Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Inkomen Belgische tuinbouw slinkt: Prijsstijging compenseert lagere productie niet

De stijging van de energiekosten en de inflatie hebben een rechtstreekse invloed op alle productiemiddelen in de landbouwsector. Dat concludeert het Belgische statistiekbureau Statbel, dat de eerste ramingen van het inkomen van landbouwers voor het jaar 2022 aan de Europese Commissie en hun statistiekdienst Eurostat gecommuniceerd heeft.

De belangrijkste prijsstijging betreft gas, dat zowel een brandstof voor de sector is als een bestanddeel van meststoffen, waarvan de prijs dit jaar sterk is gestegen. De uitgaven voor meststoffen zullen in 2022 naar verwachting met 86,0% stijgen, die voor energie met 67,3% en de kosten voor diervoeder zullen naar verwachting 22,9% hoger liggen dan in 2021. In totaal zal het intermediaire verbruik met 23,4% stijgen ten opzichte van 2021.

Deze kostenstijging is procentueel gezien groter dan de stijging van de productiewaarde van de landbouwsector, die 19,5% bedraagt. De indicator van het inkomen in de landbouwsector zou echter zeer licht stijgen (2,3%). Deze indicator geeft het netto-inkomen van de sector weer, rekening houdend met de inflatie, en legt het verband tussen dit gedefleerde inkomen en het aantal arbeidskrachten.

Dit is een globale stijging, maar de rentabiliteit verschilt naargelang van de technisch-economische oriëntatie van elk bedrijf. De kostenstructuur verschilt van sector tot sector en de stijging van de productiewaarde is niet uniform, waarschuwen de statistici. 

Landbouwteelten
De productiewaarde van nijverheidsgewassen is gestegen, maar in mindere mate (+25,2%) dan bij de granen. Voor deze campagne zijn de bietentelers erin geslaagd met de raffinaderijen hogere minimumprijzen te onderhandelen dan voor eerdere contracten. Bovendien is de suikerprijs, die gedeeltelijk als referentie dient voor de vaststelling van de afzetprijzen, momenteel aan het stijgen op de markten. Het prijseffect wordt geraamd op +22,6%. Deze stijging van de afzetprijzen in combinatie met hogere opbrengsten zou de productiewaarde in de suikerbietensector met 28,1% moeten doen toenemen. Bij de nijverheidsgewassen stijgt ook de waarde van de productie van de oliehoudende zaden, waarvan zowel de oppervlakte als de opbrengst toenemen.

Ten slotte wint de aardappelteelt in België terrein met een toename van de beplante oppervlakte met 2,6%. Deze stijging compenseert geenszins de huidige daling van de opbrengsten. De productie in de sector (inclusief pootaardappelen) zal naar schatting 9,5% lager liggen dan in de campagne 2021/2022. Gezien de context stijgen de prijzen op de vrije markt en aangezien ook de contractprijzen gestegen zijn, wordt de stijging van de afzetprijzen geraamd op 31,5%. De waarde van de productie van deze sector zou met 19,0% stijgen ten opzichte van de voorgaande campagne.

Tuinbouwproducten
De situatie in de tuinbouw is anders dan in de landbouw. De prijzen in de sector zijn namelijk niet sterk gestegen en de productie daalt. Veel producenten, die met stijgende energie- en meststofprijzen te maken hebben, hebben er de voorkeur aan gegeven hun productie van groenten om rentabiliteitsredenen te verminderen. De productie van groenten zou tussen 2021 en 2022 met 9,2% moeten afnemen. De vastgestelde prijsstijgingen lijken deze daling van de productie niet te compenseren: De waarde van de productie van groenten zou met 4,5% dalen ondanks een prijseffect van +5,1%.

In de boomgaarden is de situatie niet eenduidig. De oppervlakte appelbomen blijft afnemen, terwijl de oppervlakte van de perenboomgaarden toeneemt. De productie van peren is echter gedaald omwille van de droogte, waardoor de vruchten kleiner zijn geworden. Doordat de appeloogst later begon, hadden de appelbomen een gunstig naseizoen en was de daling van de productie vooral het gevolg van de daling van de oppervlakte.

Over het geheel genomen is het volume-effect van de fruitproductie negatief (-2,4%). In een moeilijke internationale context vertaalt dit zich niet de facto in hogere prijzen. De Russische markt is sinds 2014 gesloten voor de Belgische export van appelen en peren. Omwille van het conflict in Oekraïne waren de exportmogelijkheden voor Europese landen nog beperkter. Bovendien zetten de energiekosten de producenten ertoe aan hun productie zo snel mogelijk te verkopen om de kosten voor opslag te beperken. Door het grote aanbod is de druk op de prijzen groot, vooral voor appelen. Gezien de huidige marktprijzen zouden de afzetprijzen met 4,5% moeten dalen. De waarde van de fruitproductie zal dus met 6,8% dalen ten opzichte van 2021.

Bron: Statbel

Publicatiedatum: