Vakbond CNV besloot dit jaar de publiciteit op te zoeken nadat de vakbond en een uitzendbureau niet tot een oplossing kwamen in een geschil. Het uitzendbureau detacheert Oekraïense werknemers in de agrarische sector in Nederland. Het uitzendbureau eist rectificatie van de publicatie. De Rechtbank Amsterdam deed donderdag 15 december in kort geding uitspraak. De vakbond hoeft van de rechter niet te rectificeren.
De vakbond hekelt onder meer het gebruik van termen als 'uitbuiting' en 'slavernij' in de berichtgeving (onder meer op 2 juni 2022 bij RTL Nieuws) vanuit de vakbond. Het uitzendbureau wijst erop dat men aal alle arbeidsrechtelijke regels voldoet én een SNA-certificaat heeft. Het uitzendbureau zegt schade te lijden door de publicatie, omdat opdrachtgevers niet meer met het uitzendbureau willen werken.
Vakbond mag chargeren
De vakbond voert in verweer aan dat men onderzoek heeft gedaan naar de handelswijze van het uitzendbureau. De vakbond blijft bij het standpunt dat zij op 'misstanden' gestuit zijn. Verder stelt zij dat RTL als eerste heeft gepubliceerd én dat zij zelf de termen zoals 'slavernij' niet gebezigd hebben. De vakbond zegt dat die terminologie van de media zelf komt.
De rechter geeft aan dat CNV zelf de term 'slavernij' inderdaad niet heeft gebruikt. Wel de term 'uitbuiting'. De rechter stelt dat 'de kwalificaties zwaar zijn aangezet', maar 'niet onnodig grievend of beledigend'. Als vakbond staat het het CNV volgens de rechter 'vrij zaken te chargeren, als uitgangspunt voor de onderhandeling met de werkgever en om aandacht te krijgen voor haar zaak.'
Vrijheid van meningsuiting
De rechter ziet rectificatie van het bericht vanuit de vakbond als een inperking van de vrijheid van meningsuiting. Daarbij wijst de rechter op feitenmateriaal, waaruit blijkt dat er geen sprake is van 'lichtvaardige verdachtmakingen'. De rechter wijst op de verklaringen van Oekraïense werknemers en een aantal 'bedenkelijke bepalingen in de overeenkomsten', waaronder 'allerlei boeteclausules, zelfs tot 20%'.
Ook mochten Oekraïners zich niet richten tot de Nederlandse werkgever op straffe van 'deportatie'. Hoewel het uitzendbureau aanvoert daarmee uitzetting door de Immigratie- en Naturalisatiedienst bedoelt, stelt de rechter dat het verklaarbaar is dat werknemers dit niet als waarschuwing maar als dreigement hebben gelezen.
Het uitzendbureau is door de rechter in het ongelijk gesteld.