Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Handelsrichtlijnen en kwekersrecht

Nederlandse lobby in Brussel richt zich op zo min mogelijk onnodige sturing

Om de Europese regelgeving aan te laten sluiten op het Nederlandse overheidsbeleid en de praktijk van het bedrijfsleven, oefent Naktuinbouw als partner van het ministerie van Landbouw invloed uit in Brussel. Bert Scholte, Hoofd Rassenonderzoek, bemoeit zich met de wijzigingsvoorstellen voor het Europese kwekersrecht. Marjan Folkers, senior beleidsmedewerker Keuringen, richt zich op de verkeersrichtlijnen. In Buitenstebinnen, een halfjaarlijkse uitgave van Naktuinbouw, vertellen ze over hun werk.

Dat men goed naar de Nederlandse inbreng luistert, merken ze. Al is niet te voorspellen tot welke resultaten het lobbywerk leidt. Duurzaamheid is met de ondertekening van de Green Deal een ‘hot item’ in Brussel, weet Scholte. Brussel verwacht van alle lidstaten een duurzaam voedselsysteem. Waarin minder gewasbeschermings-middelen en meststoffen nodig zijn. Dat vraagt om robuuste rassen: rassen die tegen extreme weersomstandigheden kunnen en minder vatbaar zijn voor ziekten en plagen.

“Daar is de veredelingssector al volop mee bezig”, zegt Scholte. Hij noemt als voorbeeld de veredeling van slarassen die resistent zijn voor valse meeldauw (Bremia lactucae) en de ontwikkeling van gewassen die zouttolerant zijn. “En ook het rassenonderzoek heeft in de verduurzaming van het voedselsysteem een rol”, vertelt hij. Want hoe ga je die duurzamere rassen onderscheiden? Is daarvoor het DUS-onderzoek voldoende of moet je aanvullende criteria opstellen? Over die vraag is in Brussel druk overleg gaande.


Marjan Folkers en Bert Scholte

DUS+S
Als het aan Scholte ligt, houden we vast aan het bestaande DUS-onderzoek. “Resistentie is in het DUS-onderzoek van meerdere groentegewassen al als onderscheidende eigenschap opgenomen”, zegt hij. Uitbreiding van het onderzoek met extra ‘sustainability’- criteria, een soort DUS+S, zou extra sturing door de overheid betekenen. “Nederland werkt zo niet; we laten veel aan de sector zelf over.” Als voorbeeld verwijst Scholte naar de akkerbouwsector. Bij landbouwgewassen organiseert de sector zelf het aanvullende cultuur- en gebruikswaardeonderzoek. Iets dergelijks is ook mogelijk in de tuinbouw, denkt hij.

Duurzaam telen
Brancheorganisatie Plantum bekijkt inmiddels de mogelijkheden om in de groentezadensector een eenduidig duurzaamheidslabel te introduceren. Een eerste idee was om een duurzaamheidsindex te ontwikkelen. Met zo’n index scoren rassen niet alleen op resistentie tegen ziekten, maar ook op lage energiebehoefte en laag kunstmestgebruik. Nadeel van dit systeem is dat er een veelheid aan duurzame eigenschappen te bedenken zijn, vertelt Niels Louwaars van Plantum. “Elk ras op al die eigenschappen testen kost te veel tijd en energie. Alle duurzaamheidscriteria beperken de rassenkeuze voor de teler. En dat is negatief voor de genetische diversiteit van het rassenpakket.” Plantum ziet op dit moment meer in het idee om duurzaamheidsrapportages op bedrijfsniveau in te stellen. “Duurzaam telen is niet alleen een robuust ras gebruiken, maar gaat juist ook over het teeltsysteem.”

Wijziging van richtlijnen
Bij de lidstaten zijn de meningen verdeeld over het wel of niet centraal opnemen van verplichte duurzaamheidseigenschappen in het rassenonderzoek. De Fransen zijn veel meer dan de Nederlanders gewend aan dicterende overheidsvoorschriften. Ook is Frankrijk, in ieder geval voor de druiven- en de graanteelt, al ver met het opstellen van duurzaamheidscriteria. De commissie moet voor het eind van dit jaar met voorstellen komen voor wijziging van de Europese richtlijnen. Waar het op uitdraait is onduidelijk. Scholte: “Het kan nog alle kanten op.”

Zoekplaatje van regels
Zoek op de site van Naktuinbouw de verkeersrichtlijnen op, en je belandt in een zoekplaatje, zegt Marjan Folkers. “Het zijn er veel. En voor elke sector verschillen ze.” De verkeersrichtlijnen (eigenlijk handelsrichtlijnen) en de daar uit voortkomende uitvoeringsrichtlijnen bepalen aan welke eisen teeltmateriaal moet voldoen in het handelscircuit. De eisen gaan over de gezondheid, kwaliteit, rasechtheid en raszuiverheid van plantmateriaal, maar kunnen ook gaan over verpakkingsvoorwaarden. “Zo mag je groentezaden alleen verhandelen in een gesloten verpakking, zoals gesealde zakjes, en in de fruitsector gelden strikte labeleisen”, geeft Folkers als voorbeeld.

Harmonisatie is prima, maar alleen op hoofdlijnen
Om het woud aan verkeersrichtlijnen op te schonen denkt de EU al jaren na over samenvoeging en modernisering van de regels. De regelgeving moet uniformer en beter aansluiten op de praktijk. “Harmonisatie is een prima streven, maar alleen op hoofdlijnen”, vindt Marjan Folkers. “Omdat lidstaten, gewassen en sectoren veel van elkaar verschillen, willen we ruimte houden voor uitzonderingen.’’ Als voorbeeld vergelijkt ze de sierteelt met de fruiten groentesector. Momenteel schrijven de handelsrichtlijnen voor dat kwekers van groente- en fruitgewassen alleen geregistreerde rassen in de handel mogen brengen. Zo’n verplichte rassenregistratie geldt niet in de sierteelt. Folkers: “Wij maken ons hard om dat zo te houden. Verplichte rassenregistratie zou voor sierteeltbedrijven een grote belemmering betekenen qua kosten en bureaucratie. Bovendien is het onnodig. In Nederland leggen we veel verantwoordelijkheid bij producenten en bedrijven. En dat gaat goed.”

Politieke kwestie
Naast de behoefte aan uniforme regelgeving, spelen binnen de Europese Commissie ook andere gedachtes een rol bij het wel of niet invoeren van een verplichte rassenregistratie. Folkers: “Door rassenregistratie voor sierteeltgewassen in te voeren, krijg je een instrument in handen waarmee je kunt sturen wat er op de markt komt. Je kan bijvoorbeeld besluiten dat alleen plantmateriaal dat een bijdrage levert aan de duurzaamheidsagenda wordt toegelaten. En daarmee is dit vraagstuk een politieke kwestie.”

Bovenstaand artikel is overgenomen uit Buitenstebinnen, een halfjaarlijkse uitgave van Naktuinbouw (nummer 18, juli 2022). Het gehele magazine is hier in te zien.

Publicatiedatum: