren, bijvoorbeeld de varkenshouderij, waarbij de afzetprijzen van biggen onvoldoende zijn toegenomen om de kostenstijgingen te compenseren. Daarnaast geldt in de overige tuinbouwsectoren dat de afzetprijzen van bloemen, planten en fruit zelfs zijn gedaald met forse inkomensdalingen tot gevolg."

Onbetaalde arbeidsjaareenheid
Wageningen Economic Research berekent het agrarisch inkomen per onbetaalde arbeidsjaareenheid (aje). Agrarisch ondernemers en hun gezinsleden verrichten in de meeste sectoren nog het merendeel van de arbeid zelf maar krijgen meestal geen salaris. Een arbeidskracht die in een jaar 2.000 uur of meer werkt, wordt gezien als één aje. Wie minder werkt, telt voor minder dan één aje. Wageningen Economic Research deelt het inkomen uit bedrijf in deze situatie door het aantal onbetaalde aje. Op deze manier zijn de inkomens van verschillende bedrijfstypen beter met elkaar te vergelijken.

Tegelijk met de inkomensraming van Wageningen Economic Research presenteert het CBS de macro-economische cijfers van de land- en tuinbouw. Het inkomensbegrip in de landbouwrekeningen van het CBS wijkt iets af van het begrip in de agrarische sectorraming waarvan Wageningen Economic Research de resultaten gelijktijdig publiceert. De landbouwrekeningen van het CBS geven bijvoorbeeld uitkomsten op basis van een kalenderjaar, terwijl de sectorraming het oogstjaar als uitgangspunt heeft.

Bron: Wageningen Economic Research  

Publicatiedatum: